Hoe ziet het ideale atelier eruit? Hoeveel tijd spendeert een kunstenaar in zijn atelier? Is het een heilige plek? In de reeks ‘Het atelier’ deze week: Koen Delaere, van wie tot 27 augustus de expositie ‘390 Degrees of Stimulated Stereo’ te zien is bij Galerie Gerhard Hofland.
Gaat u iedere dag naar uw atelier?
Ik werk vrij projectmatig aan series schilderijen. Er zijn dus periodes dat ik elke dag in mijn atelier ben en periodes dat ik er weinig ben. Ik ben redelijk obsessief, dus zo houd ik balans en heb ik ook tijd om veel te lezen, te reizen en onderzoek te doen. Maar ik hanteer geen strikte regels; er zijn ook periodes dat ik elke dag even in mijn atelier ben. Het hangt ook erg af van tentoonstellingen die voorbereid moeten worden, werken die transport klaar gemaakt moeten worden. Ik ben nu een tentoonstelling aan het voorbereiden voor Fox Jensen McCrory Gallery in Nieuw Zeeland. Het werk is af en moet nu in kisten voor transport. En ik heb werk in voorbereiding voor een expositie in Japan. Die praktische zaken bepalen soms ook het ritme.
Hoe laat vertrekt u naar uw atelier, en hoe: te voet, per fiets, openbaar vervoer of auto?
Mijn werkdag begint om 08.30 en ik ga het liefst te voet naar mijn atelier. Afhankelijk van welke route ik neem loop ik vijfentwintig tot vijfenveertig minuten. Mijn atelier is aan de andere kant van het centrum van Tilburg.
Houdt u vast aan bepaalde rituelen in uw atelier? Muziek of juist stilte?
Muziek is belangrijk om in de mood te komen. Dat begint al thuis bij het ontbijt: ik luister de laatste tijd veel naar Bill Orcutt (‘Odds Against Tomorrow’ en ‘Made out of Sound’) en bands als 75 Dollar Bill, en dan met name de lp’s ‘I Was Real’ en ‘Wood/Metal/Plastic/Pattern/Rhythm/Rock’. In het atelier luister ik de laatste tijd veel oude Sonic Youth platen, vooral ‘Bad Moon Rising’ en ‘Day Dream Nation’, en naar Fennesz, de platen ‘Agora’ en de ‘Mahler remixes’. Tijdens het werk heb ik meestal muziek aan staan, maar het is niet per se nodig als ik in de goede flow zit, dan hoor ik het toch niet. Muziek sluit de andere geluiden uit en werkt ook als klok. Als ik een bepaalde playlist of cd een aantal keren heb gehoord, weet ik hoe lang ik al aan het werk ben.
Ik werk altijd ’s ochtends in het atelier, daarna check ik mail, doe ik andere dingen. ’s Ochtends is mijn concentratie het hoogst: ontbijt, geen radio, geen krant of internet, half uur lopen en gelijk beginnen is het beste.
Hoe belangrijk is licht voor u?
Ik heb een lichtstraat in het atelier en werk met daglicht. Het houdt mijn energie hoger, is mijn ervaring. Ik had hiervoor een groot atelier; een voormalige jongerencentrum met een bar erin, waar ik ook bands heb laten optreden. Dat was een erg donker atelier, dus daar werkte ik bij TL licht. Elektrisch licht knippert met een bepaalde frequentie; de hersenen compenseren dat, zodat je dat niet ziet, maar je merkt het volgens mij wel, ik geef daarom de voorkeur aan daglicht maar het is niet bepalend.
Hoe gaat u te werk? Begint het werk pas op het moment dat u uw atelier betreedt of gaat het werk altijd en overal door?
Het gaat door in mijn hoofd, maar het is uiteraard in het atelier waar het echt gebeurt. Ik wil in het moment zijn, in het werk zelf, en zien waar dat naar toe kan gaan; impulsiviteit, improviseren, intuïtie en niet exact weten wat er gaat gebeuren is veel belangrijker, en dat wil ik maximaal uitbuiten tijdens het werk. Maar er gaat uiteraard van alles aan vooraf. Ik bepaal wel een koers, bedenk een structuur die ik volg, doe van te voren veel onderzoek, inhoudelijk en materieel, bepaal de formaten etc.
Hoeveel tijd spendeert u gemiddeld per dag in uw atelier?
Dat ligt tussen de 25 en 50 uur per week.
Is het atelier een heilige plek?
Het is vooral een praktische plek waar de dingen die ik wil doen ook kunnen gebeuren. Het is een voorwaarde om werk uit te voeren. Ik heb op verschillende plekken tijdelijke ateliers en residencies gehad –in LA, NY, Curaçao, Sao Paulo – en met de juiste concentratie en mindset kan ik overal werken.
Ontvangt u er bezoek, van verzamelaars, curatoren of collega-kunstenaars?
Over het algemeen ontvang ik weinig bezoek, pas als het werk echt af is vind ik het interessant om mensen uit te nodigen. De laatste jaren zijn atelierbezoeken vaak digitaal vanwege internationale exposities en ook door COVID. Ik heb wel een paar goede vrienden die regelmatig langskomen, maar dat doe ik pas als ik zelf 100% overtuigd ben van het resultaat. Alle twijfels en onzekerheden wil ik zelf oplossen, en heb daarin liever geen invloed van buitenaf.
Wat is het mooiste atelier dat u ooit heeft gezien?
Jeroen Doorenweerd heeft net zelf een mooi atelier gebouwd en ik was een paar weken terug bij Marc Mulders, die ook een mooi atelier geeft – beiden hebben ze een prachtige grote tuin bij hun atelier.
Het atelier van Jackson Pollock heb ik bezocht, ook hij had een mooie plek buiten. Ik denk ook aan afbeeldingen van Edvard Munch op het strand, of in zijn atelier zonder dak. En er is een film over Julian Schnabel die buiten werkt, in een soort gestript huis aan het strand. Zoiets zou ideaal zijn, dat je ook buiten kunt werken.
Mijn atelier voldoet prima om te werken, het ideale atelier bestaat niet. Ik heb een prachtige atelier gehad in Den Helder via het Mondriaan Fonds, een mooie industriële ruimte in een duingebied. Maar daar heb ik eerlijk gezegd niet mijn beste werk gemaakt.
Mijn huidige atelier is een soort cel; geen ramen, 1 deur, een lichtstraat, het werk gaat daar goed. Het ideale atelier is de ruimte in je hoofd, de juiste mindset en motivatie. Misschien is het ideale atelier wel de muziek die ik luister, de ruimtelijkheid, de energie en de fysieke motivatie die ik daarin vind.
Hoe ziet het ideale atelier eruit?
Een paar jaar geleden heb ik op uitnodiging van Lorenzo Benedetti een project gedaan in de Vleeshal in Middelburg. Het museum was een week lang atelier en leefruimte; we hebben daar gekookt – oesters die we zelf net uit zee gehaald hadden – en met vrienden gegeten, ’s avonds traden er bands op en waren er filmavonden. We deden daar yoga en gingen naar zee om te zwemmen. Na die week was er de tentoonstelling, met gemaakte werken. Benedetti vergeleek het met het schilderij ‘L’Atelier du peintre’ van Gustave Courbet, en ik moest zelf erg denken aan het schilderij ‘St Jerome in His Study’ van de Renaissance schilder Antonello da Messini. St Jerome zit daar in zijn studio en een leeuw loopt naar binnen. Hij trekt een doorn uit zijn poot. Wellicht is dat het ideale atelier: waar een leeuw naar binnen kan lopen.