In de rubriek ‘De keuze van…’ laten we een keur aan kunstliefhebbers (van incidentele kopers tot kunstprofessionals) aan het woord over hun beleving van kunst, en vragen we naar hun voorkeuren: waar zien ze het liefste kunst? Waar kopen ze, en vooral: wie kopen ze? In dit deel Anne Colenbrander (Programming & Project Director in de internationale culturele en non-profit sector, 40 jaar)
Wat betekent kunst voor jou?
Kunst is een onafscheidelijk onderdeel van mijn leven. Het helpt me de wereld op nieuwe manieren en vanuit verschillende perspectieven te zien. Het is voor mij ook een manier om mezelf te uiten en de wereld om mij heen te begrijpen. Kunst geeft glans aan het leven, doordat het inspireert, ontroert of juist omdat het schuurt. Goede kunst zet dingen in beweging en betekent voor iedereen iets anders. Dat vind ik er mooi aan.
Heb je kunst van huis uit meegekregen of heb je zelf je pad moeten vinden?
Ik heb het van huis uit meegekregen. Mijn ouders vonden het belangrijk onze creatieve ontwikkeling te stimuleren, dus ik heb allerlei verschillende hobby’s gehad: van muziek en toneel tot dansen en fotografie. Van jongs af aan namen mijn ouders mijn broer en mij mee naar galeries en musea, en thuis hadden we veel kunst: schilderijen en grafisch werk van kunstenaars zoals Armando, Ger Lataster, Pieter Defesche, Klaas Gubbels en A.R. Penck. Toen ik een jaar of vijf was mocht ik voor het eerst een werk uitzoeken. Het werd ‘Vrouw met Cactus’, een lithografie van Charlotte Mutsaers. Die hangt nu bij mij thuis en ik word er nog elke dag blij van.
Ook nadat ik het huis uit ging, bleef ik regelmatig naar musea in binnen- en buitenland gaan. Daarnaast heeft mijn werk bij Foam Fotografiemuseum Amsterdam en later bij de World Press Photo Foundation enorm bijgedragen aan mijn ontwikkeling. Hierdoor kwam ik in aanraking met veel verschillende makers, heb ik écht goed leren kijken naar werk, het in een context leren plaatsen en mijn smaak ontwikkeld. Het is door mijn werk bij Foam dat ik ben begonnen met verzamelen.
Waar haal je je informatie over het wel en wee in de kunstwereld vandaan: krant, vakbladen, televisie, online?
Door mijn werk heb ik een groot netwerk in de kunst- en fotografiewereld opgebouwd, dus dat is voor mij een belangrijke bron van informatie. Verder lees ik veel kranten en volg ik verschillende publicaties, instellingen en initiatieven online. Daarnaast ga ik naar beurzen en festivals voor inspiratie, om op de hoogte te blijven van trends en om nieuwe kunstenaars te leren kennen.
Waar bekijk je het liefste kunst? In een galerie, museum, een beurs of online?
Online is een goede manier om inspiratie op te doen, maar er gaat niets boven werk in het echt zien; met je neus bovenop de pasteuze penseelstreken van Van Gogh, het onopgemaakte bed van Tracey Emin of The Weather Project van Olafur Eliasson in Tate Modern - die moét je echt zelf zien om de kracht ervan te ervaren.
Bovendien gaat een werk voor mij vaak pas echt leven op het moment dat het in contact staat met andere werken. Je kunt er nog zo bekend mee zijn, op het moment dat je een werk in een andere context ziet, vallen je vaak nieuwe dingen op of krijgt het extra lading. Ik vind de wijze waarop een tentoonstelling gecureerd is daarom vaak net zo belangrijk als het werk zelf. Dat is ook waarom ik de werken uit mijn eigen collectie regelmatig op een andere manier met elkaar combineer. Dat is deels intuïtief en deels nogal rechtdoorzee. Bepaalde werken kunnen vanwege hun formaat maar op een of twee plekken in huis hangen. Als je die wisselt heeft, dat weer gevolgen voor wat er omheen te zien is. Het werk van Charlotte Mutsaers is bijvoorbeeld vrij ‘hard’ van kleur: veel geel, blauw, groen, rood. Een zachte houtskooltekening daarnaast valt weg. Ik kijk vaak naar kleur, vormen en thematiek en hoe dat zich tot elkaar verhoudt. Het is vooral een kwestie van puzzelen: alle werken van de muur en dan uit gaan proberen: wat werkt, wat werkt niet, waar heb ik nog plek. En omdat ik vooral intuïtief koop en me niet laat leiden door wat ik al heb, kan het verrassend uitpakken hoe sommige beelden zich met elkaar laten combineren.
Ik ga vooral naar musea, maar initiatieven als het Amsterdam Art Weekend vind ik ook een goede en prettige manier om kennis te maken met verschillende kunstenaars, galeries en andere instellingen. Daarnaast ga ik veel naar beurzen en festivals, zoals Paris Photo, Unseen, Photo London en Les Rencontres de la Photographie in Arles. Ook de New York Art Book Fair en Photoville in New York vind ik altijd een feest. Het leuke aan dit soort evenementen is dat er vaak een brede randprogrammering is, waarbij allerlei aan de beurs of het festival gelieerde instellingen iets bijzonders organiseren, waardoor je nog meer mogelijkheden hebt om nieuwe dingen te ontdekken en inspiratie op te doen. Zo worden er bijvoorbeeld speciale tentoonstellingen, rondleidingen of artist talks georganiseerd, zijn er bijzondere privé-collecties waar je bij wijze van uitzondering een kijkje kunt nemen, of kun je kunstenaars in hun atelier bezoeken.
Hoe vaak per jaar koop je kunst? Koop je werk in oplage of liefst uniek werk?
Dat verschilt heel erg. Ik heb geen bewust aankoopbeleid - als ik tegen iets aanloop dat ik mooi vind, dat me raakt en dat ik kan betalen, dan schaf ik het aan. Ik koop eigenlijk altijd werk in oplage. Dat is vooral uit praktische overwegingen; ik heb een beperkt budget en unieke werken vallen over het algemeen in een segment dat ik me (nog) niet kan veroorloven. Daarnaast vind ik het belangrijk dat werken goed ingelijst zijn - als iets slecht ingelijst is leidt dat enorm af van het werk, terwijl minder interessant werk een boost kan krijgen van een mooie passe-partout en lijst. Bij de aanschaf van een werk houd ik dus ook rekening met eventueel extra budget voor het inlijsten.
En waar koop je dan: in de galerie, op een kunstbeurs, op een veiling of online?
Ik verzamel voornamelijk fotografie, en over het algemeen koop ik dat in een galerie, al heb ik ook weleens iets op een beurs aangeschaft. Eerder dit jaar heb ik voor het eerst online werk gekocht.
Het liefst ga ik naar galeries, omdat je daar het werk in het echt kunt zien en zo een goed idee krijgt van de kwaliteit en het formaat van de afdruk, hoe het zich verhoudt tot andere werken en hoe het ‘leeft’ in een ruimte. Daarnaast vind ik het prettig dat je in galeries rustig de tijd kunt nemen en er weinig ruis of afleiding is, zoals dat wel het geval is op beurzen.
Is het belangrijk dat jij en je partner het altijd eens zijn over een aankoop? Hoe beslis je/jullie?
Ik ben begonnen met verzamelen lang voordat ik mijn partner leerde kennen; het overgrote deel van mijn collectie bezat ik al voordat hij in mijn leven kwam. Het aankopen en verzamelen van werk hoort echt bij mij en hij laat me vrij in mijn keuze iets wel of niet aan te schaffen.
Is er een galerie waar je een speciale band mee hebt?
Ik heb lang bij Foam gewerkt en de opbouw van mijn collectie is daar begonnen, dus met Foam Editions zal ik altijd een speciale band houden. Het fijne aan die galerie is haar toegankelijkheid; Foam Editions bevindt zich in het museum en de prijzen zijn bescheiden. Geïnteresseerden kunnen zo op een laagdrempelige manier kennis maken met de wereld van de galeries en het starten van een verzameling.
Als je onbeperkt budget had, van wie zou je dan een werk aankopen?
Ik heb net als andere verzamelaars een lijst met kunstenaars wiens werk ik dolgraag zou willen hebben. Die lijst loopt uiteen van het vroege werk van Ryan McGinley naar Gregory Crewdson en van Diane Arbus via Henri Cartier-Bresson naar Edward Hopper en Wassily Kandinsky. Ik realiseer me dat deze werken buiten mijn bereik zullen blijven, maar dromen kan natuurlijk altijd!
Wie zijn je favoriete kunstenaars (op GalleryViewer), en waarom?
De eerste foto uit mijn collectie is van Popel Coumou. Ik houd erg van het grafische lijnenspel, de architectonische elementen en haar kleurgebruik. In de verte doet het me denken aan het werk van Edward Hopper.
Ik leerde het werk van Daniëlle van Ark kennen door haar serie ‘The Mounted Life’ en zij heeft ooit mijn kantoor gefotografeerd voor haar serie ‘The Curator’s Office’. Door de jaren heen heeft haar werk een enorme ontwikkeling doorgemaakt; van fotografie is het opgeschoven naar meer grafisch werk, waarin zij allerlei technieken op een interessante manier weet te combineren.
Het werk van Scheltens & Abbenes is clean, goed doordacht en met veel oog voor detail uitgevoerd. Hun beelden stralen een bijna afstandelijke perfectie uit. De onverwachte elementen die ze gebruiken en de slimme manier waarop ze die combineren en vormgeven maakt het spannend en verrassend werk waar je naar kunt blijven kijken.
Het fotografisch werk van Misha de Ridder is soms nauwelijks als fotografie te herkennen, zoals bij zijn serie ‘Falaise’. Het is subtiel werk, waar je goed naar moet kijken om de details te onderscheiden. Het nodigt uit om te onderzoeken en erbij weg te dromen.
Ik word ontzettend vrolijk van het abstracte, collageachtige werk van Ruth van Beek, waar lichtheid, humor en originaliteit uit spreekt.
Michael Wolf is bekend om zijn serie ‘Google Street View’ uit 2008 en de portretten van op elkaar gedrukte mensen in de metro van Tokio, maar ik werd gegrepen door de prachtige overzichtstentoonstelling ‘Life in Cities’, en in het bijzonder zijn serie ‘Paris Rooftops’, die in 2017 in Arles te zien was. De kracht van Wolfs werk zit hem in de overdaad van de herhaling en het feit dat hij zowel afstand als intimiteit in zijn beelden weet te leggen.