Heeft u kunst van huis uit meegekregen?
Eigenlijk niet. Ik heb wel een fijne introductie gekregen in de esthetica tijdens mijn middelbare schoolcarrière bij de Jezuïeten van het Xaverius college. Een aantal leerkrachten heeft mij daar weten te inspireren om aandacht te hebben voor cultuur.
Hoe bent u in aanraking gekomen met de kunstwereld?
De klik is er eigenlijk gekomen in 1988, toen ik op 18-jarige leeftijd het ouderlijk appartement van een vriend bezocht, gelegen op de bovenste verdieping van een van die grote appartementsgebouwen op Linkeroever. Zijn vader was kunsthandelaar en – blijkbaar – nog familie van Paul Delvaux. In zijn kantoor stond een levensgrote machine van Jean Tinguely. Links en rechts van het salon stonden onder plexi stofkappen twee ‘Aeromodeler maquettes’ van Panamarenko. Aan de schouw hing een kleine, originele ‘Mao’ van Andy Warhol als een soort modern icoon. Zoonlief verkocht wat grafiek - hij verzamelde zelf zeefdrukken en multiples van Roy Lichtenstein - en liet mij kennismaken met het werk van Keith Haring. Vanaf dat moment ben ik grafiek en multiples beginnen verzamelen. Te beginnen bij Pierre Alechinsky en Keith Haring, en daarna ook vrij veel grafisch werk van Panamarenko. Tijdens mijn studententijd ging ik vaak langs in de piepkleine galerie ‘The Sky is the Limit’ in de Kloosterstraat, gerund door Herman Peers. Hij had prachtig materiaal, allemaal grafiek en multiples van Gerhard Richter, Marcel Broodthaers, Christo, en natuurlijk Panamarenko, voornamelijk geleverd door Ronny van de Velde.
Rondom de Kloosterstraat was begin jaren negentig overigens een hotspot voor dat soort galerieën: op de hoek waar nu ‘Dancing Chocola’ is gevestigd had je de galerie van Guy Couvreur, toen dealer van de in 2018 overleden kunstenaar Wout Vercammen, met een heuse biljarttafel in het midden van de galerie. Op de hoek van de Riemstraat en Scheldestraat had je ‘Den Tijd’, gerund door Mireille Sprengers, vrouw van Leo Dohmen, waar je je kon vergapen aan een indrukwekkende collectie prints van Andy Warhol en Keith Haring. Leo verscheen af en toe in het deurgat zodat je vanonder zijn vest een glimp kon opvangen van zijn holster met revolver.
Ik heb in Antwerpen de opleiding ‘Productontwikkeling’ genoten, voor mij nog steeds de meest complete opleiding die je kunt volgen. Je wordt er opgeleid tot een creatieve probleemoplosser die leert luisteren naar alle disciplines en respect heeft voor alles en iedereen. Je leert er techniek en esthetiek met elkaar verenigen. Via mijn klasgenoot en goede vriend David leerde ik de familie Pas beter kennen. Vader Walter was sinds jaar en dag de vaste inlijster van galerie De Zwarte Panter en had een onwaarschijnlijk prachtige collectie schilderijen van Fred Bervoets. Als inlijster bevond hij zich in een bevoorrechte positie, want hij had altijd als een van de eersten zicht op het nieuwe werk van Fred en hij had duidelijk een goed oog! Via Johan Pas kreeg ik af en toe een goede tip over waar interessante multiples te koop waren, en daar maakte ik dan dankbaar gebruik van. De zondagavonden bij Adriaan Raemdonck in ‘de spleet’ – de voormalige sacristie die dienst deed als bar van Galerie De Zwarte Panter – waren legendarisch. Er was evenveel plaats voor als achter de toog en de discussies over kunst tegen een achtergrond van luide bluesmuziek konden er hoog oplopen.
Wat was uw eerste betrekking in een galerie? Of bent u gelijk zelf een galerie gestart?
De galerie is ontstaan uit de eigen verzameling. Op een bepaald moment vertegenwoordigt die een bepaald kapitaal en vindt je vrouw dat wanneer je nog iets wil bijkopen, je er toch eens moet over denken om iets te verkopen en voor je het weet ben je handel aan het drijven. Ooit, heel lang geleden, heb ik de domeinnaam panamarenko.be geregistreerd. Ik ben beroepshalve bezig met het maken van websites en wilde niet dat deze domeinnaam in handen zou vallen van een speculatieve partij. Op die manier ben ik bij de ‘Antwerpse Luchtschipbouw’, het toenmalige management van Panamarenko, terechtgekomen en heeft Oskar D, het grafisch bureau dat ik al meer dan 25 jaar run met Dirk de Haene, de officiële website voor Panamarenko mogen creëren. Tot op heden onderhouden we die in opdracht van Panamarenko’s weduwe Eveline.
Bart Van Acker heb ik ontmoet toen mijn vader op een bepaald moment alle gesigneerde boeken van Panamarenko die hij op eBay kon vinden aan het kopen was. Hij kocht, en ik ging ze ophalen. Bart verkocht er een aantal voor een vriendin en zo heb ik hem leren kennen. Hij was verzamelaar van het grafisch werk van Luc Tuymans en heeft ook bij mij die interesse gewekt. We zijn dan vanaf 2010 beginnen samenwerken om een online catalogue raisonné op te zetten van het grafisch werk van Luc Tuymans. Daarna zijn we gestart met pop-up verkooptentoonstellingen van dat grafisch werk. Die waren succesvol en zijn vervolgens uitgemond in een permanente galerie met de focus op het grafisch werk van Luc Tuymans en andere kunstenaars van hetzelfde kaliber. Grafisch werk van Michaël Borremans, Marlene Dumas, Gerhard Richter, Raoul De Keyser, enz. In 2017 betrokken we onze eigen ruimte op het Eilandje in Antwerpen.
Hoe zou u het profiel van uw galerie willen omschrijven?
Sinds juni 2021 run ik Art Partout alleen. Ik heb de aandelen van Bart kunnen overnemen, en kan nu een licht gewijzigde koers varen. Het was altijd mijn ambitie om naast multiples en grafiek ook origineel werk van hedendaagse kunstenaars te kunnen presenteren, en dat traject ben ik nu met veel plezier aan het uitbouwen. De redenering is dat ik graag een aanbod wil hebben voor beginnende verzamelaars of verzamelaars met een beperkt budget, zoals ikzelf. Als verzamelaar heb je dan de keuze tussen de veilige optie: grafisch werk en multiples van gevestigde kunstenaars, of een meer avontuurlijke, namelijk origineel werk van kunstenaars aan het begin van hun carrière, voor eenzelfde budget. Beide opties wil ik kunnen voorleggen. Ondertussen heb ik ook voor mezelf uitgemaakt met welk type kunstenaar ik graag wil werken. Tijdens het samenstellen van de jongste expo rond ‘Fluxus’ kunstenaars, in samenwerking met Harry Ruhé, besefte ik dat mijn voorkeur zich situeert bij kunstenaars die met hun werk op een speelse manier ingrijpen in het dagelijks leven. Doorgaans kunstenaars die niet bezig zijn met ‘het maken van kunst’, maar vrij intens hun eigen leven leiden, waarbij er ‘onderweg’ allerlei zaken ontstaan die de moeite waard zijn en vervolgens bijna ongewild een oeuvre vormen. Het is moeilijk te omschrijven maar ik voel het wel. Panamarenko is een goed voorbeeld. Hij heeft zich nooit bezig gehouden om ‘kunst’ te maken en heeft zich ook nooit willen aanpassen aan ‘de kunstmarkt’. Hij deed heel zijn leven waar hij zin in had en creëerde prachtige, poëtische objecten.
Wat vindt u het mooiste aspect van het vak galeriehouder?
Voor mij is een van de mooiste aspecten aan het vak het verzorgen van de presentatie van de werken in een tentoonstelling. Ik neem daar graag mijn tijd voor, en als het tenslotte lukt om het te laten samenvallen tot een evenwichtig geheel, dan geeft dat veel voldoening. Het mooiste is dat er dan ook effectief mensen zijn die zien dat je daar tijd aan hebt besteed. Mijn eigen galerieruimte is een compleet ‘witte box’ en dat maakt het zeer dankbaar om werk in te presenteren. Zo’n ‘white cube’ werkt als een soort conventie, waarbij elk object dat je erin plaatst bijna automatisch wordt gezien als kunst. Ik vind het ook heel fijn om me te verdiepen in het werk van kunstenaars die voor mij nieuw zijn. Er is nog zoveel te ontdekken en het mooie is dat je altijd ‘gelijk’ hebt. Wat voor de ene mens interessant en boeiend is, kan voor een ander net een afknapper zijn, en toch hebben ze beiden gelijk. De beleving van kunst is zo individueel en subjectief dat je altijd gelijk hebt wanneer je een kunstwerk beoordeelt. Zolang je maar blijft openstaan voor al die andere subjectieve meningen en constant tracht bij te leren is er niets aan de hand.
Met welke galeries voelt u zich nationaal/internationaal verwant?
Mijn absolute grote voorbeeld is natuurlijk Ronny Van de Velde. Wat die man samen met zijn vrouw Jessie al gepresteerd heeft tijdens zijn carrière als kunsthandelaar en galeriehouder is fenomenaal. En voor henzelf voelt het allemaal als vanzelfsprekend, dat is toch fantastisch! Frank Demaegd van Zeno X vind ik ook wel een galeriehouder om naar op te kijken. Hij bouwt met zijn kunstenaars relaties uit op lange termijn, en laat niemand vallen die niet meteen succesvol is. Aan de andere kant van het spectrum zijn er internationale spelers zoals Weng Contemporary die voor mij een groot voorbeeld zijn in hoe ze hun online communicatie organiseren. Ze leveren erg veel achtergrondinformatie bij de werken, en belichten uitgebreid de techniek op hun website.
In een ideale wereld: welke kunstenaar zou u het allerliefst vertegenwoordigen?
Naast de grafiek van Luc Tuymans – waar ik nog steeds 200% achtersta – zou ik graag stap voor stap bouwen aan de vertegenwoordiging van een aantal talentvolle kunstenaars. In 2021 kreeg ik de kans om een groepstentoonstelling te maken met jonge kunstenaars, geselecteerd door Hans Theys. Deze samenwerking heeft me veel nieuwe positieve energie gegeven. Zo kan ik het ook goed vinden met Idris Sevenans, en heb ik het gevoel dat we ondertussen samen iets aan het opbouwen zijn. Na zijn solo vorig jaar getiteld ‘Iets dat al gedaan is in de jaren zestig’ brengen we begin mei zijn nieuwe tentoonstelling ‘The Floating Archive’: acht boomkuipen met daarin een op authentiek dokwater drijvend schaalmodel van de archiefkast van het 'AARS archief' (zijn fictieve Antwerp Artist Run School). Maar eerst toon ik een heel mooie solo van Emily Kelly die vorig jaar haar Master Beeldhouwkunst behaalde aan de Antwerpse Academie. In de zomer toon ik werk van ouderdomsdeken Camiel van Breedam, ingekapseld in een selectie uit zijn eigen fenomenale collectie. Dat belooft heel boeiend te worden! Op hetzelfde moment zal er in de Nottebohmzaal van de Erfgoedbibliotheek Conscience in Antwerpen een tentoonstelling lopen van zijn boeken-gerelateerd werk.
Wat is er veranderd in de kunstwereld sinds u uw eerste stappen zette?
De digitalisatie en daardoor grotere transparantie in de kunstwereld is wel een game changer. Door de verbeterde ontsluiting van informatie is het voor iedereen veel makkelijker geworden om toegang te krijgen tot een veel groter aanbod. Iedereen weet intussen wat er te koop is, en voor welke prijs. Maar het is niet omdat al die informatie beschikbaar is, dat ook iedereen effectief beter geïnformeerd is, dus daarom kun je gelukkig door de juiste toewijding toch nog steeds het verschil maken.
Wat/wie verzamelt u zelf?
Ik verzamel de grafiek van Luc Tuymans, multiples, grafisch werk en tekeningen van Panamarenko uit de jaren zestig en zeventig, en origineel werk van de kunstenaars waar ik werk van presenteer.
Heeft Corona uw denken over de kunstwereld beïnvloed?
Ik denk dat Corona voor iedereen het denken over het leven in het algemeen heeft beïnvloed. In mijn geval – maar ik zal daarin zeker niet alleen zijn – heeft Corona mij doen beseffen dat het niet zo nodig allemaal vandaag moet. De wereld stond stil. Zaken die voorheen vanzelfsprekend waren, waren dat opeens niet meer. Je kon niet even naar Parijs of Londen. Je moest binnen blijven, thuis werken en zaken die vroeger professioneel super dringend en belangrijk waren, waren dat plots veel minder. Het zal dus nooit meer helemaal hetzelfde zijn en misschien hebben we een kans gemist om helemaal te resetten, maar ondertussen is er daar wel evil man Poetin die zegt: ‘Wait a minute, hold my beer.’