In de rubriek ‘De keuze van…’ laten we een keur aan kunstliefhebbers (van incidentele kopers tot kunstprofessionals) aan het woord over hun beleving van kunst, en vragen we naar hun voorkeuren: waar zien ze het liefste kunst? Waar kopen ze, en vooral: wie kopen ze? In dit Mette Samkalden (Directeur This Art Fair & adviseur in de culturele sector, 33 jaar)
Wat betekent kunst voor jou?
Kunstenaars laten me op andere manieren naar de wereld kijken. Kunst kan me raken, ontroeren en mijn ogen openen. Een collega omschreef het effect van kunst treffend als ‘van het hoofd naar het hart gaan’ – kunst laat je voelen en ervaren. Voor mij is kunst exact dat – maar ik hoop ook dat kunst van het hart weer naar het hoofd gaat. Ik geloof dat kunst impact kan hebben op meer dan alleen persoonlijke schaal. Dat het niet alleen raakt, maar ook daadwerkelijk verandering kan brengen in onze denkwerelden en acties.
Het was nooit in mij opgekomen dat je in de kunst kon werken als je geen maker van kunst was. Toen ik per toeval in de kunstwereld terecht kwam, bleek dat wel degelijk te kunnen. Op zoek naar een ‘grote mensenbaan’, ging ik tijdelijk werken bij Canvas Contemporary, een galerie voor hedendaags Aziatische kunst. Het was een rol die verre van tijdelijk bleek – mijn hobby’s en interesses kwamen samen. Ik kwam te werken met iets waar ik altijd gepassioneerd over was, met mensen die me inspireren en ik deed waar ik goed in was: verschillende groepen en ideeën bij elkaar brengen, op organisatorisch vlak adviseren, projecten managen.
Inmiddels werk ik al een paar jaar niet meer in de galerie, maar doe ik voor met name non-commerciële partijen soortgelijk werk. Ik adviseer kunstenaars en organisaties bij het ontwikkelen van projecten en strategieën. Daarnaast organiseer ik de kunstbeurs This Art Fair, waar zowel galeries als individuele makers aan deelnemen.
Ik probeer me er tegelijkertijd voor in te zetten dat er ook andere perspectieven in de kunstwereld worden verweven, om de beste praktijken van andere werkvelden en bedrijfstakken in de kunsten toe te passen. Dat doen we vanuit This Art Fair met het programma This Works, waar we workshops en masterclasses voor kunstenaars organiseren om de professionele ontwikkeling van kunstenaars te stimuleren, juist ook de zakelijke aspecten.
Inmiddels is kunst veel meer dan mijn werk: het is mijn leven. Ik word wakker omgeven door kunst en ga er mee slapen. De meeste uren daartussenin draaien er ook om.
Mijn ouders namen me als kind mee naar musea in Amsterdam, maar ook op vakantie was museumbezoek vaste prik. Er waren zelfs reizen waarvoor het zien van een bepaalde tentoonstelling de aanleiding was. Een retrospectief van Salvador Dalí in Brussel bijvoorbeeld, maar ook de Dokumenta in Kassel, en de opgravingen van Olympia op de Peloponnesos. Er waren ook anderen die de weg naar de kunsten plaveiden – ouders van vriendjes en vriendinnetjes die kunstenaar waren, en mijn oom en tante, die altijd waren omgeven door kunstenaars en creatieven.
Later waren er vrienden die studeerden over- of werkten in de kunst, zoals een huisgenootje in Chengdu dat mij kennis liet maken met hedendaagse Chinese kunst.
Hoewel mijn ouders vroeger ook wel met enige regelmaat kunst kochten, zijn ze pas de laatste jaren serieus aan het kopen. Misschien hebben ze dat juist weer van mij meegekregen.
Waar haal je je informatie over het wel en wee in de kunstwereld vandaan: krant, vakbladen, televisie, online?
Ik bezoek veel tentoonstellingen, beurzen, ateliers, maar ik lees ook over ontwikkelingen en trends in kranten, blogs en sites. Sociale media laten me nieuwe kunstenaars ontdekken en geven een beeld van projecten en tentoonstellingen die er spelen. Ik blijf erdoor op de hoogte van tentoonstellingsprojecten en marktontwikkelingen verder van huis en het geeft me de mogelijkheid om op afstand contact te houden.
Waar bekijk je het liefste kunst? In een galerie, museum, een beurs of online?
Het liefste zie ik kunst in het atelier van de kunstenaar, als de verf nog nat is en de lijm nog moet drogen. Zo’n bezoek is en blijft een bijzondere ervaring. Een atelierbezoek heeft iets intiems. Het geeft je de mogelijkheid een kunstenaar en zijn of haar maakproces beter te leren kennen, waardoor je het werk nog meer kan waarderen. Tegelijkertijd kan de rust en bewegingsvrijheid van een tentoonstellingsruimte kunst goed doen. De keuzes die een (goede) curator of galeriehouder maakt, geven kunst nieuwe context en meer diepte. Een curator kan een kunstenaar binnen een bepaald kader plaatsen door zijn of haar werk tussen andere werken (van andere kunstenaars) te tonen.
Hoewel de kunst er meestal niet het beste tot zijn recht komt, bezoek ik ook graag de eindexamenexposities van kunstacademies. Op deze tentoonstellingen zie je niet alleen de jongste talenten, het geeft ook een mooi overzicht van trends in de kunst. Je ziet hoe sommige academies een duidelijke signatuur hebben, maar ook hoe jonge talenten worden beïnvloed door hun docenten en het aanbod in de buurt. Kijk verder dan de Randstad, juist de academies in het noorden, oosten en zuiden van het land zijn ook zeer de moeite waard.
Tot slot beurzen. Ik ben bevooroordeeld, natuurlijk. Beurzen geven net als eindexamenexposities een mooi overzicht. Ik houd van specialistische beurzen, bijvoorbeeld waar jonge talenten worden getoond, zoals bij UNFAIR, of waar een medium wordt uitgelicht, zoals bij de fotobeurs UNSEEN. Er is daar meer focus.
Uiteraard zie ik bovenal en het allerliefst kunst bij This Art Fair. Door de opzet met solo- en duo-presentaties, zijn de stands op This Art Fair kleine persoonlijke tentoonstellingen, intieme presentaties met concentratie, waar de kunstenaar zelf over zijn werk vertelt en verkoopt – een unieke ervaring.
Hoe vaak per jaar koop je kunst? Koop je werk in oplage of liefst uniek werk?
Ik koop twee tot drie werken per jaar. Daarnaast doe ik zo nu en dan een klus voor kunstenaars of organisaties die mij deels in kunst uitbetalen. Het betaalt niet de boodschappen, maar het is food for the soul.
Als liefhebber van materialiteit en ‘barf kunst’ – de naam die ik zelf geef aan het soort kunst waar ik op val, waarbij het soms lijkt alsof de kunstenaar al zijn inspiratie op het doek heeft uitgekotst – val ik vaak voor werk met textuur. Dus grove verfstreken, gelaagdheid of verschillende media met elkaar gecombineerd. Het meeste werk dat ik bezit is dus uniek.
En waar koop je dan: in de galerie, op een kunstbeurs, op een veiling of online?
Veel van de werken die ik thuis heb, kocht of kreeg ik van kunstenaars die ik persoonlijk ken. Voor mij is de band met een kunstenaar bijna net zo belangrijk als het werk zelf.
Ik probeer talenten te ondersteunen en koop dus werk van levende, vaak jonge kunstenaars. Hoewel ik mijn huiswerk doe en kunstenaars meestal al langer volg en me in hun werk heb verdiept, komt voor mij een aankoop toch vaak impulsief tot stand: tijdens een atelierbezoek of op een beurs. De aankoop zelf komt dus zelfs voor mij vaak als een verrassing. Het is een onderbuikgevoel, een soort instinct. Het gevoel ‘ik doe het gewoon’ overkomt me elke keer weer.
Tijdens de preview van Art Rotterdam 2020 werd ik op slag verliefd op het werk van Ryo Kinoshita, die ik overigens nog niet kende. Het was de aankoop waar ik het minste huiswerk voor heb gedaan, maar ik ben een gelukkige eigenaar. Daarnaast koop ik in elk geval één werk tijdens mijn ‘eigen’ beurs, op This Art Fair.
Is het belangrijk dat jij en je partner het altijd eens zijn over een aankoop? Hoe beslis je/jullie?
Het grote voordeel van geen relatie hebben, is dat je niet hoeft te overleggen over een aankoop. Ik hoef met niemand rekening te houden.
Je zou misschien verwachten dat de eerdergenoemde impulsieve aankopen tot spijt leiden, maar er is geen werk dat ik heb gekocht waar ik achteraf spijt van heb gehad. Sterker nog, ik ga elke dag meer houden van de werken waarmee ik me omgeef.
Alle nieuwe aankopen krijgen in elk geval tijdelijk een plek aan de muur of op de vloer. Mijn hond heeft daar nog nooit haar veto over uitgesproken.
Is er een galerie waar je een speciale band mee hebt?Ik houd van galeries die hun eigen pad bewandelen en duidelijke artistieke keuzes maken. No Man’s Art Gallery is daar een voorbeeld van: een unieke kunstruimte in Amsterdam West waar eigenaren Emmelie en Lih-Lan tegelijkertijd een bar runnen die grenst aan de galerie. Een plek met een programma met jonge, internationale kunstenaars, dat elk jaar spannender wordt.
dudokdegroot is wat mij betreft de meest hartelijke galerie in Amsterdam. Het is een warm bad, waar ook nog een aantal ‘kunstcrushes’ vertegenwoordigd zijn.
Bij Vriend van Bavink word ik verrast door de afwisseling in het programma en door het enthousiasme van de oprichters. De diners die mede-eigenaar Ruben kookt voor klanten en relaties zijn altijd bijzonder. Van Gerhard Hofland vind ik vrijwel elke keuze briljant. Zo ook van Ten Haaf Projects en Fons Welters.
Als een onbeperkt budget ook gepaard gaat met onbeperkte ruimte zou ik geen nee zeggen tegen een wandkleed van Grayson Perry. Als contrast zou een werk van James Turrell niet misstaan.
Minder monumentaal qua omvang, maar net zo groots zijn de prachtige, meditatieve schilderijen van de Koreaan Lee Ufan en Wang Guangle’s Coffin Paintings, met dikke lagen verf. Ik zou aan deze collectie ook een glazen object van Roni Horn toevoegen.
Wie zijn jouw favoriete kunstenaars (op Gallery Viewer), en waarom?
Mijn voorkeur voor materialiteit en ‘barf kunst’ uit zich in een kleurrijke verlanglijst van kunstenaars. Een mix van textuur, materiaalonderzoek, viezigheid en bewust slecht geschilderde doeken.
Ik houd van de texturen van Koen Delaere: laag over laag over laag geschilderd. Net als het beton, plastic, epoxy en foam waar Arash Fakhim mee werkt, wars van letterlijke én figuurlijke platheid, structuur en nette lijnen. Anders, maar in dezelfde lijn ben ik fan van de lampen van Bertjan Pot, die te zien waren in het Museum Boijmans Van Beuningen, en vorig jaar op Art Rotterdam.
Gelaagdheid trekt me aan. Vaak in materiaal, maar ook in onderwerpen. Een werk dat een ander perspectief biedt, trekt mijn aandacht. Dat kan politiek of thematisch zijn, of omdat werk intelligent en tegelijkertijd lichtvoetig en humoristisch. Itamar Gilboa deed dat in Food Chain Project, waarin hij de kijker anders liet kijken naar consumptie, door alles wat hij een jaar lang at en dronk in sculpturen te vatten. En in zijn meer recente Body of Work waarin hij zichzelf letterlijk blootgeeft.
Valentina Gals hyperrealistische werken – zoals de video waarin mens en hond met elkaar versmelten – bereiken hetzelfde effect. En Maarten Bel doet dat in zijn kunstprojecten met kinderen ook op een unieke manier.
Koen Taselaar en Frank Koolen laten me glimlachen om alledaagse taferelen. Anan Striker (niet op Gallery Viewer) doet dat ook, met zijn werken waarin beeldende kunst, voetbal en poëzie samenkomen.
Kleurrijke schilderijen waarin figuratie en abstractie samenkomen, zoals van Marjolijn de Wit, Anouk van Zwieten en Tim Garwood (niet op Gallery Viewer, maar de Instagram zoektocht meer dan waard) maken mij hebberig.
De presentatie van Anders Dickson bij De Ateliers combineerde al het bovenstaande. En wie houdt er niet van een dinosaurus die naar een planeet opkijkt door Kubilay Mert Ural?
Bekijk de Website van This Art Fair
Bekijk de Instagram van Mette Samkalden