“In de natuur zorgt ook niemand voor je.” Het zou je maar gezegd worden door je vader. Luis Xertu kreeg het te horen. Hij vertrok niet veel later naar Nederland. Bijna twintig jaar later verwerkt hij de breuk met zijn familie in zijn tweede solotentoonstelling. Waar hij voorheen de betekenis van zijn doeken verhulde met codetaal, is Xertu voor het eerst duidelijk over betekenis van zijn werk.
Luis Xertu (1985) groeide op in een welgesteld milieu in Mexico. In 2004 kwam hij aan in Nederland. Hij werd aan de Rietveldacademie opgeleid tot autonoom kunstenaar en grafisch vormgever. Aansluitend werkte hij ruim 10 jaar in de theaterwereld en nog altijd verzorgt hij voor de grafische vormgeving van De Parade, de reizende preview van het komende theaterseizoen. Hij treedt pas een aantal jaar naar buiten met zijn autonome werk dat zich kenmerkt door halfnaakte mannen, zwarte achtergronden, gedroogde planten en sinds kort ook bladgoud.
Waar Xertu in zijn eerste show teruggreep op de traditie van codetaal die homoseksuele kunstenaars vaak inzetten, is het verhaal In Nature Nobody Would Care For You Either explicieter en veel persoonlijker. Dit is het verhaal van de scheiding van Xertu’s ouders en de gevolgen die dat voor hem had: van zijn vertrek naar Nederland tot de definitieve breuk met zijn vader, en het gevoel nergens echt thuis te horen.
Xertu: “De scheiding van mijn ouders werd een soort War of the Roses en ze begonnen ons [de kinderen, red.] te gebruiken als middel om elkaar te raken. Vooral mijn moeder was een gemakkelijk doelwit als haar kinderen niet goed verzorgd waren. Zij was een huisvrouw die ineens gescheiden was, geen macht had en de constant gestraft werd via ons.
Door de scheiding kwam ik in een schizofrene situatie terecht waarin ik de ene dag rijk was en de andere dag arm. Mijn vader had een penthouse met een zwembad terwijl mijn moeder geen geld had om rond te komen. Daarbij werd er de hele tijd er met je gespeeld: als je niet doet wat ik wil, word je huis uitgegooid en moet je bij die ander zijn. Het gaat niet om wat je wel of niet hebt, maar over het feit dat iemand je als eigendom ziet. Mensen met zo’n mentaliteit praten heel vaak over de natuur alsof dat een perfecte spiegel is van hoe wij het doen.”
Die natuurmetafoor is ook de reden dat Xertu veel dieren opvoert om zijn persoonlijke geschiedenis te vertellen. Dieren op de vlucht voor een natuurramp, vaak buiten de groep. Die visuele onheilstijdig combineert Xertu handig met titels die een moeizame alleingang beschrijven; titels als Recoil (tegenslag), Seclusion (afzondering), Withdrawal (terugtrekking) en Premonition (voorgevoel).
In de voorruimte zijn er vooral werken te zien met “dieren van de rijken”, zoals ara’s, honden en paarden. Op Rumination, een werk waar wel een mens op staat, nadert langzaam aan het onheil. “Hier [in de voorruimte van de galerie] is het allemaal heel fijn en heel ontspannen, maar op een gegeven moment komen ook de hogere sociale klassen in contact met de tragedie. Het is heel subtiel, maar hij zit gewoon een sigaretje te roken tussen de vlammen. Dat is wat er nu gebeurt met de hogere klassen. Ze maken zich evenveel zorgen als iedereen, maar ze zitten er ook heel comfortabel bij.”
Rumination is ook het eerste schilderij waarvoor Xertu bladgoud gebruikte om vlammen weer te geven. “Ik merkte dat het een heel heftig glimmend effect had, en toen dacht ik: eigenlijk is het grappig als je dingen laat branden met goud, vanwege de metafoor. Zou het niet mooi zijn om bosbranden te laten zien die je wilt hebben? Maar ook vanwege de klassenverhoudingen; het idee van de verzamelaar die wil een bosbrand hebben, is heel dubbel. Enerzijds heb je de hebzucht waar goud altijd mee geassocieerd wordt, anderzijds is ook heel mooi. Vaak hebben we een ingewikkelde relatie met dingen die ons kunnen doden. Een tragedie zoals een bosbrand kan ook heel mooi zijn. Dat maakt onze relatie met klimaatverandering heel ingewikkeld en gelaagd, want ineens is die niet zo eenduidig meer.
In de achterruimte zijn er werken te zien we vooral wilde dieren die of geconfronteerd worden met naderend natuurgeweld of opgesloten zitten. Zo zien we een zestal gibbons in The Bloodline is Kept Alive. Een van de zes witte slingeraapjes heeft zich afgezonderd. “Voor mij gaat dit werk over wel of geen conflict. Als je kijkt naar hoe het schilderij is opgebouwd, zie je dat het een soort dierentuin is. Het is geen natuur. Die dieren kunnen denken dat zij een hele organische relatie met elkaar hebben, maar uiteindelijk zitten ze gewoon gevangenen.”
In Seclusion (afzondering) wendt een rode vos te midden van een bladgouden veenbrand zijn blik naar ergens buiten het frame, waar de bosbrand, afgaande op de houding van de vos, nog heviger is. Op A life in the woods vechten twee herten tegen een vuurrode en goudgele achtergrond. Het is tevens het enige werk waarin er een duidelijk perspectief in de voorstelling zit. Dat is op zich niet spectaculair, maar als je bedenkt dat Xertu altijd planten verwerkt in zijn werken, betekent dat die ook perspectivisch moeten aansluiten op de rest van de voorstelling.
Door het gebruik van planten (vooral varens, onkruid en wortelloof) en de bijna standaard zwarte achtergrond heeft Xertu’s werk iets unieks en is het direct herkenbaar. Dat werpt de vraag op waarom zijn hij zo laat debuteerde. Bleef zijn autonome werk onopgemerkt of wilde hij er niet mee naar buiten treden?
Xertu: “Al mijn creatieve output zat in de grafische vormgeving. Pas vier, vijf jaar geleden durfde ik eindelijk volledig mezelf te zijn. Dat heeft ook te maken met het besluit om het contact met mijn vader te verbreken. Ik dacht altijd dat ik aan chronische depressies leed, maar die waren er ineens er niet meer. Ik was al die tijd met iemand die het water vergiftigde. Dat merk je niet, want je hebt altijd in dat water gezeten. Daarom permitteerde ik mezelf pas later mijn eigen mening te hebben, mijn eigen stijl te ontwikkelen. Mijn visuele stijl heb ik stiekem ontwikkeld, en ik vertelde mijn verhaal op een cryptische manier: als je goed kijkt, kan je het zien. Je doet alsof er niks aan de hand is, en daaronder probeerde ik de hele tijd sos-signalen naar buiten te sturen. Het was alles wat ik kende.”