In het weekend van 3 t/m 5 september wordt het galerieseizoen feestelijk geopend in Amsterdam. Breng dan bijvoorbeeld een bezoek aan TORCH Gallery, waar je vanaf 4 september de solotentoonstelling ‘Van een gek, voor een gek’ van Philip Akkerman kunt bekijken. Deze Nederlandse schilder en tekenaar maakt sinds 1981 alleen nog maar zelfportretten, inmiddels meer dan tienduizend.
Akkerman: "Schilder ben ik. Schilder van zelfportretten. Tegen de tijd dat ik vijftig ben, zal ik er zo’n tweeduizendvijfhonderd geschilderd hebben. Al die schilderijen zijn vervaardigd met gespannen gelaat- en bilspieren en met gebalde vuist. Het is geen spel, het is een strijd. Aanvankelijk schilderde ik mezelf zoals je dat bij een zelfportret verwacht. Ik schilderde terwijl ik steeds in de spiegel keek of alles wel klopte. Maar al vrij snel, zo moest ik vaststellen, verflauwde mijn belangstelling voor het spiegelbeeld. Het schilderij werd belangrijker. Ik wilde mooie schilderijen maken. Philip Akkerman moest plaatsmaken voor het schilderij.”
Omdat het onderwerp van zijn werk vooraf al vaststaat biedt dat mogelijkheden in termen van techniek en stijl. Akkerman ziet zijn werk in feite als een onderzoek naar de mogelijkheden van het zelfportret en de schilderkunst in het algemeen en hij laat zich daarbij inspireren door de westerse kunstgeschiedenis. Hij maakt gebruik van de grote hoeveelheid aan technieken en stijlen die door de eeuwen heen gebruikt zijn: van gouache tot hooglicht, van hyperrealisme tot abstractie. Deze portretten zijn niet per se flatterend en zijn vooral te herkennen op basis van de norse blik en ietwat harde gelaatstrekken. De aanleiding voor zijn misschien wat uit de hand gelopen zelfstudie was een boek dat hij in 1981 las, met daarin vijfhonderd zelfportretten uit de Europese kunstgeschiedenis. Akkerman studeerde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en bij Ateliers ’63 in (destijds) Haarlem. Daar verzette zich tegen de populaire conceptuele kunst, maar ook tegen zijn leermeesters, die hem stimuleerden om vooral origineel te zijn en een unieke stijl te ontwikkelen. Maar daar had Akkerman helemaal geen behoefte aan: “Techniek is het enige waar een kunstenaar mee bezig moet zijn.”
Het werk van Akkerman is opgenomen in de collecties van onder andere het Centraal Museum, Museum Voorlinden, het Stedelijk Museum, het Rijksmuseum, Kunstmuseum Den Haag, het Teylers Museum, het Hirshhorn Museum in Washington en het Today Art Museum in Beijing.