In de rubriek ‘De keuze van…’ laten we een keur aan kunstliefhebbers (van incidentele kopers tot kunstprofessionals) aan het woord over hun beleving van kunst, en vragen we naar hun voorkeuren: waar zien ze het liefste kunst? Waar kopen ze, en vooral: wie kopen ze? In dit deel Bart Biermans (architect, 52 jaar)
Wat betekent kunst voor u?
Kunst is een extreem gefocuste uitdrukking van kijken en deelnemen aan de wereld. Mensen denken vaak dat de blik van de kunstenaar vrij en ongebonden is. Voor mij klopt dat niet: ik denk dat kunst juist heel precies is, en ook altijd kleur bekent. Daar schuilt veel moed in, en er zit veel discipline achter. Kunst kijken en verzamelen – en samenwerken met kunstenaars – biedt mij de kans om even deelgenoot te kunnen zijn van die heel specifieke blik van de kunstenaar. Dat kan confronterend zijn, het mag gerust wringen, maar het geeft vooral energie.
Heeft u kunst van huis uit meegekregen of heeft u zelf uw pad moeten vinden?
Mijn ouders lezen veel, luisteren naar muziek, gaan voorstellingen van met name hedendaagse dans bekijken. Ze namen me ook van jongs af mee. De tentoonstellingen die ik met hen zag, betroffen vooral klassieke kunst (als er al zoiets bestaat), mijn interesse in hedendaagse kunst is eerder tijdens mijn studies architectuur aangewakkerd.
Wat mijn ouders me in ieder geval meegaven is dat kunst integraal deel van het leven is en voor geen enkel ander vakgebied moet onderdoen.
Waar haalt u uw informatie over het wel en wee in de kunstwereld vandaan: krant, vakbladen, televisie, online?
Mijn voornaamste bron van informatie bestaat uit zoveel als mogelijk praten met kunstenaars, galeriehouders, curatoren en verzamelaars. Er lopen geweldig veel gepassioneerde en genereuze mensen rond, en er is dus veel te leren.
Daarnaast: Instagram en de online nieuwsbrieven van galerijen. Sites als GalleryViewer, Artsy en Artnet. Vakbladen zoals HART. Tegelijk probeer ik me te verdiepen door opzoekwerk: online, of door het lezen van boeken over kunst en kunstenaars, en dan met name catalogi en monografieën, zoals Agnes Martin: Her Life and Art van Nancy Princenthal, dat is zeker een aanrader. Voor opzoekwerk heb – of maak – ik helaas minder tijd dan ik zou willen. Hoe dan ook, als ik moet kiezen tussen over kunst lezen of kunst gaan kijken, dan kies ik altijd voor het laatste.
Waar bekijkt u het liefste kunst? In een galerie, museum, een beurs of online?
Ik vind ze alle vier interessant en nodig. Ze zijn telkens een andere manier van kijken en reiken daardoor ook andere informatie, een ander perspectief aan. Het blijft in de eerste plaats belangrijk om het werk fysiek te ervaren, maar het mag niet ontkend worden dat Instagram ontzettend veel ‘leads’ naar nieuw werk geeft.
Hoe vaak per jaar koopt u kunst? Koopt u werk in oplage of liefst uniek werk?
Ik koop meerdere werken per jaar. Vrijwel altijd uniek werk, geen specifiek medium. Ik probeer me daarbij te focussen op naoorlogse Belgische kunst, van de huidige generatie en van vorige generaties. Het betreft dus zowel werk van jong hedendaags talent als van kunstenaars als Philippe Van Snick, Joris Ghekiere, Raphaël Buedts, Jef Verheyen en Léon Wuidar.
De focus op Belgische kunst heeft met nabijheid te maken, met een context die ik goed ken en waar de kunstenaar mee in interactie gaat. Uiteraard zondig ik daar ook tegen – my game, my rules ☺ - en koop ik bij uitzondering ook werk van buitenlandse kunstenaars. Het heeft trouwens niet veel zin om daar al te zwaarwichtig over te doen. Ik denk dat het de conceptuele kunstenaar Allen Ruppersberg was die zei: ‘We buy what we like. When the mood strikes. By artists we love and adore.’ Het is dus wel een pluspunt als ik de kunstenaar ook kan ontmoeten en in gesprek kan gaan. De dialoog is deel van het werk.
Naast kijken en verzamelen werk ik ook samen met kunstenaars. Met mijn architectuurbureau doen we verschillende kunstintegraties, onder andere met Germaine Kruip in het stadhuis van Antwerpen, en Kasper De Vos voor een project voor De Ideale Woning. We werken daarbij zeer geïntegreerd samen. De kunstenaar is vanaf dag één deel van het ontwerpteam, draagt bij aan het definiëren van de doelstellingen en maakt mee de vertaalslag naar het ruimtelijk ontwerp. Het werk is uiteindelijk op zich detecteerbaar, maar is onlosmakelijk verbonden met de plek, de opdracht en de gebruiker.
Ik vind deze kunstintegraties en de rol die ik erin kan spelen heel waardevol. Ze maken voor mij op een heel organische manier deel uit van mijn persoonlijke kunstbeleving.
En waar koopt u dan: in de galerie, op een kunstbeurs, op een veiling of online?
Meestal in de galerie, uitzonderlijk op een beurs. Zeker op een beurs zal het werk betreffen van een kunstenaar die ik al een tijd volg.
Is het belangrijk dat u en uw partner het altijd eens zijn over een aankoop? Hoe beslist u/jullie?
Ik koop voor mezelf. Nadien wordt het werk wel gewoon deel van mijn leven met mijn twee kinderen. Soms vinden die een keuze wat vreemd en dat is prima, vreemd is ook mooi, zolang erover gepraat kan worden. We leven er ook actief mee, kunst is letterlijk overal aanwezig in ons huis.
Is er een galerie waar u een speciale band mee heeft?
Er zijn er verschillende en ik ga er vast een aantal vergeten.
In België: PLUS-ONE , Sofie Van de Velde, Base-Alpha, Tatjana Pieters, maar ook Greta Meert en Rodolphe Janssen. En er zijn natuurlijk geweldige initiatieven die nieuwe posities onderzoeken en innemen, zoals TICK TACK en Lichtekooi.
In het buitenland: Darren Flook, The Approach, Arcade, Mai36, Choi and Lager, Daniel Marzona.
Die band is meestal persoonlijk – ik vind het geweldig om een betrokken getuige te zijn van het groeiproces dat kunstenaar en galerie doormaken – maar is soms ook enkel gebaseerd op de programmatie van de galerie en de vaststelling dat die mij steeds triggert.
Als u een onbeperkt budget had, van wie zou u dan een werk aankopen?
Het is verleidelijk om grote namen uit de kunstcanon te noemen, maar eigenlijk denk ik dat ik de meeste voldoening zou putten uit het opzetten van een internationaal georiënteerde maakplaats voor kunst waar jonge kunstenaars kunnen werken rond maatschappelijke thema’s en kunst in publieke ruimte. Eigenlijk zou ik dus tijd kopen. Voor kunstenaars, en ook een beetje voor mezelf.
Wie zijn uw favoriete kunstenaars (op Gallery Viewer), en waarom?
De opsomming is impulsief en ik doe hiermee onrecht aan de vele niet-genoemde kunstenaars die me verwonderen en gelukkig maken.
Carole Vanderlinden spreekt mij in de eerste plaats aan voor de zin in het schilderen. Een toets, een kleur… kan de aanleiding zijn voor een spontaan traject. Er is geen vooropgesteld thema. Het werk is een pad.
Het werk van Filip Vervaet heeft op de een of andere manier ‘digitale’ connotaties, terwijl het natuurlijk machtig goed uitgevoerde, bijna klassieke, beeldhouwkunst is. Technologie en natuur komen samen in een universum dat hoogst esthetisch, maar ook zeer bevreemdend is.
Willy De Sauter, om de aangehouden inspanning – ver voorbij de waan van de dag. Toont aan wat onderzoek en focus vermag. Daarnaast natuurlijk ook de ruimtewerking van het werk, die zeer inspirerend is binnen mijn vakgebied.
Manor Grunewald is voor mij een recente ontdekking. Straf werk, dat dwars door verschillende media snijdt. Zeer actueel en – al verraadt de eerste blik dat niet altijd – ook zeer handmatig en zorgvuldig. Staat middenin het nu, maar op een geheel eigen manier.
Klaas Kloosterboer: voor de spontaneïteit en de vaststelling dat alles kan. Maar ook: wat een trefzekerheid.
Binnen het medium van de schilderkunst heeft Rezi van Lankveld een heel eigen uitdrukking die traag maar gedreven evolueert doorheen de tijd. Het is abstract werk dat verschillende ingangen biedt, met voor mij sterke associaties met landschap en lichaam. Die versmelting, maar ook de vrijheid die geboden wordt aan de kijker, vind ik erg interessant.
Vaast Colson: om wat in zijn hoofd omgaat en de sociale interactie die zijn werk beoogt. Tegelijk is hij een heel straffe vakman. Vaast zet zich naast en onder en achter alles. Zijn werk is altijd een standpunt en een uitnodiging tot debat.
Otobong Nkanga: Om het in de aarde en de herinnering staan, de kritische positie, en de combinatie daarvan met een lichtheid en positivisme in de beeldtaal. Verraderlijk goed.
Ik moet bekennen dat ik eerst niet ‘mee’ was, maar voor mij toont de huidige tentoonstelling van Charline Tyberghein bij Sofie Van de Velde zo’n momentum in haar werk… ik word daar heel stil van. Echt machtig. Het toont ook dat je altijd blijft leren en altijd beter kan kijken. Als je maar wilt.