In Rutger Brandt Gallery in Amsterdam opent op zaterdag 29 april een solotentoonstelling van Steffen Kern. Als je door je wimpers naar het werk van de Duitse kunstenaar kijkt dan lijken het in eerste instantie korrelige foto’s, maar Kern maakt voor zijn werken geen gebruik van fotografie en licht, maar van kleurpotlood of houtskool op papier of karton, soms aangevuld met inkt.
De inspiratie voor deze werken ligt niet zozeer in concrete beelden, maar in wat de kunstenaar ‘metabeelden’ noemt: een mentaal archief op basis van de grote hoeveelheid aan beelden die de kunstenaar dagelijks op zijn netvlies krijgt. Omdat die beelden waarschijnlijk gelijksoortig zijn aan de beelden die we allemaal zien — bijvoorbeeld in films of popcultuur of in ons dagelijks leven — zou je kunnen spreken over een bepaalde universaliteit of een collectieve ervaring of geheugen. Kern noemt dat de ‘globalization of images’, het logische gevolg van een bombardement aan gelijksoortige beelden. Hij is daarbij geïnteresseerd in de invloed die deze beelden hebben op ons onderbewustzijn. Zijn werk roept interessante vragen op over de relatie tussen beelden en de realiteit: kijken we hier naar de werkelijkheid of naar filmische, geënsceneerde verbeeldingen van de werkelijkheid? En zien we het verschil eigenlijk nog wel? In hoeverre beïnvloeden de beelden die we zien ons geheugen en onze waarneming?
Tegelijkertijd zijn de werken van Kern wel degelijk geworteld in de fotografie omdat hij voor zijn werken wel gebruik maakt van visuele kenmerken die we kennen uit de analoge fotografie, waaronder een bepaalde korreligheid, kadrering, vervormingen, imperfecties en de reflectie van licht. De kunstenaar speelt daarbij zorgvuldig met schaal, licht, diepte, schaduwen, contrasten en perspectief.
Het levert een veelheid aan haast fotorealistische beelden op in monochrome of juist sterk verzadigde kleuren. Ogenschijnlijk hebben de beelden niets met elkaar te maken. In de tentoonstelling in Rutger Brandt Gallery zien we bijvoorbeeld alledaagse objecten en taferelen als een taart, een hijskraan, een koelkast en een donkere overloop in de nacht waarbij enkel een kier de ruimte voorziet van licht. Hoewel alledaags ademen de beelden ook een bepaalde impliciete spanning. Andere beelden ogen iets meer expliciet beladen, waaronder een guillotine in een museale opstelling en een onheilspellende wachttoren van een gevangenis.
Kern studeerde aan de Akademie der Bildenden Künste in München en Wenen en kreeg onder meer les van Daniel Richter. Zijn werk was onder meer te zien in de Kunsthal in Rotterdam, in Kunstverein München en tijdens Big Art en werd opgenomen in de collecties van het LAM museum, de Aegon Art Collection, de ING Global Art Collection en de Secrid Collection.