In Upstream Gallery in Amsterdam is tot en met 17 december een solotentoonstelling te zien van Alicia Framis. De Spaanse multidisciplinaire kunstenaar werkt in combinaties van architectuur, design, activisme, mode en performance. Vrouwenrechten en de (ongelijke) maatschappelijke positie van vrouwen zijn terugkerende onderwerpen in haar werk, in veel gevallen benaderd vanuit de actualiteit. Framis legt daarbij bepaalde structuren in onze samenleving bloot en benadrukt het feit dat de publieke en private sfeer voor vrouwen vaak in elkaar overlopen.
De werken van de Spaanse kunstenaar hebben niet zelden een activistisch randje. Zo maakte ze eerder haar beroemde ‘LifeDresses’, een reeks van negen jurken van speciale hightech airbagstof uit Japan. Het materiaal, dat niet eerder werd gebruikt voor een jurk, blaast op als een fysieke buffer bij ongewenste intimiteiten. Het wordt voor omstanders dan meteen duidelijk dat de drager wordt aangeraakt, lastiggevallen. De jurken waren in 2019 te zien op Art Basel, waar ze werden uitgelicht door ArtNews als één van de zes beste aanwezige werken. Het jaar daarvoor toonde Framis er haar werk (en de performance) ’Is My Body Public?’, een installatie waarbij vrouwen werden gehuld in doorschijnende doeken met daarop in vijftien verschillende talen de geborduurde tekst: Is My Body Public?.
Maar de kunstenaar was de actualiteit altijd al ver voor: ruim voor MeToo en een publieke dialoog over grensoverschrijdend gedrag toonde Framis al haar ANTI_DOG collectie, toen ze Nederland in 2003 vertegenwoordigde op de Biënnale van Venetië. Deze jurken en andere kledingstukken zijn gemaakt van Twaron, een materiaal dat beschermt tegen vuur, kogels en hondenbeten. Framis maakte de kledingstukken in het bijzonder voor vrouwen van kleur, die destijds in Berlijn werden aangevallen door de honden van white supremacists.
In de tentoonstelling in Upstream Gallery toont Framis onder andere het werk ‘Once Upon a Time There Was a Woman (Paleolithic)’ (2022). Framis werpt hier variaties op van klassieke symbolen voor vrouwen, zoals de Venus van Willendorf, geplaatst onder een gespiegeld glazen plafond. Ze verwijst hierbij naar relatief nieuwe wetenschappelijke vakgebieden als genderarcheologie, die onze materiële cultuur bestuderen om daarmee iets te kunnen zeggen over genderverhoudingen — een sociaal construct — in de (pre)historie. Vrouwen hebben namelijk wel degelijk een belangrijke rol gehad in de geschiedenis, denk alleen al aan alle wetenschappelijke uitvindingen die door vrouwen gedaan zijn maar pas veel later als zodanig erkend zijn, zoals in het geval van Rosalind Franklin, de ontdekker van het DNA.
In het videowerk ‘The Walking Ceiling’ (2018) zien we nog een verwijzing naar het glazen plafond, deze keer nog letterlijker: we zien hierin hoe een groep professionele vrouwen samen een glazen plaat draagt op hun hoofden, dwars door de stad Madrid. In het onderzoeksproject ‘Sistershoop’, dat de tentoonstelling haar naam geeft, gaat Framis dieper in op de relatieve onzichtbaarheid van de vrouwensport en de ongelijkheid die daaraan ten grondslag ligt. In de expositieruimte zie je negen sportshirts waarvan de individuele letters samen de woorden SAFE SPACE vormen.
Je ziet in de expositie ook een reeks fluorescerende schilderijen die Framis maakte met de tape die gewoonlijk wordt gebruikt om vliegtuigpassagiers in een noodgeval de weg te wijzen in het donker. Ze gebruikt het materiaal om iets te zeggen over slapeloosheid, in veel gevallen een fysieke uiting van sluimerende angst en onzekerheid. De kunstenaar nodigt je uit om je angsten hier achter te laten, ‘Leave here your fears’. Naast haar werk over vrouwen maakte Framis namelijk ook talloze kunstwerken waarin universele menselijke problemen centraal staan, zoals eenzaamheid, verlangen en rouw. Ze maakte daarnaast ook onder meer kunst over mensenhandel in kinderen en een gecompliceerde relatie met een nationale geschiedenis — in werken waarin ze verwijst naar Guantanamo Bay of Mussolini.
De kunstenaar studeerde beeldende kunst aan de universiteit van Barcelona en aan de Beaux-Arts de Paris, gevolgd door een master aan het Institut des Hautes Etudes in Parijs en een residentie aan de Rijksakademie van beeldende Kunsten in Amsterdam. Framis doceerde onder meer aan de TU Delft, het Sandberg Instituut (waar ze programmadirecteur is van een masterprogramma) en ArtEZ. Ze woonde onder andere in Barcelona, Parijs, Shanghai en Amsterdam.
Het werk van Framis is veelvuldig tentoongesteld, onder meer in Centre Pompidou en het Palais de Tokyo in Parijs en tijdens Performa 09 New York en Manifesta 2 Luxemburg. Je vindt haar werk onder meer in de collecties van het Hirshhorn Museum in Washington, het Stedelijk Museum, Museum Boijmans van Beuningen, MUSAC de Castilla y Léon, El Museo del Barrio New York, The National Museum of Modern Art Kyoto, de Rabobank, Collection FRAC in Frankrijk en het Ullens Center for Contemporary Art Beijing. De kunstenaar sleepte tijdens haar carrière onder meer een Prix Lleida Contemporary Art en een Prix de Rome in de wacht.