Kan water een beeld vormen? Zorgt dat beeld dan voor een rust die tot diep in het hart dringt of kan de minste rimpeling het oppervlak tot een woeste storm aanwakkeren? Moeten we ons daar zorgen over maken of in de voetsporen van Horatius ‘de dag plukken’? Voldoende vragen om voor te leggen aan kunstenaar Aline Thomassen die in de laatste rechte lijn zit voor de opening van haar nieuwe tentoonstelling Inquietude op 6 april in de Antwerpse NQ Gallery.
Aline Thomassen pendelt tussen Nederland en Marokko, maar voor haar nieuwe tentoonstelling Inquietude, waar ze nieuw en ouder werk presenteert, zakt ze af naar haar Antwerpse galerie. Wanneer ik mezelf voorstel, overvalt ze met de enthousiaste vraag wat ik van haar werk vind. Ze verrast me. Ben ik het niet die de vragen moet stellen? Ze daagt me uit om zekerheden op de helling te zetten. Die drang om alle zekerheden in vraag te stellen zal tijdens het interview meer dan eens naar voren treden, want dat zorgt net voor die creatieve kracht waar ze als kunstenaar steeds naar op zoek gaat. “Stormachtige stilte”, mompel ik als antwoord op haar vraag, “bij gebrek aan een betere definitie.”
Stormachtige stilte
Drie meer dan levensgrote werken staren me aan. Drie vrouwen, duidelijk omlijnde vormen die zich onttrekken aan de kleurrijke vloed van waterverf. “Ik ben om praktische redenen overgeschakeld van olieverf naar aquarel. Het geeft mijn werk net de lichtheid die ik wil bereiken. Ik werk vaak weken aan een figuur”, vertrouwt Aline me toe. “Dit wil zeggen dat de figuur meestal vrij snel op papier staat. Voor mij is de blik van de vrouw heel bepalend. Als die goed zit, dan begint voor mij het echte werk. Ik ga aan de slag met een subtiel spel van zwaartepunten, haast onmerkbaar sluipen ze in de figuur, op het papier… tot ik voel dat het werk voltooid is, klaar om losgelaten te worden. Het is een constante zoektocht naar de balans tussen gevoel en handeling, een magische queeste. De werken die op papier verschijnen zijn ontsproten aan mijn verbeelding en gevoel. Ik gebruik zelden een ander medium zoals foto’s.”
Wat mij ook opvalt, is dat de werken alleen bovenaan bevestigd worden aan de muur. Onderaan krullen ze zich los alsof ze gewoon teveel energie bevatten om ter plekke te blijven. Ze omschrijft het zelf als een beweging zonder verzet waarbij onrust de kiem van haar inspiratie vormt. Zonder onrust geen mogelijkheid om stilstand te vinden, om tevreden te zijn met wat er is en zo tot rust te komen.
Meer dan een quarantaine
Die beweging die afstraalt van haar werken zet zich ook door in haar persoonlijke leven. Op de vraag hoe ze ooit in Marokko beland is, lacht ze en vertelt over een moment in haar leven waar ze artist-in-residence was in Frankrijk. Op het strand vond ze een wegwijzer vond met daarop Marokko. Nomen est omen en sinds 1994 reist ze tussen beide landen. Ze houdt van de complexiteit van dit land. Het is er zelden zwart-wit, de confrontatie van tradities die langzaam verdwijnen en de alledaagse problemen waar jongeren overal ter wereld mee worstelen: toekomst, werk en liefde.
Haar ogen blinken wanneer ze over haar avonturen ter plekke vertelt. Terwijl we plaats nemen tussen de tientallen gezichten van Marokkaanse mannen die ons in allerlei kleuren en gezichtsuitdrukkingen aanstaren, vertelt ze me over de genese van dit werk. Bij het woord Quarantaine denken we wellicht onmiddellijk terug aan de recente periode die ons genadeloos opsloot in de eigen woning. Maar datzelfde woord verwijst ook naar het alledaagse veertigtal. En dat is exact waar het werk om draait. Gedurende veertig dagen trok ze in het vissersstadje Larache op zoek naar evenveel mannen die voor haar wilden poseren. Wantrouwen en achterdocht waren de eerste dagen haar deel, maar door te praten over alledaagse zaken slaagde ze erin om het vertrouwen te winnen. Het resultaat toont een lappendeken van kleur, fysionomie en expressiviteit dat de nodige aandacht trok van de buitenwereld. Quarantaine was een van de werken die deel uitmaakten van haar solotentoonstelling Cherchez la Femme in het Bonnefantenmuseum (2015).
Maar dit museum is niet het enige op haar palmares. Nu is het mijn beurt om maar met een vraag te overvallen. Hoe trok ze de aandacht van de verschillende locaties waar haar werk getoond werd? “Op het juiste moment op de juiste plek en mijn kansen gegrepen?” De vragende manier waarop het antwoord geponeerd wordt, doet vermoeden dat het antwoord niet volledig is. Een beetje later vult Aline aan. “De thema’s in mijn werk zijn heel menselijk, en zoals Stijn Huijts (algemeen en artistiek directeur Bonnefantenmuseum) zei is het lijden altijd aanwezig. Verstrengel dit met een lust for life, trots en de kracht tot overleven. Mensen herkennen zich in mijn werk. Dat is ook wat mij drijft in de kunst: dat je een levensgevoel, de onderlaag onder het dagelijks leven, het onbespreekbare, kunt delen en communiceren. Daarnaast ben ik altijd op zoek geweest naar een ander vrouwbeeld, een ander recept om mens te zijn, dan wat ons vanuit onze cultuur wordt opgedrongen. Dat uit zich in mijn werk in beelden van vrouwen die niet bezig zijn aan verwachtingen te voldoen, die plaats innemen , zich niet in het machtsveld van een ander bevinden.”
Later op de avond neemt auteur Hafid Bouazza me in zijn essay De Marokkaanse lichamen van Aline Thomassen uit het boek ‘The wound is the place where the light enters you’ mee doorheen de oude medina van Laracha. Hij omschrijft haar oeuvre als van een wrede tederheid. Ik vraag me af of hij er ook een stormachtige stilte in gezien zou hebben en laat me meevoeren door Morpheus naar het dorp waarover ik even daarvoor las.