‘Heaven is a place where nothing ever happens zongen de Talking Heads. Maar als er in het paradijs nooit iets gebeurt, is het er dan wel leuk? vroeg ik me af.De tentoonstelling 'Paradys' zoekt antwoorden op deze vraag.’Hans Den Hartog Jager
Kunstcriticus, schrijver en curator Hans den Hartog Jager (Herveld, 1968) behoeft eigenlijk geen introductie want wie kent hem niet? Hij is een van de weinige kunstcritici die pijnpunten in de kunst durft aan te kaarten en een duidelijk standpunt niet schuwt. Hij publiceerde meer dan tien boeken, zowel monografische publicaties als essays, over de rol van kunst, werkt als kunstcriticus en schrijver voor NRC, Artforum en AVRO Kunstuur en sinds een decennium stelt hij ook tentoonstellingen samen. Voor Museum de Fundatie in Zwolle maakte hij verschillende thematische tentoonstellingen zoals Meer licht (2010), Meer macht (2014), Zie de Mens (2016) en Vrijheid (2019). En in 2020 was hij artistiek leider van de tentoonstelling Into Nature in Drenthe. De stap naar Paradys lijkt daarom niet meer dan een logische. Ik vroeg hem naar de achtergronden en uitdagingen bij de totstandkoming van deze unieke tentoonstelling.
MK Ik heb de tentoonstelling bezocht en realiseerde me hoeveel werk het moet zijn geweest om zoiets te organiseren?
HdHJ Ja, vijftien werken buiten plaatsen en het hele proces er omheen was best pittig. Maar het resultaat mag er zijn, zeg ik in alle bescheidenheid.
MK Hoe was het om in de open ruimte, in zo’n immens woud met historische gebouwen en een nogal beladen geschiedenis een tentoonstelling te maken?
HdHJ Het is natuurlijk iets heel anders dan een tentoonstelling maken in een white cube. Zo’n historisch beladen plek, midden in een woud, vraagt om een heel andere benadering. Een mooi voorbeeld daarvan is Charles Avery. Zijn oeuvre draait om het fictieve eiland The Islanders dat - niet alleen als fysieke, maar ook als mentale ruimte - naadloos aansluit bij een plek als Oranjewoud waar de kunstenaar zijn eigen fictieve paradijs heeft kunnen creëren. In een sprookjesachtige setting neemt Avery ons mee naar het Islanders-personage ‘The Hunter’, tevens de leidraad van zijn eerste boek. De wereld die hij tekent en schildert en de monsters en figuren die daarin ronddolen - waaronder dus een androgyne jager - komen alleen tot leven in de echte wereld. Daarom hebben we speciaal voor hem een jagerswoning gehuurd - inclusief de tuin eromheen - waar aan de hand van een twintigtal werken al zijn verhalen en ideeën tot hun recht komen. Bij aankomst in de tuin zie je meteen een gigantisch, spiegelend cijfer ‘2’ twee en het beeld ‘Duculi’: een monster zonder kop maar met twee achterwerken. Een werk over wiskundige principes en filosofische aan- en afwezigheid waarvan je ook kunt genieten zonder de verbeeldingskracht en kennis van de kunstenaar.
MK Je zei dat je van begin af aan wist dat je Erik van Lieshout wilde vragen aan ‘Paradys’ mee te werken. Hoe wist je dat zo zeker?
HdHJ Als Erik op een bepaalde plek werk moet maken gaat hij er zich op de een of andere manier toe verhouden. Nu is Oranjewoud historisch gezien een heel gelaagde plek die ook nog eens te maken heeft met onze koninklijke familie, vandaar de naam Oranjewoud. Het werd in 1676 gesticht door Albertine Agnes van Oranje die tot een zijtak van de koninklijke familie behoorde. Dat gegeven zien we terug in de wijze waarop Erik in de tentoonstelling naar antwoorden zoekt op vragen over macht, het contrast tussen rijk en arm en tussen het paradijs en de hel. Ik zag Erik meteen voor me, rondlopend in het paradijs. Mijn uitnodiging nam hij gelukkig meteen aan. Voor de tentoonstelling vatte hij het plan op om een bloemen mozaïek onder de belvédère toren te plaatsen. Vroeger had ieder grondgebied haar eigen bloemenmozaïek maar ook voor herdenkingen of voor cultureel of toeristisch vermaak werden bloemenmozaïeken gemaakt. Dat bracht Erik op het idee om de geschiedenis van Oranjewoud en de relatie tussen kunst en vermaak in kaart te brengen in een bloemenmozaïek. Het probleem was alleen dat niemand in Oranjewoud dat bloemenmozaïek wilde hebben. Eerst vroeg hij toestemming aan de eigenaren van de weilanden onder de toren, maar daar kreeg hij nul op rekest. Vervolgens ging hij naar een chique, moderne woonwijk met van die mooie graswallen maar daar wilden ze ze evenmin hebben.
Uiteindelijk belandde hij met zijn mozaïek op het dak van een parkeergarage in een buitenwijk van Heerenveen. Met andere woorden, de rijke wereld van Oranjewoud wilde hem niet waardoor hij noodgedwongen moest uitwijken naar een plek in Heerenveen die oorspronkelijk uit arbeiderswoningen bestond. Hij ontdekte dus dat die scheiding tussen arm en rijk in zekere zin nog steeds bestaat. Zijn video installatie, die het resultaat is van de zoektocht naar een plek voor het mozaïek, gaat in feite over macht. Over de vraag hoe macht zich verhoudt ten opzichte van anderen, van ruimte of van kunst? Prinses Amalia komt regelmatig in de video voor omdat ze in feite symbool staat voor het koninklijke Oranjewoud. Het woord ‘oligarch’ valt ook nogal eens, hetgeen de actualiteit van de film onderstreept. Heel knap hoe hij in deze film historische, lokale, actuele en sociaal-politieke onderwerpen op een humoristische manier heeft weten te vangen.
MK Hoe kwam je eigenlijk tot de keuze van de kunstenaars?
HdHJ Ik wilde allerlei invalshoeken en aspecten van het thema paradijs op verschillende manieren en met verschillende media bij elkaar brengen en die mogelijkheid zag ik in deze combinatie van deze kunstenaars. Enerzijds hebben we natuurlijk te maken met de fysieke plek Oranjewoud maar anderzijds met het abstracte begrip ‘paradijs’. Iedere afzonderlijke kunstenaar zou je kunnen zien als een radertje in een uurwerk en al die radertjes samen geven een compleet beeld van hoe het paradijs zou kunnen zijn. Overigens ga ik er vanuit dat niet iedereen de werken mooi vindt of zich ertoe kan verhouden. Maar ik weet wel zeker dat er voor iedereen een werk tussen zit om verliefd op te worden.
MK Wat is Oranjewoud eigenlijk voor plek?
HdHJ Oranjewoud is ontstaan door drie generaties vrouwen: Albertine Agnes van Nassau, Henriëtte Amalia en Maria Louise die niet alleen het landgoed stichtten maar er ook de natuur naar hun hand zetten. Toen ik dat eenmaal wist moest ik meteen denken aan Diana Scherer die met plantenwortels werkt. Daarmee heeft ze ook weleens een jurk gemaakt en dat bracht mij op het idee om haar te vragen voor elk van de drie vrouwen een jurk te ontwerpen. Deze vrouwen hebben op grond van hun machtspositie de natuur beïnvloed en nu komt diezelfde natuur als het ware symbolisch terug in de jurken die Diana voor ieder van hen maakte en die van een adembenemende schoonheid zijn. Elk 2,5 meter lang, hangen ze in een soort transparante cocons in het bos, op korte afstand van elkaar. Iedere jurk drukt de specifieke karaktertrekken van elk van de drie dames uit. De mooiste vind ik die van Henriëtte Amalia die nogal kwistig was met geld en daarom, in de ogen van Diana, de slang in het paradijs was. Om dat te symboliseren heeft ze in het graspatroon, op de rug van de jurk, een reptiel verwerkt en dat ziet er fantastisch uit.
MK Waren er veel condities die jou en de kunstenaars beperkingen oplegden?
HdHJ Nee, integendeel. Eigenlijk had ik carte blanche. Toen ik door de overkoepelende organisatie Arcadia gevraagd werd artistiek leider van dit project te worden drukten ze me alleen op het hart: ‘Maak het niet te braaf. Zorg dat de bezoekers iets hebben om over na te denken en dat ze op scherp worden gesteld.’ En dat is precies het soort uitdaging waar ik van houd. Mijn levensmotto is namelijk: ‘Maak wat zo moeilijk mogelijk is zo gemakkelijk mogelijk.’ En dat geldt ook voor kunst. Ik geloof oprecht dat als kunst goed is en op de juiste manier wordt gecommuniceerd, het vrijwel iedereen kan aanspreken.
MK Kun je dat toelichten?
HdHJ Paradys is bepaald geen toeristische attractie of commerciële tentoonstelling waarin we het iedereen naar de zin moeten maken. De kunst die we tonen is gelaagd en complex maar heeft tegelijkertijd het vermogen veel bezoekers aan te spreken en te raken. Want alleen dan blijven ze kijken en gaan ze zichzelf vragen stellen in een poging er meer uit te halen. Gelaagde kunst heeft niets afstotends of ingewikkelds mits je het op de juiste manier presenteert en communiceert. Zo hebben we een uitgebreide catalogus gemaakt met veel beeldmateriaal, genoeg ruimte voor de minder bekende kunstenaars en met heldere, toegankelijke teksten van onder andere Thomas Huut en mijzelf.
‘Toen ik door de overkoepelende organisatie Arcadia gevraagd werd artistiek leider van dit project te worden drukten ze me alleen op het hart: ‘Maak het niet te braaf. Zorg dat de mensen kunnen nadenken en dat ze op scherp worden gesteld.’ En dat is precies het soort van uitdaging waar ik van houd.’
Hans Den Hartog Jager
MK Ben je trots op ‘Paradys’?
HdHJ Ja, ik denk dat ik dat best mag zeggen. Maar, en dat zeg ik er meteen bij, dat ligt niet zozeer aan mij als wel aan de kunstenaars. Het is gewoon een internationale topstal die hier te zien is.
MK Hoe kijk je terug op de totstandkoming van deze tentoonstelling?
HdHJ Als een fantastische ervaring. Je moet je weten dat op twee kunstenaars na iedereen nieuw werk heeft gemaakt, speciaal voor deze plek. Het werk van Jakob Kudsk Steensen bijvoorbeeld is een VR-installatie over een uitgestorven vogel die op Hawaï als het ware weer tot leven komt. Hoewel veel mensen beweren geen gevoel te krijgen bij dit medium hoorde ik van verschillende bezoekers én vrijwilligers dat ze geraakt waren door de schoonheid van het werk. Bovendien bevindt het zich ook nog eens in de Ecokathedraal die weliswaar niet erg bekend is bij het publiek maar wel een heel bijzonder bouwsel is. Het is een kunstwerk van Louis Le Roy uit 1970 houdt het midden tussen een ruïne en een bouwplaats. Het is gebaseerd op het oude ideaal van de mens die in balans is met de natuur en gebruik maakt van materialen die voorhanden zijn. Zo gebruikte hij voor zijn bouwsels oude straatstenen die hij gratis van de gemeente kreeg aangeleverd.
Mensen mochten op zijn terrein bouwen maar zonder gebruik van gereedschap of cement. Zodoende werden de stenen op elkaar gestapeld zodat de natuur erdoor heen kon. Het is een spectaculaire constructie waar kunstenaar Alexandra Pirici haar performances houdt met een tiental dansers. In haar werk reflecteert ze op de geschiedenis van plaatsen en instellingen, waarbij ze op een speelse manier bestaande hiërarchische verhoudingen aan de kaak stelt. Zo ook met deze performance ‘Building Blocks’, waarin ze voortbouwt op de Ecokathedraal van Louis Le Roy. Niet met stoeptegels en bakstenen, maar met lichamen en geluid, die als vanzelf uit de omgeving lijken te komen.
MK Heb je nog een tip voor de bezoeker?
HdHJ Realiseer je dat je een hele dag nodig hebt om alles te kunnen zien. Het beste is om er tussen 10:00 en 11:00 uur te zijn zodat je, lopend of met een gehuurde fiets, alles rustig kunt bekijken. Er zijn best veel plekken waar je even op een bankje kunt gaan zitten om alles op je in te laten werken.
MK Hoe wil je dat de mensen de tentoonstelling verlaten?
HdHJ Ik hoop dat ze zullen zeggen: ‘Ik heb een heerlijke dag gehad en ik voel me verrijkt.’
Manuela Klerkx verzorgt zaterdag 6 augustus een rondleiding door Paradys. Arriva zorgt voor gratis vervoer. Je kunt instappen om 09.30 uur in Amsterdam (exacte tijd volgt).
Tickets voor bezoek aan de expo:
15 euro (ter plekke te betalen met Pin) of bestellen online
Inschrijving voor de gratis busreis en de rondleiding (ca 2 uur):
bij Manuela Klerkx via: [email protected]
Lunch: Je kunt lunchen bij Parkhotel Tjaarda tegenover het Paradys-paviljoen maar picknicken is misschien nog leuker.
Tip:
In de middag kun je de tentoonstelling zelf bezoeken of een bezoek brengen aan het prachtige Museum Belvédère dat zich ook in Oranjewoud bevindt.
Voor meer informatie over Paradys klik hier