Doorheen het structureren van de natuur belandt Piet Mondriaan uiteindelijk in de absoluut ideële abstractie. Vanaf dat moment maakt hij composities met geometrische vormen zonder enige verwijzing naar de natuur. Zijn werkwijze wordt een zichzelf genererend ideëel systeem. In wezen is het dit soort proces dat door Husserl beschreven wordt in “Over de Oorsprong van de Meetkunde”. Het meten maakt zich in Egypte los van zijn concrete functie -het opnieuw vastleggen van de grenzen van de rijstvelden- om een abstract systeem te worden. Voor Husserl is deze losmaking uit de concrete realiteit de oorzaak van de crisis waarin het Europese denken is beland. Husserl constateert een vervreemding van ons denken, het heeft nog slechts een instrumenterende functie. Dat het westers wetenschappelijk - economisch denken in crisis verkeert valt in tijden van klimaatopwarming moeilijk te loochenen. Deze analytisch rationele benadering van de realiteit is ontstaan bij Descartes. Descartes was er van overtuigd dat dank zij de analytische methode alles rationeel te verklaren is. Daardoor wordt de mens op zich een te bestuderen object. Tot ontzetting van de radicaal rationalisten blijft er toch nog altijd een moeilijk te analyseren subject, een weerstand biedende rest waar de ratio maar geen vat op krijgt. De mens heeft ziel. Dat de mens een verlangend wezen is, zich bewust van zijn sterfelijkheid en de absurditeit van deze conditie blijft moeilijk rationeel te verklaren laat staan te bemeesteren.
Maar ook op het vlak van de taal is deze problematiek niet ver weg. Mallarmé maakte reeds onderscheid tussen een voor de gewone communicatie te hanteren taal en de poëtische taal, een taal die in staat is doorheen haar kieren en spleten de onzegbaarheid te pareren. Een gedicht schrijven -net als eender welke tekst- is een praktijk. Een proces waarin de schrijver bij zichzelf inhouden naar boven haalt die anders onbewust of op zijn minst sluimerend waren gebleven.
Het is een soort zelf- psychoanalytische praktijk.
Ook de beeldende kunst heeft dat vermogen.
In mijn beeldende praktijk genereer ik beelden die mij toegang verschaffen tot mijn eigen wereld- ik ga tekenend in communicatie met mezelf- maar doorheen de concrete beelden komt er ook een communicatie met de ander op gang