In Frank Taal Galerie in Rotterdam zijn tot en met 4 maart twee tentoonstellingen te zien: een solo van de Amerikaanse kunstenaar Stephen J Shanabrook en een groepstentoonstelling met werk van maar liefst twintig kunstenaars.
De conceptuele Amerikaanse kunstenaar Stephen J. Shanabrook rondde na zijn opleiding aan de Syracuse University nog een residentie af aan de Ateliers in Amsterdam. Hij verdeelde zijn tijd de afgelopen jaren tussen Nederland, Rusland en de Verenigde Staten: sterk uiteenlopende culturen. Je zou kunnen stellen dat de kunstenaar geen alledaagse jeugd had: hij groeide op als de zoon van een verloskundige en een lijkschouwer en had een bijbaantje in de chocoladefabriek in het kleine stadje in Ohio waar hij opgroeide.
Shanabrook zoekt in zijn praktijk graag grenzen op. Hij werkt veel met onconventionele materialen als chocolade en suikerspinmachines, maar ook met kadavers van dieren, gevonden materialen en afval. De kunstenaar wil daarmee in veel gevallen iets zeggen over grotere thema’s als religie, geweld, verslaving, het wapenprobleem, de toxiciteit van de mode-industrie en religie. Zo maakte hij voor een van zijn eerdere reeksen chocolade afgietsels van de fatale wonden van anonieme doden in Russische mortuaria, waaronder onder meer een zelfmoordterrorist. Voor een andere reeks smolt hij pillendoosjes van zware medicijnen om tot paaskonijntjes. Zowel het materiaal als de vorm van het eindproduct roepen een bepaalde mate van geluk op, de maker probeert hiermee iets te zeggen over hoe beiden tegelijkertijd ook grotere problemen symboliseren: van verslaving aan (vaak veel te zware) voorgeschreven medicijnen tot religie en kapitalisme. Voor ‘Assaulted Landscape with Splattered Rivers and No Place to Hide’ sloot Shanabrook zichzelf enkele uren op in een plexiglas kubus met een actief paintballmachine met vijfduizend verfkogels, die werd afgevuurd op de toeschouwers, hoewel beschermd door het plexiglas.
In de tentoonstelling in Frank Taal Galerie toont Shanabrook zijn nieuwste reeks ‘Trash Flowers’ waarvoor hij materialen delfde uit afvalcontainers in Rusland en Amerika. De achtergrond van de werken wordt opgemaakt uit gevonden sintra, een materiaal dat veel wordt gebruikt voor reclamefoto’s, aangevuld met de overblijfselen van zijden bloemen nadat de zijde verwijderd is. De verbeelde bloemen staan in schril contrast met de donkere werkelijkheid die schuilt achter de manieren waarop we met afval — en in het verlengde daarvan: de planeet en the global south — om gaan.
De kunstenaar wordt hierin onder meer geïnspireerd door de invloedrijke arte povera van de jaren zestig en zeventig, een oorspronkelijk Italiaanse kunststroming waarin kunstenaars zich onder andere verzetten tegen de vercommercialisering van de kunstwereld. Enerzijds werden er materialen gekozen die geen financiële waarde vertegenwoordigden — zoals aarde of twijgjes — en anderzijds was de vaak vergankelijke of immateriële kunst van deze makers soms lastig te verhandelen als commercieel product. Ook het technische experiment speelt een belangrijke rol in zijn praktijk.
Het werk van Shanabrook werd wereldwijd tentoongesteld, van het City Museum of Ljubljana tot Musee d’art et d’histoire in Neuchatel. Samen met Veronika Georgieva maakte hij onder meer advertentiecampagnes voor Artsen zonder Grenzen en Comme des Garçons.