De eerste solotentoonstelling van Fleur van Dodewaard bij galerie dudokdegroot heet The Artist in Her Studio, een verwijzing naar de kunsthistorische evergreen The Artist in His Studio. Van Dodewaard rekent af met de dominante blik van mannen binnen de kunstgeschiedenis, maar doet dat zonder opgeheven vinger. De bonte kleuren en de speelse collages maken The Artist in Her Studio vooral een feest voor het oog.
Het is een klein wonder dat Fleur van Dodewaard (NL, 1983) niet veel vaker een solotentoonstelling had in een Nederlandse galerie. Haar werk was namelijk overal ter wereld te zien. Zo had ze een aantal shows in Japan en was haar werk te zien in galeries in Brussel, Rome, Londen en Moskou, maar slechts één keer eerder in Nederland. Voordat ze de Rietveldacademie bezocht, studeerde Van Dodewaard Theaterwetenschappen aan de UvA. Formeel gezien is ze fotografe, maar wel een die uitsluitend zelfgemaakte sculpturen of collages fotografeert. Van Dodewaard beschouwt zichzelf dan ook in de eerste plaats als beeldend kunstenaar.
Zalmroze kartonnen dozen
Voor The Artist in Her Studio maakte ze collages. De hoofdrol in deze serie werken is weggelegd voor grote opengesneden, zalmroze geschilderde kartonnen dozen die telkens een portret van de kunstenares zijn. Hoe vrolijk stemmend de bonte collages ook zijn – naast zalmroze, gebruikt ze onder meer de kleuren grasgroen, citroengeel en helblauw – het onderliggende thema is serieus.
In een interview met Gallery Viewer zegt Van Dodewaard hierover: “The Artist in Her Studio gaat over mijn eigen situatie, als mens, vrouw, kunstenaar, moeder in de wereld. En dat onderwerp van hoe de dingen verdeeld zijn tussen mannen en vrouwen (en andere gender identiteiten) houdt me bezig. Sinds ik moeder ben (sinds bijna 6 jaar) word ik veel directer geconfronteerd met dit thema. Daar ben ik blij om. Ik ben daardoor beter gaan inzien hoe de dingen werken in de wereld, op een heel basaal niveau. En ben me er bewust van dat ik daar een onderdeel van ben en invloed op heb. Tegelijkertijd zoek ik steeds opnieuw naar andere manieren om een beeld te maken. Dit is altijd een spel tussen schilderkunst, sculptuur en fotografie. Op die manier komen verschillende referenties uit mijn eigen leven, de kunstgeschiedenis, de samenleving, terug in het werk.”
The Artist in His Studio
Ook de titel van de show is een referentie. In zijn boek The Artist in His Studio (uit 1960) neemt Alexander Liberman de lezer mee langs de studio’s van onder meer Braque, Chagal, Giacometti, Dubuffet en Leger. Allemaal mannen. De titel geeft het eigenlijk terloops toe; een kunstenaar is een man en die mannen bepalen hoe wij allemaal, vrouwen en mannen, naar kunst kijken en in bredere zin de wereld om ons heen ervaren.
“Een paar jaar geleden ben ik expliciet op zoek gegaan naar vrouwelijke voorbeelden toen ik me realiseerde dat ik vooral veel keek naar het werk van mannelijke kunstenaars. Er zijn ook veel meer mannelijke voorbeelden. Maar die vrouwen zijn er zeker wel, ook historisch, ze moeten alleen zichtbaar gemaakt worden.” Van Dodewaard reageert op deze disbalans door elementen uit verschillende bekende werken uit de kunstgeschiedenis terug te laten keren in nieuwe werken.
Speels en intuïtief
Haar werkwijze is speels en intuïtief: “Voor dit werk koos ik voor karton omdat je dat veel gemakkelijker kunt vormen en ik daardoor iets meer figuur en narratief in kon brengen. Ik werk sowieso graag met materiaal dat er al is, dat ik ergens, in de studio of ergens anders, vind. Die bestaande eigenschappen van het materiaal en het object laat ik mede de uiteindelijke vorm bepalen. Dat vind ik spannend. Zo kom je op dingen die je niet zelf kunt bedenken.”
Van Dodewaard geeft de werken titels waaruit je kan opmaken om welk werk het onder meer gaat, zoals The Artist in the Garden on the Grass with Lemon of Portrait of the Artist as a Young Woman, zonder het werk betreffende te noemen. “Een roze geschilderde kartonnen doos kan een lichaam zijn als je dat wilt. Dat kun je zelf bepalen. Ik vraag me altijd af welke toeschouwer van het werk wat ziet, of wie welke referentie herkent. Maar het maakt niet uit of je die kent of niet. Het is voor mij ook een methode om een geheel nieuw beeld te maken.”
Nietjes, spijkers en tape
Die nieuwe beelden van Dodewaard informeren de kijker ook hoe ze gemaakt zijn.
Overal zie je nietjes, spijkertjes, tape en af en toe een scheur. Ze laat bewust sporen van het maakproces achter, als verwijzing naar de basale vraag die haar altijd bezighoudt: in welke mate is de mens vrij en in staat om zijn of haar leven zelf vorm te geven?
“Net zoals ik me afvraag: wat is het leven en wat zou het kunnen zijn? vraag ik me ook af: wat is een kunstwerk en wat zou het kunnen zijn? Het gaat me daarbij ook weer om helemaal terug te gaan naar dat hele prille begin van iets. En het feit dat je het maakt. Het is een handeling, een proces. Eerst is er niks. En dan is er iets. Daarom gebruik ik ook zulke basale materialen en methoden om iets te maken en laat ik ook sporen van het maakproces zien. Bijvoorbeeld krassen, scheuren, spijkers, tape, etc. Dat is ook het spannende van fotografie.”