In de landschappen van Sandra Kruisbrink (1961) heerst een stilte zoals die in ons over georganiseerde Nederlandse landschap bijna niet meer bestaat.
Ze gebruikt foto’s van wandelingen in de Zwitserse Alpen of de fjorden van Scandinavië of andere plekken ver van de bewoonde wereld als vertrekpunt om een essentie, een verstilde ervaring, of het onzegbare op papier te tekenen.
Kruisbrink: “In grote pigment inkt-prints kun je verschillende wegen vanuit eenzelfde uitgangspunt bewandelen. Je maakt vergelijkbare keuzes: hoe zou het zijn als je niet deze afslag, maar de vorige had genomen, als je bij een tweesprong niet voor rechts maar voor links had gekozen? Bij het tekenen is dat net zo.”
Daarom maakt Kruisbrink soms variaties van een zelfde beeld of gaat ze in een tekening alle richtingen uit en neemt ze intuïtief alle afslagen tegelijkertijd zodat je als kijker bijna de weg en gevoel voor tijd kwijt raakt. “Af en toe keer ik op mijn schreden terug en breng een nieuwe laag aan op het papier, maar de eerdere wandeling blijft als een herinnering of schim op de achtergrond aanwezig.”