Tot en met 11 februari kun je in Annet Gelink Gallery in Amsterdam een buitengewone video-installatie bekijken van de Israëlische kunstenaar Yael Bartana.
In de film ’Two Minutes to Midnight’ (2021) (47 minuten) zien we hoe een volledig uit vrouwen bestaande regering van een machtig, fictief land, vergadert in een zogenaamde peace room. Ze staan voor een probleem: terwijl zij zich inzetten voor eenzijdige ontwapening en een vreedzamere wereld moeten ze dealen met een zelfingenomen, snel afgeleide en onsamenhangende mannelijke president van een vijandige natie die onlangs een nucleaire aanval heeft afgekondigd: Arnold Twitler. Het kost weinig moeilijk om hierin een parallel te zien met een recente Amerikaanse president met een zekere bewijsdrift. De Doomsday klok aan de muur toont de tijd: twee minuten voor middernacht. De vijf acteurs aan tafel worden na een tijdje vergezeld door een panel aan experts: wetenschappers, politici, soldaten, defensieadviseurs, advocaten en activisten die ook in het echte leven deze rol vervullen. Samen zoeken ze naar een snelle oplossing om een catastrofe te voorkomen. Gaan ze deels mee in de mannelijke logica of nemen ze er radicaal afstand van? Hoe langer het gesprek duurt, hoe complexer de overwegingen worden. Op de achtergrond klikt de klok door en wordt de situatie steeds urgenter.
Het resulterende gesprek is spannend en dynamisch, mede omdat de mensen in beeld bestaan uit een combinatie van acteurs en experts, die deels werken met gescript materiaal en deels improviseren. Het speculatieve rollenspel van Bartana werd oorspronkelijk uitgebracht als experimentele theatervoorstelling onder de naam ‘What if Women Ruled the World?’, een centrale vraag die wordt opgeroepen in de discussie. Opnames in Aarhus en Berlijn vormen samen de film, aangevuld met elementen uit ‘Bury Our Weapons, Not Our Bodies’, dat werd opgenomen in Philadelphia. ’Two Minutes to Midnight’ vormt daarmee het laatste deel van Bartana's transdisciplinaire serie ‘What if Women Ruled the World?’.
Wie bekend is met het werk van Stanley Kubrick zal in de structuur van Bartana’s werk ongetwijfeld de verwijzing zien naar de beroemde film van de Amerikaanse regisseur: Dr. Strangelove or: How I Learned to Stop Worrying and Love the Bomb. Die film werd uitgebracht in 1964, tijdens het hoogtepunt van de Koude Oorlog, en Kubrick wist hierin op satirische en humoristische wijze een plek te geven aan de angst en paranoia van de tijd. Bartana’s werk bevat regelmatig referenties naar de politieke en filmgeschiedenis en in deze film biedt ze een gespiegelde variant van het werk van Kubrick waarin niet mannen, maar vrouwen de discussie leiden. In een peace room, in plaats van een war room vol macho, heetgebakerde mannen. Onderwerpen als oorlog, geopolitiek, veiligheid, klimaatopwarming en ongelijkheid vormen een belangrijke rode draad in de discussie.
Sinds het verschijnen van de film in 2021 heeft het verhaal een nieuwe context gekregen door de oorlog in Oekraïne — en een heropleving van de nucleaire dreiging. De antagonist, president Twitler, zou in deze tijd ook kunnen verwijzen naar Poetin. We leven sowieso in een tijd waarin steeds meer toxic mannen machtsposities vervullen: dominante, reactionaire figuren met autocratische, dictatoriale en/of fascistische — of op zijn minst extreemrechtse — trekjes. Types als Trump en Bolsonaro, die hun democratische verlies weigeren te accepteren en hun volgers vervolgens aansporen om overheidsgebouwen te bestormen. Is het tijd voor een systeemhervorming? En wie zet de eerste stap? Als kijker heb je na het zien van deze film genoeg om over na te denken.
De film was eerder te zien op verschillende filmfestivals, waaronder CPH:DOX, docaviv en IDFA. Bartana gaat in haar werk dieper in op thema’s als ontheemding, nationalisme, herinnering, trauma en (nationale) identiteit. Video en performance spelen een belangrijke rol in haar praktijk, die gekenmerkt wordt door poëzie, symboliek en de toevoeging van verschillende lagen. Vaak is daarin een interactieve rol gereserveerd voor de kijker. Haar werk werd onder meer tentoongesteld in het MoMA, Tate Modern en het Centre Pompidou en in 2011 vertegenwoordigde ze Polen op de Biënnale van Venetië.