Het is haast onmogelijk om naar het werk te kijken van de Nederlandse kunstenaar Janine van Oene zonder er een herkenbaar object in te willen zien. Wanneer je voor haar schilderijen staat doemen er associaties op met bloemen, planten, lichaamsdelen, dieren of zelfs kledingstukken — ogenschijnlijk uitgevoerd in een enkele, zelfverzekerde beweging. Toch kun je er meestal net niet je vinger op leggen.
Van Oene nodigt de kijker uit om vrije associaties te maken, hoewel de verbeeldingen, structuren en kleurcombinaties vaak wel degelijk verwijzen naar vormen en objecten uit de werkelijkheid. Ze vindt haar inspiratie onder meer in de natuur of architectuur, maar ook in de vorm van oude boeken of antiek servies uit een tweedehands winkel. Die inspiratie vertaalt zich vervolgens in niet-letterlijke zin naar haar doeken. Tot en met 25 juni is het werk van Van Oene te zien in een solotentoonstelling in Galerie Gerhard Hofland in Amsterdam.
De energieke en organische schilderijen van Van Oene lijken volledig intuïtief tot wording te zijn gekomen, maar er gaat wel degelijk enige planning aan vooraf: de kunstenaar maakt regelmatig schetsen in Photoshop op haar computer, voorafgaand aan het schilderproces. Het doek wordt zorgvuldig gespannen — een proces dat de kunstenaar vergelijkt met het dekken van een tafel — en de verf wordt nauwgezet gemengd. Op het doek verschijnen vervolgens grote, dynamische bewegingen, die getekend worden door een bepaalde zeggingskracht. De dikte wordt daarbij veelal bepaald door de gekozen kwast.
De resulterende verbeeldingen dragen elementen van figuratie en abstractie en de soepele, sierlijke vormen verwijzen visueel naar kalligrafie. Van Oene werkt regelmatig aan meerdere doeken tegelijkertijd en neemt daardoor tussendoor fysiek afstand van een schilderij. Wanneer ze terugkomt kan ze vaak instinctief bepalen wat het doek verder nodig heeft.
Na haar studie aan de HKU rondde Van Oene een residentie af aan De Ateliers en AGA Lab in Amsterdam en Bison Caravan in Brazilië. Ze maakte onder meer werk in opdracht voor het K.F. Heinfonds in de foyer van Tivoli Vredenburg in Utrecht. De schilder sleepte daarnaast verschillende prijzen in de wacht, waaronder de Buning Brongers Prijs (2014), de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst (2017) en de Jeanne Oosting Prijs (2020). Haar werk is onder meer opgenomen in de collecties van De Nederlandse Bank, KMPG, Koninklijke Verzamelingen, ING Art Collection en AkzoNobel.