Er is een zekere stilte in de analoge foto's van Awoiska van der Molen. De stilte van een beeld dat, om te kunnen ontsnappen aan de voortdurende snelle stroom van beelden vin ons tijdperk, stilstaat. Zonder verwijzingen naar een specifieke tijd en locatie, bereiken de landschappen van Van der Molen een abstractie-niveau dat verder gaat dan het gefotografeerde onderwerp: het zoekt naar de 'ongerepte kern' van dingen, zoals de kunstenaar zelf zegt.
Haar voortdurende zoektocht heeft de kunstenaar ertoe gebracht af te reizen naar afgelegen plaatsen waarvan ze terugkeert met een kleine selectie foto's op film. Tijdens het ontwikkelen in de donkere kamer ontstaan beelden, die meer te maken hebben met de ervaring van de kunstenaar met een plek dan met een registratie van de realiteit. Van der Molen's werk wordt bepaald door haar isolatie en totale onderdompeling in de natuur tot het punt waarop blik en perceptie vervagen.