Er is geen crucifix te zien, toch gaat de groepstentoonstelling Hidden Remains bij Galerie Fontana over de doorwerking van religieuze beeldtaal in het werk van hedendaagse kunstenaars. Wel zijn er 3 manshoge schilderijen van plakken kaas te zien. Het is op eerste gezicht wellicht wat vergezocht, maar wie de plakken op een rij ziet hangen, snapt de referentie naar kerkramen direct.
Gewezen galeriehouder Pieter Dobbelsteen (Cinnnamon, Rotterdam) stelde een tentoonstelling met werken van Eva Spierenburg, Matthew Allen en Robert Roest. De verborgen restanten waar de titel naar verwijst, is de religieuze beeldtaal die zich door de eeuwen heen in ons collectieve geheugen heeft genesteld. Terwijl het christelijke geloof in West-Europa al decennia op zijn retour is, blijkt de beeldtaal in tal van gedaanten op te duiken. Hidden Remains laat zien hoe deze beeldtaal subtiel doorsijpelt in het werk van hedendaagse kunstenaars. Daarvoor is soms enkel een vorm al voldoende, zoals die van iets banaals als een plak kaas.
Schilder Robert Roest (NL, 1992) maakte de serie Casus twee jaar terug. Deze bestaat uit vijf manshoge, hyperrealistisch geschilderde plakken kaas. Bij Fontana hangen er drie tegen de achterwand. Een tafereel dat zowel komisch is als iets sacraals heeft vanwege de ronde bovenkanten van de plakken, maar de kijker vooral in vooral in vertwijfeling brengt. Wie steekt er uren tijd in het schilderen van iets alledaags als een plak kaas? Zit er echt een gezicht in of mis ik misschien een diepere betekenis?
Hoe kwam je op het idee om een serie werken te maken over plakken kaas?
Toen ik nog in Nederland woonde kwam het al eens in keer in me op om de plakken kaas die ik graag eet te schilderen, maar ik was niet overtuigd van het idee. Zit er wel genoeg idee in, vroeg ik me af. Toen ik in de VS woonde, en mijn moeder me, samen met mijn verjaardagscadeau, kaas meegestuurd had kwam het idee weer terug. Een van de plakken had door twee gaten bovenin en een scheur onderin de vorm van een emoticon-achtig gezicht. Ik dacht dat het te stompzinnig is om dat te schilderen, maar toch wilde ik er een maken om te kijken of het toch iets kon worden. De serie gaat niet over het missen van goede oude kaas in de VS, maar dat is wel de aanleiding geweest. Soms is een aanleiding vrij banaal, en dat geeft geloof ik niets.
Op je website beschrijf je de serie tegelijk als karikaturaal en sacraal. Dat karikaturale zullen de meeste kijkers er wel uithalen, maar kan je het sacrale aspect toelichten?
Met name in een groep bij elkaar in een witte ruimte hebben ze iets wat aan sacraliteit doet denken, vind ik. Grote monochrome vlakken kennen we uit formele serieuze minimalistische schilderkunst à la Ellsworth Kelly. Dat soort minimalistisch, sober werk heeft soms ook iets sacraals, nou ja, dat projecteren wij er als toeschouwer op. Dat werk zelf is wat het is, verf en doek. De vorm van de kaas, met zo’n ronde bovenkant, doet me denken aan grafstenen en massief ommuurde ramen uit sobere romaanse kerken.
Je hebt de plakken zeer realistisch geschilderd. Is het moeilijk om een plak kaas realistisch te schilderen?
Ik moet zeggen dat deze werken in korte tijd zijn gemaakt. Er zit niet heel veel uur aan schilderwerk in. Dat komt omdat ik vooral geel en wit, met een paar andere kleuren gebruikte. Ik hoefde mijn kwast bijna niet schoon te maken voor een nieuwe kleur, en dat schiet enorm op. De krassen en scheurtjes in de kaas zijn vrij eenvoudig te maken met een oude slechte kwast. Met weinig gedoe en gepriegel, kon ik snel een overtuigende plak schilderen, daar was ik zelf een beetje verbaast over toen ik merkte dat dat zo makkelijk ging, en toch gewenst effect geeft. Goed geschilderde schilderijen zijn niet zelden vlot geschilderd.
Dat realisme bracht mij als kijker aan het twijfelen: hoe serieus moet ik dit tamelijk alledaagse onderwerp nemen? Is dat iets waar je vaker mee speelt in je werk?
Hoe serieus de toeschouwer deze werken moet nemen? Ik ben blij met elke toeschouwer, en als een toeschouwer dit werk op een goede manier niet serieus neemt, dan drink ik een borrel met hem of haar! Ik probeer in mijn werk plaats te maken voor zowel lichtvoetigheid en baldadigheid als serieusheid en ernst. Beide, en alles wat daartussen zit, zijn aspecten van de menselijke ervaring en ik vind alles aan die menselijke ervaring interessant en de moeite waard. Dat twijfelen van de toeschouwer is waar ik hoop en probeer mee te spelen. Mijn werk gaat over perceptie, illusie, representatie, interpretatie en ik zet graag de kijker op verkeerde benen. Als mensen gaan twijfelen over wat ze zien, als ons oog en onze geest niet direct samenvallen, en we ons oordeel daarom moeten opschorten heb ik wat bereikt en ben ik blij.
De titels van de werken uit de serie verwijzen elk naar een andere manier schilderen/kunststroming terwijl ze allemaal realistisch zijn geschilderd. Kan je uitleggen waarom je dat hebt gedaan?
De verwijzingen naar die stromingen zijn bedoeld als mentale brillen voor de geïnteresseerde toeschouwer om naar het werk te kijken. Hoe wij naar de dingen om ons heen kijken, en vooral interpreteren wordt voor een groot deel bepaald door onze geest en niet door het ding zelf. Het is daarnaast ook een uiting van schatplichtigheid naar de traditie van de (schilder)kunst. Ik sta niet op mijzelf als al dan niet originele kunstenaar, ik bevind me in een visueel en conceptueel taalveld waarvan de grammatica en woordenschat met name gemaakt is vóór mij. Ik probeer die taal zelf stijlvol en betekenisvol te spreken.
Veel van de series vertrekken vanuit jouw fascinatie voor de verhouding tussen digitale media en schilderkunst. Kan je uitleggen waarom die verhouding je interesse heeft?
Ik houd enorm veel, in toenemende mate zelfs, van oude meesters, en de traditie van de schilderkunst, én ik houd van de esthetiek die de digitale wereld met zich meebrengt. Beide esthetica zijn visuele talen die iets kunnen ‘zeggen’ als je die talen beheerst, en als de toeschouwer die ook verstaat. De traditie heeft natuurlijk oude papieren, het is het fundament van onze visuele taal, de digitale visuele taal voegt daar nieuwe beeldtaal aan toe, en voor een brede visuele ‘woordenschat en grammatica’, een rijkdom aan taal wil ik me van beide bedienen, en ze zo nodig combineren.
Vormt de Casus serie een uitzondering op de andere series omdat de aandacht voor digitale media hier ontbreekt?
De kaasserie is min of meer een uitzondering. Je ziet het digitale niet. Het zit er echter wel minimaal in, de kazen die ik schilderde waren in werkelijkheid minder langgerekt. Met de computer heb ik ze langer gemaakt.