Bij Ellen de Bruijne PROJECTS in Amsterdam kun je tot en met 20 november de solotentoonstelling ‘She called me a woman’ bekijken van de multidisciplinaire kunstenaar Tyna Adebowale. De Nigeriaanse kunstenaar rondde in 2018 een residentie af aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten en is daarna in Amsterdam gebleven. Adebowale begon in eerste instantie met het maken van schilderijen en tekeningen, maar heeft haar praktijk sindsdien uitgebreid met video’s en installaties.
De vaak grootschalige werken van Adebowale tonen krachtige en uitdagende figuren, veelal tegen een achtergrond van monochrome kleuren. De figuren zelf bestaan uit gedetailleerde zwart-wit patronen — een wirwar van lijnen en geometrische vormen die van zichtbij iets duizelingwekkends hebben. Adebowale toont veel tweetallen, naar eigen zeggen omdat ze zelf de helft vormt van een tweeling. Haar tweelingbroer is jong overleden, maar de kunstenaar voelt nog steeds een diepe band met haar broer, die ze beschouwt als haar alter ego. Soms versmelten ze in haar werk. Adebowale: “Mijn tweelingbroer en ik, mijn mannelijke kant en ik, verbeeld als één persoon.” Die genderfluïditeit kenmerkt de kunstenaar, wier voornaamwoorden zij/haar/hen zijn. Soms gebruikt ze twee personen om een bepaalde tegenstelling uit te drukken: vreugde en pijn, of tederheid en ruwheid.
Het lichaam verwordt daarbij tot een symbool voor een aantal diepgewortelde onderwerpen waaronder gender en identiteit, queerness, normativiteit en uitsluiting — en dan in het bijzonder de manieren waarop queer mensen, verhalen en geschiedenissen gerepresenteerd worden. De Nigeriaanse kunstenaar reist regelmatig terug naar haar geboorteland, waar het leven van queer personen aanzienlijk is verslechterd sinds de invoering van de beruchte ‘Anti-Gay-Law’ in 2014. LHBTQAI+ rechten worden niet erkend in Nigeria en relaties tussen personen van hetzelfde geslacht zijn strafbaar. De wet leidde bovendien tot een golf aan homofobie en uitsluiting op basis van religieus conservatisme.
Adebowale werkt regelmatig samen met lokale queer gemeenschappen, zowel in Nigeria als in Nederland. De kunstenaar traceert daarbij ook de geschiedenissen van deze communities in Nigeria. Vóór de koloniale overheersing was genderfluïditeit namelijk veel alledaagser in de Afrikaanse culturele en spirituele geschiedenis, ook in Nigeria. Het Britse onderwijs en de Christelijke bekering maakten hier al snel een einde aan. De erfenis van het Westers imperialisme is nog steeds goed voelbaar in de Nigeriaanse maatschappij, die vóór de komst van de Europeanen sterk gericht was op vrouwen. Hen is gefascineerd door de manieren waarop de hedendaagse inwoners van Nigeria vervreemd zijn geraakt van hun geschiedenis en tradities.
Adebowale: “Hoe kan het dat we leven in een patriarchale samenleving, terwijl vrouwen de scheppers van de mensheid zijn? Waarom heeft onze samenleving het belang van vrouwen uitgewist? De maatschappij legt vrouwen nu het zwijgen op! Ik ben hier nog steeds boos over en voel daarom sterk de behoefte om deze problemen aan te pakken. Ik kanaliseer deze woede in activisme en onderwijs. [Want] vóór de kolonisatie was Nigeria een matriarchale samenleving, met ruimte voor iedereen. Vrouwelijke mannen konden hun plaats in de samenleving innemen en vrouwen mochten trouwen met andere vrouwen, mits ze economisch onafhankelijk waren en de bruidsschat konden betalen. Het christendom en het kolonialisme veranderden de samenleving volledig. Ze hebben onze identiteit uitgewist en gezorgd voor een diepgewortelde verdeeldheid en achterdocht, zelfs binnen families. In mijn werk ga ik dieper in op deze onderwerpen en gebruik ik mijn eigen queer lichaam om deze geschiedenis te onderzoeken.”
Adebowale kijkt daarbij ook naar manieren waarop deze verhalen een echo vinden in andere maatschappijen. Ze maakt in haar werk mensen en gemeenschappen zichtbaar die normaliter gereduceerd worden tot de rafelranden van de maatschappij, wiens veiligheid maar zelden gegarandeerd is — ook in Amsterdam. Hen beschouwt kunst als een krachtig middel voor maatschappelijke verandering. Ook ontheemding, de Nigeriaanse diaspora en een gevoel van gemeenschap en verbondenheid spelen een centrale rol in het oeuvre van Adebowale, onderwerpen die haar als emigrant persoonlijk raken. Hen benoemt daarbij ook de bijzondere situatie van ontheemding als queer persoon.
Het is overigens een gemakzuchtige oversimplificatie om de deels zwart-witte werken te reduceren tot een stijlfiguur om rasverhoudingen te duiden. De kunstenaar laat zich — terecht — niet reduceren tot een overzichtelijk hokje.
Adebowale: “Ik wil niet denken in termen van zwart versus wit, omdat dit grenzen zijn die bedacht zijn door kolonisten. Als je zegt dat iemand zwart is, dan maak je gebruik van een onderdrukkend woord. Ik beschouwde mezelf nooit als zwart, totdat ik reizen ging maken buiten Nigeria. Ik zie mezelf als onderdeel van een koninklijke clan uit de Kukuruku-heuvels van de staat Edo in Nigeria. Ik pas niet in een manipulatief, zwart hokje. Ik ben ook geen vrouwelijke kunstenaar; ik ben een mens en een kunstenaar.”Hen zit op dit moment in het tweede jaar van de prestigieuze BlackRock Senegal residency, die werd opgericht door niemand minder dan Kehinde Wiley. De kunst van Adebowale was onlangs te zien in het Amsterdam Museum en afgelopen week presenteerde de galerie haar nog op de FIAC in Parijs. Haar werk is onder meer opgenomen in de collectie van de beroemde verzamelaar Valeria Napoleone.