‘Summer Vibes - Young Female Artists’ is de passende titel voor een zomerse tentoonstelling met levendig, kleurrijk en ruimtelijk werk van jonge vrouwelijke getalenteerde kunstenaars. Bonnie Severien, Nadja Schlenker, Bregje Sliepenbeek en Florentijn de Boer verweven vrijelijk design, kunst, architectuur en de natuur met elkaar in hun installaties, schilderijen en objecten.
Pien Rademakers koos jonge vrouwelijke kunstenaars die raakvlakken hebben wat betreft hun gedeelde inspiratiebronnen, maar de materiaalkeuzes, technieken en uitkomsten zijn verrassend uiteenlopend. Bonnie Severien (1978) kiest vaak voor een contrastrijke balans tussen de strakke architectuur en de dynamische natuur. Haar grote doeken ademen een jaren vijftigsfeer vanwege haar bijzondere kleurgebruik dat in haar nieuwste werken is verschoven naar zomers taupe, paarsrood, flessengroen en pastel. De modernistische architectuur in een weelderige jungle van planten en bloemen, trekt de kijker meteen in een gedroomde realiteit, die iets contemplatiefs heeft zoals in de schilderijen van Caspar David Friedrich. Het zijn verstilde plekken in de door de menselijke hand gecultiveerde natuur.
The Secret Garden
Haar nieuwe serie getiteld The Secret Garden is met een projectsubsidie van het Mondriaanfonds tot stand gekomen en ook hierin toont de kunstenaar haar geënsceneerde en geassembleerde wereld waarin ze speelt met schaalverschillen tussen de natuur en een strakke geometrische architectuur. Hiervoor plukt ze planten uit eigen tuin of wilde bloemen in de berm in haar omgeving, fotografeert die en stelt er een collage mee samen. Elke lijn en elk blaadje wordt met tape afgeplakt, uitgesneden en ingeschilderd waardoor een grafisch effect ontstaat. De planten representeren groei, overvloed, voorspoed en onschuld. De zwerm vuurvliegjes die om de beurt licht geven en uiteindelijk doven, staan voor zowel het leven als de vergankelijkheid.
Severien mixt in haar werk naar hartenlust stromingen in de Nederlandse schilderkunst, zoals de 17e-eeuwse bloemstillevens en Vanitasschilderijen, maar ook op Matisse geïnspireerde planten en bloemen in geometrische patronen, het strakke lijnenspel van De Stijl, de weelderige vormen van de Amsterdamse School en de oeroude Drentse Trechterbekercultuur, totdat ze een contrastrijk evenwicht heeft gevonden.
Stedelijke collages
De recent aan de Gerrit Rietveld Academie afgestudeerde Nadja Schlenker (1989) en Bregje Sliepenbeek (1986) begeven zich beiden op het grensgebied van architectuur, ruimtelijkheid en kunst. Schlenker heeft een grote interesse in steden en architectuur, vooral in relatie tot mensen. Ze woonde in Rome, Beiroet, Bangkok, Berlijn en Amsterdam en noemt steden collages waarin sociale, politieke en historische aspecten zich vermengen. “Achter de gebouwen schuilen verhalen die mij inspireren”, zegt ze.
In de galerie installeert ze een tweeënhalve meter hoge ‘cityscape’ en onderzoekt hoe de objecten en bezoekers zich tot elkaar verhouden. Je kunt door de speelse en tactiele objecten bewegen, ze aanraken en de installatie als geheel ervaren, maar de objecten functioneren ook als losse sculpturen of functionele objecten.
Ruimtelijke sieraden
Ook Bregje Sliepenbeek (1986) kiest voor ruimtelijkheid. Ze studeerde sieraadontwerp, maar maakt geen draagbare juwelen. Het zijn eerder grote, ruimtelijke sieraden, lichtgewicht wandkleden, mobielen en objecten van metaal of aluminium die altijd in beweging zijn; ze reageren op licht en luchtstromen en reflecteren de omgeving. Haar nieuwste werken zijn ontwikkeld met een subsidie van het Mondriaanfonds tijdens een residency in Eindhoven. Met in mallen gegoten metaal maakte ze raamwerken met open structuren. Haar werk kenmerkt zich door een grote mate van ambachtelijkheid. Met verschillende technieken en bewerkingen kneedt ze het harde metaal tot een tactiel, bijna vloeibaar en bewegend materiaal.
Verstilde en bewegende bloemen
Na een serie meer abstracte schilderijen zijn haar nieuwe werken figuratiever en zomers, maar nog altijd kleurrijk, gelaagd en vol beweging. Florentijn de Boer (1993) heeft haar blik op de wereld kleiner gemaakt en dichter bij huis inspiratie gevonden. Zoals in bloemstillevens van oude meesters gaat het in haar werk over vergankelijkheid, sterfelijkheid maar ook over zuiverheid en bewondering voor de schepping.
Op het doek bevriest de kunstenaar de tijd; de bloemen en patronen staan een moment stil voordat ze onherroepelijk de overgang naar de vergankelijkheid maken, thema’s die ook in het werk van Bonnie Severien een rol spelen. Tegelijkertijd biedt De Boer de suggestie van beweging, alsof een zomerbries de bloemenbladeren doen trillen. Ze speelt met het spanningsveld tussen vlakheid en diepte, tussen verschijnen en verdwijnen en tussen invullen en weglaten.