Op Unseen presenteert Sander Coers zijn nieuwe serie Blue Mood (Al Mar). De serie is het vervolg op het bejubelde Come Home, waarmee hij vorig jaar de RM Photo Award won. Sander Coers verkent in zijn werk wat het betekent om een jonge man te zijn door zijn vrienden te volgen in hun vrije tijd in Zeeland, waar hij opgroeide, en tijdens zomers aan de Spaanse stranden. Waar de serie Come Home een intiem coming-of-age verhaal was, gaat Blue Mood (Al Mar) over het loslaten van de jeugd en de angst om volwassen te worden.
Voor Come Home volgde Coers vijf vrienden gedurende een jaar. Ze zijn allemaal rond de twintig en worstelen met de vraag wat het betekent om man te zijn. En dan vooral wat het betekent om op te groeien als man in een kleine gemeenschap met bepaalde opvattingen over mannelijkheid. Zo documenteert Coers onder meer de Werdegang van zijn neef Jens die uit de kast komt en van een onzekere jongen gaandeweg verandert een zelfverzekerde man. Coers snijdt hier levensvragen aan die zich niet eenvoudig in beelden laten vangen, maar door Coers nostalgische en filmische beeldtaal snap je wel vrijwel direct waar het werk over gaat.
Sander Coers (NL, 1997) studeerde in 2021 af aan de Willem de Kooning Academie en won datzelfde jaar met de serie Come Home de RM Photo Award. Deze fotografieprijs wordt uitgereikt tijdens de jaarlijkse Best of Graduates tentoonstelling bij Galerie Ron Mandos. Aan de prijs is een presentatie verbonden op de komende editie van Unseen.
Dat Coers’ werk opviel en vrijwel direct werd omarmd door kenners en verzamelaars is te begrijpen. Het komt niet vaak voor dat iemand van die leeftijd op zo’n volwassen en poëtische manier een zeer intiem en kwetsbaar onderwerp weet aan te roeren. Een van de mensen die meteen gegrepen werd door de serie was galeriehouder Ron Mandos: “Toen ik Sanders foto's zag, werd ik daar meteen warm van. Het onderwerp sprak me ook persoonlijk aan, maar ik vond vooral de manier van registreren heel bijzonder. Je zit echt op de lip van die jongens.”
Een visueel essay
Come Home laat zich het best omschrijven als een nostalgisch visueel essay waarin een Spaanse badplaats het zesde karakter vormt. Naast portretten van de vijf jongens –waarop hun gezichten vaak maar ten dele zichtbaar zijn – wordt het verhaal verteld door ogenschijnlijk banale taferelen als een duik van een rots, een badlaken op het zand met een half flesje bier, een stopbord in de bakkende zon of een rozerood huisje. Ze functioneren als een short cut naar ons collectieve geheugen en de associaties die we met dit soort plekken en strandvakanties hebben. Hierdoor is Come Home weliswaar een particulier en intiem document, maar het vertelt ook een universeel verhaal.
Coers werkt het liefst op warme plekken, omdat hij het soort romantiek die hij zoekt daar kan vastleggen. En dat werkt. Door de verzadigde kleuren word je niet alleen bevangen door de hitte, maar lijken de opnamen ook ouder dan ze zijn, alsof ze al jaren in een fotoalbum zitten. Die dromerige, filmische beeldtaal is misschien wel het meest opvallende element van Coers’ werk, en is in zekere zin atypisch voor Nederlandse makers die zich vaak bedienen van een directere stijl. “Het zijn een soort van vluchtige dingen die ik in m'n hoofd heb hangen, de geuren die je rook wanneer je het strand op liep vroeger in Spanje. Dat wil ik dan vertalen naar een beeld, en dan komt daar automatisch iets superversterkts uit, iets extra kleurrijks of iets waar ik een warm gevoel bij krijg. Ik wil de kijker gewoon meenemen in die soort koortsdroom.”
Opvallend genoeg noemt Coers dan ook niet meteen een aantal fotografen, maar films en muziek als bron van inspiratie. Films die bovendien thematisch verwant zijn als The Dreamers van Bernardo Bertolucci, The Talented Mr. Ripley, maar ook een duidelijke invloed is Call Me By Your Name. “De meeste inspiratie komt denk ik van muziek, vrienden en de natuur, maar ik ben ook beïnvloed door fotografen als Harley Weir en Robert Mapplethorpe.”
Stil, zwijgzaam en sterk
De vraag wat het betekent om man te zijn, hield Coers al enige tijd bezig voordat hij aan Come Home begon te werken. “Het was best wel vaak een issue dat ik niet kon praten over hoe ik me voelde. Ik was stil en sloot me af en ik merkte dat veel jongens om mij heen dat deden. Waarom doe ik dat? Waarom doen we dat? Dat was het startpunt van het project. Waarom worden we geacht stil, zwijgzaam en sterk te zijn?”
Coers groeide op in het Zeeuws-Vlaamse Terneuzen en begon op zijn 18e te fotograferen met een analoge camera. Een half jaar later werd hij toegelaten op de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Hij fotografeert zelden zijn huidige woonplaats, maar altijd op plekken uit zijn verleden. “Het is het cliché van zo'n klein dorp, maar iedereen is daar een beetje hetzelfde en daar wil je je dan bij aansluiten. Als je dan naar de grote stad verhuist, is niemand hetzelfde en wil iedereen een individu zijn. Dat is fijn, maar ook eng, dus ik ging vaak terug naar mijn ouders waardoor elementen uit Terneuzen steeds vaker een rol begonnen te spelen in mijn fotografie. Ik wilde er zo graag weg, maar nu wil ik eigenlijk weer terug en dat wat ik vroeger had herbeleven.”
Blue mood (Al Mar)
Op Unseen is de nieuwe serie Blue Mood (Al Mar) te zien. Coers noemt het een vervolg op Come Home, omdat in Blue Mood (Al Mar) dezelfde groep vrienden figureert. En ook deze serie is een visueel essay dat zich deels afspeelt in een dorpje aan de Spaanse kust, maar waar Come Home ging over het emotionele aspect van opgroeien in een klein dorp, gaat Blue Mood over de angst om volwassen te worden. “De angst om volwassen te worden is iets waar ik veel mee bezig ben. Daarom ga ik terug naar herinneringen van vroeger en leg die op een nostalgische manier vast, waarbij alle negativiteit eruit gefilterd is en alleen de positieve dingen achter zijn gebleven.”
Blue Mood is een artistieke bekentenis van Coers, die naar eigen zeggen nooit gefascineerd is door het heden: “ik ben altijd bezig met wat hierna komt of wat hieraan voorafging. Ik denk: ‘toen was misschien alles beter, toen kon alles nog’. En dan wil ik die zorgeloosheid herbeleven, en dus ga ik dat recreëren in beelden.”
Wat zijn toekomst als kunstenaar gaat brengen, weet Coers nog niet. Hij onderzoekt op dit moment op wat voor manier hij materialen kan gebruiken die de eigenschappen van een herinnering kunnen nabootsen. “Ik ben benieuwd hoe mijn werk gaat groeien. Ik werk nu aan een nieuwe serie portretten waaronder zelfportretten waarbij ik een nieuw soort mannelijkheid wil verbeelden, één die kwetsbaar of fluïde is. Door stereotypische mannelijke en vrouwelijke symboliek te combineren wil ik de representatie van mannelijkheid onderzoeken. Deze portretten wil ik bijvoorbeeld beplakken met droogbloemen, waardoor het werk niet alleen fotografie is, maar ook iets sculpturaals heeft.”