In 2020 bestond De AkzoNobel Art Foundation 25 jaar en dat wordt deze maand (vanwege Covid met een jaar vertraging) groots gevierd met de tentoonstelling ‘All Eyes’ in de Art Space van het hoofdkantoor in Amsterdam. In september 2020 werd dit jubileum al op kleinere schaal gevierd met de lancering van een omvangrijke catalogus in de vorm van een jubileummagazine (vormgegeven door Kummer & Herrman), onder de titel ‘We Are the Collection’. Wie AkzoNobel Art Foundation zegt, zegt Hester Alberdingk Thijm. Als directeur van het eerste uur verzamelt zij al meer dan 25 jaar kunst voor de stichting en is zij verantwoordelijk voor de schatkist aan kunstwerken en verhalen die samen één van de grootste en meest toegankelijke bedrijfscollecties maken die ons land rijk is. Hester Alberdingk Thijm: ‘Ik zie mijn werk als het leiden van een orkest. Ik ben de dirigent die ervoor moet zorgen dat alle klanken bij elkaar passen en als een geheel klinken.’
MK Wanneer en hoe is de AkzoNobel Art Foundation ontstaan?
HAT De AkzoNobel Art Foundation is in 1996 opgericht op verzoek van éminence grise Kees van Lede (1942-2020) [oud-voorzitter van de werkgeversorganisatie VNO, MK] die toentertijd bestuursvoorzitter was van AkzoNobel. Hij wist als geen ander hoe belangrijk het is dat een bedrijf en zijn omgeving - een gemeenschap, een stad, het land - elkaar begrijpen, respecteren en ondersteunen. Vanuit die visie zag hij het belang van kunst als blikverruimer en verbinder. Zoals een bedrijf verankerd moet zijn in zijn omgeving, zo zou een kunstcollectie verankerd moeten zijn in het bedrijf. Voordat ik benoemd werd tot directeur van de stichting was ik als lid van het managementteam bij Boymans van Beuningen verantwoordelijk voor communicatie en marketing, educatie, sponsoring en fondsenwerving. Professor Wim Crouwel was toen directeur van het Boymans en van hem heb ik ontzettend veel geleerd. Chris Dercon [Belgisch kunsthistoricus en museumdirecteur, MK], die toentertijd directeur was van Witte de With [centrum voor hedendaagse kunst in Rotterdam dat inmiddels bekend staat onder de naam Kunstinstituut Melly, MK] werd later gevraagd voor het bestuur van de AkzoNobel Art Foundation. Hij stond bekend om zijn radicale en vernieuwende ideeën en daar kon ik wel wat mee toen ik bij Akzo de verantwoordelijkheid kreeg voor het opstellen van een beleidsplan voor de collectie en de aankoop van kunst.
MK Hoe zag dat er in de praktijk uit?
HAT Om te beginnen moet je weten dat het hoofdkantoor van AkzoNobel oorspronkelijk in Arnhem stond. Het was een nogal kil nieuwbouw kantoor met veel licht, wit en marmer. Van Lede vond dat daar kleur en kunst bij moest. Het gebouw vroeg daar bijna om. Ik wilde dat wel doen maar op voorwaarde dat we eerst een uitgebreid onderzoek mochten doen binnen AkzoNobel als bedrijf, binnen de fabrieken en binnen het culturele veld. Zo kon ik in kaart brengen waar we als bedrijf voor staan om dat vervolgens te implementeren in de aanleg van een kunstcollectie. Ik vond het belangrijk dat er een dynamische collectie zou komen die het idee van de ‘communicerende vaten’ - een begrip uit het vakjargon van onze laboratoria - zou weerspiegelen. Ik wilde bepaald geen kunstcollectie die alleen maar representatief en illustratief zou zijn maar juist één met diepgang en dynamiek. Van Lede was het daarmee eens en zo gingen we op een dag met de hele raad van bestuur - inclusief Van Lede zelf - en de afdeling communicatie in de bus vanuit Arnhem naar Amsterdam om verschillende bedrijfscollecties en het Stedelijk Museum te bezoeken. Dat bleek achteraf een uiterst inspirerend en nuttig reisje. Zo stelde Rob de Leeuw [oud directeur van Turmac en voormalig vice-president van de Peter Stuyvesant Foundation, MK] dat we geen kunstcommissie moesten samenstellen maar dat de curator de vrije hand moest krijgen. En dat kwaliteit en communicatie voorop moesten staan. Toen we bij het Stedelijk Museum aankwamen werden we ontvangen in het kantoor van directeur Rudi Fuchs die samen met vier conservatoren het belang van compromisloze kwaliteit van kunst benadrukte. Want volgens hem zou alleen op díe voorwaarde de collectie onderscheidend en van blijvende waarde zijn.
Ik zal er alles aan doen om vrouwelijke kunstenaars te ondersteunen, niet omdat ze vrouw zijn, maar omdat ze kwaliteit bieden en belangrijke thema’s agenderen.
MK Vorig jaar kwam aan het licht dat maar 4% van de kunstwerken uit de collectie van het Stedelijk Museum door vrouwelijke kunstenaars is gemaakt en onlangs hoorde ik dat jullie collectie uit meer dan 50% vrouwelijke kunst bestaat. Is dat zo gegroeid of heb je daar bewust voor gekozen?
HAT De collectie is op verschillende manieren bijzonder waardevol voor het bedrijf. Ten eerste omdat je als bedrijf iets terug wil geven aan de maatschappij. Die opdracht hebben we heel letterlijk genomen, vandaar dat we er in 2016 voor hebben gekozen om de collectie in een open Art Space aan de ingang van het nieuwe hoofdkantoor te plaatsen. Zo heet de kunst onze medewerkers en bezoekers als eerste welkom. Al sinds het vroegste begin hebben we als Art Foundation vrouwelijke kunstenaars verzameld. Ik wilde andere, meer poëtische werelden binnen brengen in de gevestigde, zakelijke bedrijfscultuur. Ik kocht - en koop - werk van vrouwelijke makers als het kwaliteit heeft en past in het geheel van de collectie. Niet voor niets stelde Chris Dercon in 1995, als curator van de Biënnale van Venetië, een tentoonstelling samen met werk van Marijke van Warmerdam, Maria Roosen en Marlene Dumas. Drie Nederlandse vrouwelijke kunstenaars die toen al opvielen vanwege hun hoge niveau. Een gezonde balans tussen mannelijke en vrouwelijke kunstenaars levert - door de diversiteit van de geboden perspectieven - een betrouwbaardere afspiegeling van de maatschappij op en daarmee een rijkere collectie. In onze jubileumtentoonstelling ‘All Eyes’ vieren we deze diversiteit en pioniersgeest die we delen in zowel onze kunstcollectie als in het bedrijf.
MK Waar let je op bij het samenstellen van een tentoonstelling met werken uit de collectie?
HAT Zoals ik al zei zijn context en verbinding key. Nu heeft iedereen het over het individu en storytelling. Maar die storytelling zit al in de werken zelf. En die moeten in een tentoonstelling zichtbaar zijn. Niet met grote lappen tekst maar met een kleine introductie, niet meer dan een handreiking en verder door de onderlinge connectie. De werken zelf en het verhaal dat ze in samenhang met elkaar maken moeten het doen. Vervolgens kan het publiek zelf op ontdekkingstocht.
Het is onmogelijk om van alle kunstenaars uit onze collectie werk te blijven kopen, maar als ik het verschil kan maken door een extra investering te doen of door een bruikleen aan een museum zal ik dat beslist doen.
MK Als je terugkijkt op 25 jaar kunstaankoop, wat is dan de rode draad van de collectie?
HAT Of er één centrale rode draad is weet ik niet. De collectie is wel herkenbaar, eigen en congruent. Wat ik belangrijk vind is mee te veren op de cadans van de tijd. Maar ook met veranderingen in de bedrijfstop waardoor mijn portfolio als één van de activiteiten van het bedrijf gewaarborgd blijft. Ook in tijden van crises of dreigende overnames is de kunst veilig in een zelfstandige stichting; met de collectie als een drone die in roerige tijden opstijgt en pas landt als alles weer tot rust is gekomen.
Een rode draad in de collectie is misschien wel het ondersteunen van jonge kunst. Let wel, het begrip ‘jong’ is niet noodzakelijkerwijs leeftijdsgebonden. Onder jonge kunst versta ik kunst die haar tijd vooruit is. Thema’s als diversiteit, inclusiviteit of duurzaamheid waren in de negentiger jaren weliswaar niet nieuw, maar nu pas maken ze deel uit van het publieke debat. Kunstenaars als Roy Villevoye, Natasja Kensmil en Shirin Neshat waren al vroeg in hun carrière met deze onderwerpen bezig. Dat is ook de reden waarom ik hun werk toentertijd heb aangekocht. Nu is er maatschappelijke context voor deze thematiek; een duidelijke urgentie. Zij waren hun tijd ver vooruit en ik vond - en vind nog steeds - dat hun stem daarom blijvend gehoord moet worden.
MK Is het moeilijk om keuzes te maken op het gebied van kunstaankoop?
HAT Ik heb een aankoopbudget van €450.000 per jaar en daar moet ik het mee doen. Enerzijds zou je natuurlijk een veel hoger bedrag tot je beschikking willen hebben maar anderzijds dwingt het me tot het maken van scherpe keuzes. Ik zou nog veel meer kunstenaars willen ondersteunen en de meest effectieve manier daarvoor is werk aankopen, maar ik moet me nu eenmaal beperken. Van Yael Bartana, Melanie Bojano, Robert Zandvliet, Bernard Frize, Willem Hussem en Steven Aalders heb ik meerdere werken aangekocht waardoor ze een sterke positie in de collectie hebben. Als een kunstenaar zich goed ontwikkelt is het interessant om van iedere periode één of meerdere kunstwerken aan te kopen zodat we die ontwikkeling ook kunnen laten zien. Overigens weet ik meestal al vóór de aankoop waar en hoe de verbinding met andere kunstwerken moet plaatsvinden.
Hoe beter en krachtiger de kunstwerken die we verzamelen, hoe waardevoller de ontmoetingen die we choreograferen.
MK Je cureert zelf de tentoonstellingen in jullie kantoor. Wat vind je daarbij belangrijk?
HAT Alles is context. Er zijn talloze combinaties en ontmoetingen tussen kunstenaars en kunstwerken mogelijk. Een collectie is een dynamisch organisme waarin verschillende disciplines en technieken, van schilderijen, foto’s, beelden of textiele werken tot computer gegeneerde video’s naast en met elkaar gepresenteerd moeten worden. Het geeft me veel voldoening een kunstwerk de plek te geven die het verdient: in dialoog met de omgeving, met omringende kunstwerken en met het publiek. Beeldende kunst is als een diamant met meerdere facetten die zich nooit aan alle kanten tegelijk kan blootgeven. Al naar gelang de context of het tijdsgewricht wordt het ene of het andere facet zichtbaar.
MK Wat is er binnen de kunstwereld in relatie tot jouw werk als kunstkoper voor AkzoNobel in de loop der jaren veranderd?
HAT Twee zaken met name zijn veranderd. De internationalisering en de digitalisering zijn van grote invloed geweest op de kunst en de kunstwereld. AkzoNobel is uitgegroeid van een Nederlands bedrijf, gevestigd in Arnhem, tot een global company met 33.000 werknemers afkomstig van over de hele wereld. Toen ik aan dit avontuur begon, midden jaren negentig, verwachtte de galeriehouder dat de kunstkijker en -koper alles al wist, zich had voorbereid en ingelezen. Dat moest je dan ook laten merken anders verkochten ze het werk liever aan iemand anders, bij voorkeur aan een museum.
De kunstwereld is in de loop der jaren opener en toegankelijker geworden. Zo word ik regelmatig benaderd door een galerie of een kunstenaar met mooi onderbouwde voorstellen. Er zijn veel meer kunstenaars en kunstkopers dan twintig jaar geleden en gelukkig wíllen meer mensen iets met kunst. Ook toevallige bezoekers of mensen die bij ons werken voelen zich betrokken en willen kunst kopen. Voor mijn werk zit ik graag - en vaak uren op een dag - op Instagram om alles te zien en te volgen. Onlangs was ik in Basel en postte ik een foto van een kunstwerk van een inmiddels zeer bekende kunstenaar op mijn Instagram account. Gewoon, omdat ik het een super sterk beeld vond. Het werk kostte een paar ton en is verkocht aan iemand die het door mijn post op het spoor kwam. Dan realiseer ik me tot mijn verbazing dat ik een soort influencer ben geworden. Mensen denken: als zij het post zal het wel goed zijn. (lacht). Ik kan denk ik wel zeggen dat ik verslaafd ben aan kunst en alles wat daaruit voortkomt: kunst kijken, kunst ophangen, kunstboeken lezen, naar openingen gaan, galeries en beurzen bezoeken. Kunst is mijn zuurstof. Gelukkig beperkt het zich tot nu toe tot een gezonde verslaving…(lacht).
Een goede bedrijfscollectie biedt ruimte voor vernieuwing. Iets wat vaststaat is gedoemd te mislukken want alles verandert. Daarom wil ik nieuwsgierig blijven en open staan voor nieuwe ontwikkelingen die de collectie verrijken.
MK We hopen natuurlijk dat je nog heel lang aan het roer van de AkzoNobel Art Foundation mag staan maar hoe zou je later herinnerd willen worden?
HAT Als ik aan het einde van mijn werkzame leven bij AkzoNobel kan zeggen dat ik er, binnen mijn vermogen, in ben geslaagd om actuele en tijdloze thema’s binnen de kunst samen te brengen in een bijzondere collectie die - binnen en buiten het bedrijf - verbindt en inspireert ben ik een gelukkig mens. En of het nu gaat om een kunstenaar of een bezoeker, een medewerker of een museumdirecteur, dat is mij om het even. Alhoewel…de kunstenaar heeft bij mij wel een streepje voor!
MK Kunnen we spreken van een succesvol gearrangeerd huwelijk tussen jou en AkzoNobel?
HAT Er is inderdaad sprake van een gearrangeerd huwelijk met AkzoNobel. En inmiddels kennen we elkaar zó goed, en zijn we al zó lang samen dat we wel mogen concluderen dat er van beide kanten liefde is ontstaan. (lacht).