TATJANA PIETERS in Gent toont tot en met 23 januari de tentoonstelling ‘Turbulent Images’, met werk van Matthijs Kimpe.
Een LCD-filter, een op maakt gemaakte polarisator, een fresnellens (o.a. gebruikt in camera’s, theaterbelichting, projectoren en vuurtorens), glasvezelgaas en iriserend vinyl. Het is een willekeurige greep uit de verrassende materialen waar de Belgische kunstenaar Matthijs Kimpe gebruik van maakt. Het resulteert in een reeks werken die er vanuit iedere hoek net iets anders uitzien, waardoor er een actieve rol wordt gereserveerd voor de kijker. Maar omdat Kimpe zijn werken vrijwel altijd inlijst en materialen als spuitverf, lak of acrylverf toevoegt ontstaat er alsnog een direct verwantschap met de schilderkunst.
Het is dan ook geen verrassing dat de uit Brugge afkomstige kunstenaar in eerste instantie grafische vormgeving studeerde aan het KASK in Gent, gevolgd door een opleiding in schilderkunst aan het Sint-Lucas. Het verklaart zijn voorliefde voor een combinatie van moderne beeldtechnieken, optische materialen en klassieke schilderkunstige technieken. Digitale en virtuele beelden krijgen in zijn schilderijen een analoge kwaliteit.
De kunstenaar maakt ook veel gebruik van kleurentheorie, bijvoorbeeld middels de toepassing van complementaire kleuren. Ook kleurmodellen als RGB (voor beeldschermen) en CMYK (voor afdrukken) spelen een belangrijke rol, systemen waar hij beter bekend mee raakte tijdens zijn studie grafische vormgeving. Een combinatie van deze kleurmodellen heeft namelijk een interessante uitwerking op onze waarneming.
Schermen zijn alomtegenwoordig in ons leven. Onderzoek wijst uit dat de jongste generaties regelmatig drie schermen tegelijkertijd gebruiken: Netflix op televisie, een halfafgemaakt betoog op je computerscherm en IMDB of Instagram op je smartphone. Apparaten die — direct of indirect — in staat zijn tot oneindige reproductie; een kwestie waar de Duitse filosoof Walter Benjamin zich al in 1935 over boog in de context van de fotografie. Wat zou dat betekenen voor de aura van een kunstwerk, de authenticiteit en autoriteit van kunst en kunstproductie in zijn algemeen? Het is dan ook niet vreemd dat kunstenaars als Kimpe kiezen voor een deconstructie en manipulatie van de optische technieken die achter deze schermen schuilen, om zo tot een nieuwe functie te komen in unieke, lastig (exact) te reproduceren werken.
Kimpe is daarbij geïnteresseerd in de manieren waarop mensen reageren op beelden en optische illusies. Hij experimenteert naar hartelust: welk effect heeft een bepaalde combinatie van materialen en welke beelden ontstaan er vervolgens, al dan niet per ongeluk? Kimpe streeft daarbij naar een bepaalde balans, met chaos en turbulentie als vertrekpunt.
Kimpe: “Op een rustige avond thuis viel mij toevallig iets op. Mijn televisietoestel had een slechte verbinding waardoor ik de antenne moest bijstellen. Tijdens mijn zoektocht naar een beter signaal lette ik plots op het beeld van mijn toestel. De slechte verbinding zorgde ervoor dat de kleur van het beeld zacht uiteen sneeuwde. Vanuit het nieuws op donderdagavond ontstond zo een nieuw spannend beeld. De figuren op het scherm werden mystieke schimmen, die verhuld voor mij een andere betekenis toonden. De verstoorde taferelen verstopten zich en tartten mijn nieuwsgierigheid. De individuen werden gedepersonaliseerd. Ze leken een archetype van hun aard te worden. Ook kregen de beelden een ongewone textuur. Kleur drumde in clusters bij elkaar. Licht en schaduw vervormden tot enkel een suggestie van vorm.”