Heeft u kunst van huis uit meegekregen?
Creativiteit werd zeker gestimuleerd door mijn ouders. Als basisschoolkind was ik altijd aan het tekenen, bouwen en verhalen schrijven. Verder waren tijdens vakanties in Frankrijk, Spanje of Italië bezoeken aan musea vaste prik. Zo herinner ik me nog dat ik op tienjarige leeftijd twee uur lang in de rij heb gestaan voor het Palazzo degli Uffizi in Florence. Ik verveelde me geen moment, er was genoeg te zien tijdens het wachten, maar ik herinner me ook hoe ik onder de indruk was van de collectie toen we eindelijk binnen waren. Vooral het werk van Botticelli maakte toen, en nog steeds, indruk.
Hoe bent u in aanraking gekomen met de kunstwereld?
Ik had het geluk om op een middelbare school te zitten waar veel aandacht was voor kunstvakken. Zo had ik beeldende vorming én dans in mijn pakket. Stiekem ben ik zelf een beetje een maker, maar ik koos voor de ‘veilige weg’: een bachelor Algemene Cultuurwetenschappen en vervolgens een master Erfgoedstudies. Binnen deze studies was er meer aandacht voor het maken van tentoonstellingen voor cultuurhistorische musea dan kunstmusea, maar hedendaagse kunst bleef in mijn leven.
Zo was ik zelf performer voor andere kunstenaars, zoals Sonia Cillari, en deed ik aan het begin van mijn studie in 2007 vrijwilligerswerk bij W139. Dat was aanvankelijk voornamelijk postzegels plakken op de enveloppen voor de uitnodigingen, maar ik had het geluk dat ik bij de organisatie terechtkwam op het moment dat W139 weer heropende na een grondige verbouwing. Zo assisteerde ik ineens Adriaan Rees met het maken van sculpturen die uit de muur en de grond verrezen. Ook werd ik geselecteerd voor het honours-programma ‘Art and Research’, een samenwerking tussen de UvA en de Gerrit Rietveld Academie. Acht studenten van de universiteit en acht kunstenaars in spe werden een jaar lang aan elkaar gekoppeld, om te onderzoeken waar kunst en wetenschap elkaar zouden kunnen vinden en aanvullen. Het eindresultaat was een tentoonstelling in 2009 in de Veemvloer en een publicatie, beide getiteld ‘Sleep Around More!’.
Wat was uw eerste betrekking in een galerie? Of bent u gelijk zelf een galerie gestart?
In 2013 werd ik aangenomen als galeriemanager bij ontwerper Piet Hein Eek in Eindhoven. Hij heeft daar een grote oude Philipsfabriek omgetoverd tot meubelfabriek, winkel, restaurant, theater, hotel en galerie. De galerie bestond uit twee verdiepingen, waar elke drie à vier maanden nieuwe exposities werden gemaakt – letterlijk. Dat waren namelijk reusachtige projecten, omdat Piet voor elke expositie een nieuwe wandopstelling ontwierp. Het materiaal en de expertise had het bedrijf al in huis, en daarom werd alles uit de kast gehaald. Daar werkte ik samen met kunstenaars als Bert Teunissen, Linda Nieuwstad, James Cauty, Gerd Rohling, Marc Mulders, Marc Ruyrok en Tokihiro Sato.
Ik heb daar 2,5 jaar gewerkt, maar ik miste Amsterdam en solliciteerde daarom op de vacature van galeriemanager bij Galerie Bart. Daar werk ik nu alweer zes jaar en ik ben inmiddels director. Ik ben dus niet de eigenaar van de galerie, dat is Bart Hoogwegt. Hij is eigenaar van twee locaties: in Nijmegen hebben we onze projectruimte Expo Bart, waar kunstenaars uitgenodigd worden om twee maanden lang ter plekke werk te maken. Samenwerkingen met kunstenaars uit andere disciplines worden aangemoedigd. Zo werkte Jochem Rotteveel, een van onze kunstenaars, afgelopen herfst samen met het modeontwerpersduo Elliot Collective.
Hoe zou u het profiel van uw galerie willen omschrijven?
Galerie Bart probeert een galerie te zijn waar iedereen zich welkom voelt, zowel jonge mensen die hun eerste kunstwerk willen kopen als doorgewinterde verzamelaars. We proberen open en transparant te zijn en we zien het als onze missie de drempel om een galerie binnen te stappen te verlagen. We maken zes tot acht exposities per jaar, en die maken we uiteindelijk vooral om gezien te worden: een bezoeker is daarom net zo welkom als een koper. We vertegenwoordigen zowel beginnende kunstenaars als mid-career kunstenaars die al een aantal jaren bij ons exposeren. We werken voornamelijk samen met kunstenaars die afgestudeerd zijn aan een Nederlandse kunstacademie. Galerie Bart bestaat volgend jaar alweer twintig jaar en zo zijn een heel stel startende kunstenaars met ons meegegroeid. We vertegenwoordigen schilders, beeldhouwers, tekenaars, fotografen en installatiekunstenaars. We hebben een voorkeur voor kunstenaars die speels werk maken, waarbij de esthetiek en het concept in balans zijn. In eerste instantie kan het werk serieus aandoen, maar wanneer je je langer verdiept, stuit je vaak op iets humoristisch.
Galerie Bart is onderdeel van een grotere organisatie. Zoals gezegd bestaat onze organisatie uit twee locaties: de galerie in Amsterdam en de projectruimte in Nijmegen, op het Honigcomplex. Eind dit jaar sluit deze projectruimte, om in 2022 weer open te gaan op NYMA-terrein, eveneens in Nijmegen. Intussen gaat Bart het Honigcomplex renoveren en zal daar een kunst- en cultuurhuis openen, waar Expo Bart dan weer naar terugverhuist. Ook zullen er drie andere galeries, een theater, een restaurant, café en een open podium zich vestigen.
Wat vindt u het mooiste aspect van het vak galeriehouder?
Dat dit beroep zo ontzettend veelzijdig is. Ik ben alles tegelijk: curator, coach, projectmanager, relatiemanager. De ene dag ben ik in het atelier van de kunstenaar om diens nieuwste werk te leren kennen, de andere dag ontmoet ik honderden mensen op een kunstbeurs. Van beide situaties krijg ik enorm veel energie.
Met welke galeries voelt u zich nationaal/internationaal verwant?
Ik ben er inmiddels achter gekomen dat elke galeriehouder op zijn of haar eigen manier het beroep invult, en dat er meer dan één manier is waarop een galerie gerund kan worden. Onze galerie is anders dan veel galeries in Nederland, omdat achter Galerie Bart niet één of twee eigenaren, maar een team zit. Daarom heb ik bewondering voor galeriehouders die een nieuwe draai aan het vak durven te geven. Graag noem ik No Man’s Art Gallery, zij weten een bar en een galerie perfect samen te laten gaan. Ook wil ik Mini Galerie noemen, gerund door Julia van der Meer. Zij verruilde recent haar galerie aan de Kinkerstraat voor een showroom in De Hallen. Daar kan op afspraak werk van haar vaste groep kunstenaars bekeken worden. Ze koos voor een meer flexibelere vorm van het runnen van een galerie, waarbij ze exposities op verschillende locaties in het land organiseert. En als laatste noem ik dan nog Galerie Fleur en Wouter. Zij zijn een galerie met veel lef, door samenwerkingen aan te gaan met kunstenaars die opereren op de grens tussen kunst, design en fashion, maar ook door het tonen van outsider art in hun galerie.
In een ideale wereld: welke kunstenaar zou u het allerliefst vertegenwoordigen?
De Boliviaans-Amerikaanse kunstenaar Donna Huanca. Ik ben enorm fan van haar interdisciplinaire werkwijze. Alles valt op de juiste manier samen in haar werk. De wijze waarop haar performances, haar schilderijen en sculpturen in elkaar overlopen, is verbluffend.
Wat is er veranderd in de kunstwereld sinds u uw eerste stappen zette?
Zowel galeries als verzamelaars staan meer open voor het online aanschaffen van kunst. Toen ik net begon te werken voor Galerie Bart schoten de kunstverkoopapps en platforms als paddenstoelen uit de grond. Slechts een handjevol heeft dat overleefd, zoals dat gaat. Deze platforms zijn er steeds meer op gericht om online de ervaring van een fysiek galeriebezoek te evenaren. Zo bereik je ineens een veel groter en internationaler publiek. En gezien de pandemie, daar is het woord weer, is dat natuurlijk een uitkomst. Als galerie is het ook ontzettend leuk om onze website als een verlengstuk van onze galerie te zien. Hoe kunnen we die ervaring zo goed mogelijk maken? Maar ook: hoe kan deze online ervaring ervoor zorgen dat mensen ons ook fysiek komen bezoeken?
Wat/wie verzamelt u zelf?
Ik noem mijzelf een startende verzamelaar. Sommige werken zijn aan mij gegeven door kunstenaars waar ik mee heb samengewerkt, andere werken heb ik aangeschaft. Aan de muur bij mij thuis hangen diverse kunstenaars, er valt nog niet echt een lijn in te ontdekken. Ik heb werk in bezit van AdeY, Erik van Lieshout, Anders Scrmn Meisner, Loes Koomen, Marleen Sleeuwits, Marc Mulders, Lola Keyezua, Tibor Dieters, Sanne Maloe Slecht, Anne Forest en Elysia Byrd.
Heeft Corona uw denken over de kunstwereld beïnvloed?
Toen we onze deuren moesten sluiten tijdens de lockdown, werden we nog meer bewust van de belangrijke positie die galeries innemen binnen de kunstwereld. We zijn een schakel tussen kunstenaars, bezoekers, verzamelaars, curatoren, kunstcritici, bedrijfscollecties en musea. Omdat de galeriewereld voor veel mensen buiten het veld gesloten lijkt, zoeken we nu steeds naar manieren om dit meer open te breken, en daarmee eigenlijk het tegendeel te bewijzen. Het maken van ons eerste seizoen van onze podcast Uit De Kunst, waarbij we verschillende spelers uit het veld uitnodigden om bij ons aan tafel te gaan zitten en te praten over diens vakgebied, is daar een voorbeeld van. Zo hebben Joyce Dunki Jacobs, curator bij DELA Kunstzaken, Sheila Verdegaal, galeriemanager bij Galerie Ron Mandos, en Denise de Boer, projectdirecteur en kwartiermaker van het op te richten Kunstmuseum Flevoland, bij ons aan tafel gezeten. Ik kijk uit naar het tweede seizoen dat voor het komende jaar op de planning staat.