De hands on mentaliteit, tikkeltje eigenwijsheid en grote bevlogenheid van Linda Seine, oprichter van Studio Seine, zijn typisch voor een stad als Rotterdam waar haar galerie is gevestigd. Vanuit een grote sociale gedrevenheid, zowel naar haar kunstenaars als naar de bezoekers, werkt Linda aan een origineel en actueel kunstprogramma. Lees het avontuurlijke verhaal over het ontstaan en de ontwikkeling van haar galerie en je kunt niet anders dan concluderen dat hier een hardwerkende, enthousiaste dame aan de slag is om het hoogst mogelijke te bereiken voor haar kunstenaars, binnen en buiten Rotterdam. Aarzel niet binnen te wandelen als je in de buurt bent.
Wanneer opende je je galerie en hoe ging dat?
In het voorjaar van 2010 stuitten mijn partner en ik op een klushuizenproject dat de gemeente Rotterdam aanbood. Aan de Mathenesserdijk werden voormalige autogarages met bovenliggende woonruimtes aangeboden als toekomstige woon-/werkpanden, waarvoor je zelf nog flink aan de slag moest. Wij zagen direct de potentie van het project en wilden hier onze gezamenlijke droom realiseren; het combineren van een onafhankelijke tentoonstellingsruimte met een koffiebranderij waarboven we konden wonen.
Zoals dat gaat met dergelijke projecten duurde alles vele malen langer dan we voor mogelijk hielden. Daarnaast hadden we onvoldoende rekening gehouden met tegenslagen tijdens de verbouwing. Ondanks het feit dat we erg veel zelf deden, van het slopen en ontwerpen van het pand tot aan het opbouwen ervan, verhuisden we in de winter van 2013/2014 naar een bouwplaats zonder werkende voorzieningen. We maakten eerst de woonverdieping bewoonbaar en hierna duurde het nog enige tijd voordat we de begane grond in gebruik konden nemen als studio.
Na een lange aanloop opende in oktober 2016 dan eindelijk de eerste solotentoonstelling. Sindsdien presenteerde Studio Seine circa dertig uiteenlopende tentoonstellingen in samenwerking met zo’n zestig verschillende kunstenaars en/of gastcuratoren.
In het begin werkte de combinatie van kunst en koffie uitstekend, maar op termijn begon het te wringen. De ruimte was te klein voor twee groeiende ondernemingen en de uitstraling van steeds meer koffiezakken plus een grotere koffiebrander bereikte z’n limiet. Het bedrijf van mijn man verhuisde vorig jaar naar een andere locatie in de stad en sindsdien benut ik alle nieuwe mogelijkheden die hierdoor zijn ontstaan in de studio.
Sinds 2021 breidde ik mijn werkzaamheden verder uit en ben ik ook kunstenaars gaan vertegenwoordigen in hun carrière. Ik typeer dit zelf als ‘tweesporenbeleid’ omdat het losstaat van mijn rol als curator voor Studio Seine.
Hoe zou je het profiel van je galerie definiëren?
Ik streef ernaar een gastvrij en toegankelijk podium te bieden voor iedereen die nieuwsgierig is naar (de ontwikkelingen binnen de) hedendaagse kunst en hiermee op een laagdrempelige manier in aanraking wil komen. In één seizoen toon ik idealiter werk van startende en gevorderde kunstenaars en werk ik al dan niet samen met gastcuratoren. Doordat ik ook opensta voor voorstellen van kunstenaars is de programmering met afwisselend schilder- en tekenkunst, fotografie, ruimtelijk en/of digitaal werk divers en actueel.
Het profiel wil ik beschrijven als geëngageerd, zelfstandig en een tikkeltje eigenwijs. Ik heb zelf een Rotterdamse mentaliteit en ben Studio Seine niet voor niks in Rotterdam west gestart. Ik wil niet bewust tegen heilige huisjes schoppen, maar ik realiseer me wel dat ik er een ongewone formule op nahoud. En, om eerlijk te zijn, ben ik daar ook trots op. Ik ben zelf van origine opgeleid tot autonoom beeldend kunstenaar en vervolgens tot kunstdocent en dat zie je terug in het profiel van de galerie en in mijn werkwijze. Ik ben een echte verhalenverteller, heb een onderzoekende werkhouding en enthousiasmeer vanuit een betrokken en sociologische benaderingswijze.
Ik cureer de verschillende tentoonstellingen vanuit een thematisch uitgangspunt en wissel deze af met solo- en duotentoonstellingen van (jonge) kunstenaars die gezien moeten worden. Het primaire doel is het vormen van sterke tentoonstellingen die de ontwikkelingen binnen de kunst tonen. Als onafhankelijke tentoonstellingsruimte maak ik geen gebruik van subsidie, noch andere vormen van steun. Doordat ik mijn werk voor Studio Seine combineer met een tweedaagse baan als kunstdocent ben ik zelfvoorzienend en kan ik in volledige vrijheid exposities cureren die tegen bestaande conventies ingaan. Hiervoor acht ik het van onderschikt belang of het door mij gecureerde werk verkoopbaar is, de inhoud en het verhaal dat verteld moet worden staan voorop.
Natuurlijk reserveer ik alle inkomsten uit verkoop voor het behalen van de lange termijn doelen, immers wil ik de kunstenaars die ik vertegenwoordig begeleiden naar een groter podium. Ik wil dat zij zich zonder enige belemmering kunnen ontwikkelen en hun volledige potentie bereiken.
Wat vind je het belangrijkste aan het vak van galeriehouder?
De kunstenaar(s) met wie ik werk verder helpen. Ik denk in lange ontwikkellijnen en haal veel voldoening uit het uitstippelen van een pad. Om te bedenken welke route het best gevolgd kan worden om gestelde doelen te bereiken. Ik hecht bijzonder veel waarde aan de gelijkwaardige, persoonlijke relatie en beschouw het als mijn voornaamste taak om het (ontwikkel)proces samen met de kunstenaar te doorlopen tot zover mijn mogelijkheden reiken.
De wereld wordt steeds virtueler, reizen doen we steeds bewuster, de (financiële) gap tussen de opkomende en de gevestigde kunstenaars wordt steeds groter. Hoe zie je - tegen die achtergrond - de toekomst van de kunstwereld in het algemeen en het galeriewezen in het bijzonder?
Onmiskenbaar heeft de hele wereld, net als ik, de voor- en nadelen van de virtuele wereld ervaren tijdens de pandemie. Ik heb de indruk dat sinds de lockdowns mensen minder frequent culturele instellingen en galeries bezoeken, terwijl je bij uitstek kunst fysiek wilt ervaren. Een afbeelding van een kunstwerk kan nóg zo aantrekkelijk zijn, de fysieke ervaring waarbij alle zintuigen worden geprikkeld biedt zoveel meer.
Verder ben ik ook wel bezorgd over de maatschappelijke ontwikkelingen ten aanzien van de kunstwereld. De middelen voor kunstenaars zijn nog meer verschraald sinds ik in 2001 afstudeerde als beeldend kunstenaar en het ‘merit-good argument’ dat kunst goed is voor mensen, hoewel zij zelf niet goed in staat zijn de waarde hiervan in te zien voor hun eigen welzijn, dringt steeds verder naar de achtergrond in onze gepolariseerde samenleving.
Vanwege mijn persoonlijke idealen startte ik een onafhankelijk platform voor hedendaagse kunst zonder commerciële doeleinden maar met een gezond toekomstperspectief. Echter kansen zoals ik die heb gehad, en heb benut, zijn er helaas niet voor iedereen en ik heb er moeite mee dat vanuit de politiek onvoldoende steun wordt geboden aan de sector in het algemeen en aan jonge kunstenaars in het bijzonder.
Hoe en waar selecteer jij de kunstenaars met wie je werkt? Wat voor kwaliteiten moeten zij en hun werk hebben?
Toen ik begon trok ik letterlijk een goedgevuld blik open met visitekaartjes en flyers van alle inspirerende kunstwerken en tentoonstellingen die ik in de loop der jaren had gezien. Deze voorselectie bleek een prima startpunt en van daaruit stippelde ik een zorgvuldige lijn uit voor Studio Seine.
Ik heb een scherp oog voor opkomend talent, ontwikkelmogelijkheden en zoek naar beeldende kwaliteit en zeggingskracht. Het werk moet overtuigend zijn en voor zichzelf spreken, maar wanneer je research verricht moet dat van meerwaarde zijn. Ik hecht veel waarde aan een gelijkwaardige samenwerking en liefst krijg ik daardoor nieuwe energie. In een persoonlijke ontmoeting kom je direct te weten of die wederzijdse klik er is en of daarnaast de doelen op een lijn liggen.
De kunstenaars met wie ik werk ontdek ik vaak tijdens een bezoek aan een tentoonstelling, beurs of in een museum. Maar het gebeurt ook dat kunstenaars mij aanschrijven, opzoeken of dat ik elders met hen in gesprek raak. Ik vind het belangrijk dat ik benaderbaar ben en aan startende kunstenaars een springplank kan bieden en dat ik gevorderde kunstenaars andersoortige mogelijkheden kan bieden dan hun moedergalerie dat soms kan of doet.
Als je - in een ideale wereld - een kunstenaar mocht kiezen om te vertegenwoordigen, wie zou dat zijn?
In dat geval zet ik hoog in en om maar één naam te noemen is voor mij ondoenlijk. Van de nog levende kunstenaars zou ik de Zuid Afrikaanse fotograaf Zanele Muholi graag vertegenwoordigen. Ik kan autobiografisch werk erg waarderen, nog meer in combinatie met zichtbare verwijzingen naar de kunstgeschiedenis. Dit doet hen beide met een subtiel gevoel voor humor. Verder kan ik ook niet om de Indiase Nalini Malani heen. Na het zien van haar solotentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam, in 2017, was ik geraakt door de gelaagde totaalervaring met diepgang en kwetsbaarheid. En tot slot waardeer ik het persoonlijk handschrift van Grayson Perry wat herkenbaar is in welke discipline of techniek dan ook en altijd inhoudelijk vlijmscherp is. En van de niet levende kunstenaars belichaamt Sigmar Polke alles wat ik belangrijk vind aan goede kunst.
Wat is de laatste tentoonstelling die je hebt gezien en die een diepe indruk op je heeft gemaakt?
Het ongemak dat ik ervoer bij het zien van de tentoonstelling Two Tongues van Umar Rashid in het Dordrechts Museum afgelopen winter intrigeerde me. Gefascineerd heb ik gekeken naar zijn commentaar op historische verhalen en fantasierijke visioenen. Even daarvoor zag ik de documentaire over de uitreiking van de Johannes Vermeer Prijs aan Natasja Kensmil waardoor het zien van haar Huwelijksportret van Johan de Witt en Wendela Bicker tijdens hetzelfde bezoek aan het Dordrechts Museum eveneens veel indruk op me maakte.
Tot slot blies de solotentoonstelling Spirits of the Soil van Raquel van Haver in het Stedelijk Museum Amsterdam, in 2019, me omver. Ik werd opgezogen door haar monumentale, theatrale en expressieve werken en wist op dat moment nog niet dat ik haar werk later in Studio Seine zou tonen.
Verzamel je zelf kunst? En zo ja wat?
Ik beschouw mezelf niet als verzamelaar maar ik koop wel kunst en ben bevoorrecht omdat ik ook weleens werk geschonken krijg. Zodra mijn man en ik beiden verliefd worden op een kunstwerk dan krijgt het een vaste plek in onze woning. We hebben een bescheiden collectie kleine werken van onder meer Lise Sore, Jochem Rotteveel, Gam Bodenhausen, Marjolein Witte, Lisette Schumacher, Marissa Rappard, Touw van Eck, Frans van Lent en Jelte van Lente. En wat grotere werken kochten we van Esmee Seebregts en Katerina Konarovska.
Heb je tips voor beginnende kunstkopers?
Allereerst wil je vaststellen of je gaat verzamelen of ‘gewoon’ wilt genieten. In het eerste geval adviseer ik je om jezelf goed te informeren, bijvoorbeeld door lid te worden van The Young Collectors Circle. In het laatste geval kun je jouw intuïtie en gevoel laten spreken. Zodra je hart een sprongetje maakt of jouw emoties worden aangesproken door een kunstwerk is dat het signaal dat je er wat mee moet.