Thierry Oussous tweede solotentoonstelling bij Lumen Travo gaat over katoen en dan met name over de betekenis die het heeft voor de vaak vergeten katoenplukkers. Hij verwerkte zijn ervaringen op de plantage Equilibrium Wind in een indringende serie werken op papier.
De Beninse kunstenaar Thierry Oussou vernoemde zijn tentoonstelling naar een katoenplantage in het district Panouignan. Volgens Google Maps is het vanaf de hoofdstad Porto-Novo zo’n 3 uur rijden in noordelijke richting. De in Amsterdam gevestigde kunstenaar werkte enige tijd mee op de plantage en vertaalde zijn ervaring in een serie portretten van de katoenplukkers.
Thierry Oussou (1988) groeide op in Allada, Benin. Daar richtte hij in 2011 Yè Art Studio op en nog altijd geeft hij kunst -en cultuurworkshops aan instellingen in Benin. In zijn werk heeft hij veel aandacht voor beroepen die zich buiten ons blikveld afspelen zoals katoenplukkers, buschauffeurs en machinisten. Werk dat gedaan wordt, maar waar nauwelijks aandacht voor is en min of meer als vaststaand gegeven wordt aangenomen. Oussou was resident van Dokoutin in Brussels in 2014 en aan de Rijksakademie in 2015-16. Zijn werk was onder meer te zien in de Oude Kerk en op de Biënnale van Berlijn (2018) en die van Saõ Paulo (2019).
Sociale Archeologie
Met Equilibrium Wind gaat Oussou door met zijn kenmerkende werkwijze, die hij sociale archeologie noemt. Met zijn schilderijen en tekeninstallaties behandelt hij vragen rond thema’s als authenticiteit en zichtbaarheid in relatie tot erfgoed en archeologie.
Soms doet Oussou dat aan de hand van een etnografisch object. Voor Political Strategy, zijn eerste show bij Lumen Travo (2019-20), was dat het oude en populaire Afrikaanse spel Adji. Een simpel bordspel waarbij degene die aan het einde de meeste zaadjes heeft wint. Oussou had daarbij oog voor de sociale functie die het spel heeft en benadrukte dat het spel een aantal maatschappelijke waarden en economische verhoudingen blootlegt.
Equilibrium Wind
Bij Equilibrium Wind draait om alle betekenissen die aan katoen worden gegeven. Op marco-economisch niveau is het ‘witte goud’ een belangrijk exportproduct waarop de economie van een aantal Afrikaanse landen drijft. Het cultiveren van katoen staat dan ook hoog op de agenda in debatten over armoedebestrijding, duurzame economische ontwikkeling. Echter, op micro-economisch of persoonlijk niveau is het geen exportproduct of grondstof, maar staat katoen voor waardigheid, inkomsten en de kans op een beter bestaan.
Het is juist die laatste betekenis die in het Westen vaak over het hoofd wordt gezien; al was het maar omdat katoenplantages ons herinneren aan ons koloniale verleden. Mede om die reden stelt Oussou de plantagewerkers centraal in de werken uitgevoerd op de grote vellen zwart papier. De verwrongen figuren met de typerende maskerachtige gezichten – ze lijken met een aansteker te zijn bewerkt - zweven vrijelijk tegen de zwarte achtergrond.
Voorbeeld van een masker
Door de druppels, vlekken, krassen strepen en kalligrafie zijn de voorstellingen levendig; de bewegingen die de figuren verwijzen dan ook naar het die fysieke arbeid die op de plantages plaatsvindt.
White Gold
Door te wijzen op werk dat wij over het hoofd zien, wijst Oussou ons subtiel op ons consumentisme en de globalisering die daaraan vaak ten grondslag ligt. Wij weten precies wat er te koop is, maar hebben geen idee hoe en waar iets gemaakt wordt. Het gebrek aan kennis over het productieproces van katoen betekent ook dat het besef ontbreekt dat de afstand tot katoenplantages in overdrachtelijke zin kleiner is dan wordt aangenomen.
Om die afstand weg te nemen en onze afhankelijkheid van de plantagewerkers te onderstrepen, zette Oussou in de galerie houten kistjes met bolletjes katoen van de Equilibrium Wind plantage neer. Katoen als etnografisch object – een wereldwijd verspreide gemene deler. Eentje waardoor iedere kijker direct snapt wie er op Oussous werken staan en waarom ze belangrijk zijn.