Sinds enkele jaren is Tanja Engelberts geïnteresseerd in de fossiele industrie. In eerdere projecten bestudeerde ze de zoektocht naar rijkdommen in Wyoming en het snel veranderende landschap van de offshore-industrie aan de Noordzee.
Dit jaar ontwikkelde ze Petroleum Borealis tijdens een residentie in het Banff Centre for Arts and Creativity in Canada. De teerzand industrie, de schaal, de geschiedenis en de impact op het milieu fascineerden haar en moedigden haar aan om het Athabasca-gebied te onderzoeken.
Wanneer men kijkt naar de oevers die de Athabasca Tar Sands omsingelen, is het moeilijk om voor te stellen dat dit verre landschap met zijn kleverige donkere aarde van enige waarde is. Uit deze grond worden dagelijks 4 miljoen vaten olie gehaald; hier bevinden zich namelijk de grootste olievelden van Canada. Omdat dit proces voornamelijk verborgen wordt voor buitenstaanders, is vliegen boven deze grond de enige manier om de uitgestrektheid van deze industrie te ervaren en te zien.
In Petroleum Borealis laat Tanja Engelberts het tragische resultaat van de industrie voor fossiele brandstoffen zien. Ze fotografeerde boven het boreale bos, legde de teerzand industrie vast en maakte foto's van een verlaten teerzand mijn. Het toont het landschap dat wordt verwoest door menselijk toedoen.
Ze maakt gebruik van teerzand om verschillende afbeeldingen af te drukken. De textuur van dit materiaal is een tastbaar aandenken aan een landschap dat verloren is gegaan door verwoesting. Bij sommige van deze afdrukken is het zand afgeschraapt, waardoor alleen een spookachtig spoor van een landschap te zien is. Andere afdrukken zijn geproduceerd met de saaie zwarte koolstof van petroleumcokes (een restant van het olieraffinage proces).