In de rubriek ‘De keuze van…’ laten we een keur aan kunstliefhebbers (van incidentele kopers tot kunstprofessionals) aan het woord over hun beleving van kunst, en vragen we naar hun voorkeuren: waar zien ze het liefste kunst? Waar kopen ze, en vooral: wie kopen ze? In dit deel Kitty De Coninck (advocate, 65 jaar)
Wat betekent kunst voor u?
Dat is een heel moeilijke vraag. Ik analyseer niet, als het over kunst gaat spreek ik over buikgevoel. Het is voor mij een natuurlijk gegeven, ik leef graag midden in de kunst die ik koop, en dat is goed te zien bij mij thuis. Voor mij is kunst een meerwaarde, geen troost, want dat is vergankelijk, maar een ontzettend cadeau. Je zult mij niet zien met juwelen of design handtassen, ik steek mijn geld liever in een jonge kunstenaar.
Ik kom uit een arbeidersgezin, ik groeide op in een katholiek dorp, daar kwam je geen kunst tegen. Eigenlijk ben ik met kunst in contact gekomen op de universiteit. Ik werkte in die tijd bij Studio Skoop, dat was de plek waar linkse progressieven en kunstenaars samenkwamen. Daar ontmoette ik onder andere Jan Vercruysse. Kunst is een constante in mijn leven gebleven.
De eerste keer dat ik met design meubels in contact kwam was ik tien jaar oud, dat was bij de werkgever van mijn vader. Dat was voor het eerst dat ik met schoonheid in aanraking kwam, ik stond als kind perplex hoe schoon meubels kunnen zijn.
Waar haalt u uw informatie over het wel en wee in de kunstwereld vandaan: krant, vakbladen, televisie, online?
Ik lees een aantal kunstbladen: The Art Coach, HART, Openbaar Kunstbezit Vlaanderen, kranten, maar ook veel online. Op Instagram ga je van het een naar het ander: via de kunstenaars zie je bij welke galeries ze zitten, dan volg je die galeries, en musea. In kranten staan vooral al gevestigde namen, ik ben op zoek naar vernieuwende kunst, dat is voor mij belangrijk.
Waar bekijkt u het liefste kunst? In een galerie, museum, een beurs of online?
Ik kijk het liefst naar kunst in galeries en op kunstbeurzen, en online. In galeries omdat er tijd is om alles rustig te bekijken; ik probeer ook altijd naar openingen te gaan of een avant-vernissage, dan kun je én de kunstenaar ontmoeten én de galeriehouder heeft meer tijd. Ik hou van beurzen vanwege het hectische, het is een overvloed. Ik ga vaak een volgende keer terug, en wat me bijgebleven is ga ik dan extra goed bekijken. Ik ga graag naar het SMAK toe op de zondagochtenden. Ik bekijk online allerlei platforms, vooral initiatieven zoals Showhouse JayJay en Ballroom Project, daar worden veel jonge kunstenaars getoond voor leuke prijzen, en daar support je gelijk jong en beginnend talent mee.
Hoe vaak per jaar koopt u kunst? Koopt u werk in oplage of liefst uniek werk?
De laatste tijd koop ik meer, door corona, je bent dan toch op je zelf geworpen, meer alleen, je kijkt dus vaker naar kunst. Het gevoel van kunst bij je thuis is niet vluchtig. Ik struin niet iedere week galeries af, het gaat in vlagen. Ik koop graag in Gent, om twee redenen: ten eerste omdat er veel goede galeries zijn die goed jong talent tonen, daar ben ik altijd naar op zoek, en het is natuurlijk fijn om bij Gentse galeries te kopen. Mensen moeten vooral kopen wat ze zelf goed vinden, ze moeten hun goesting doen en zich niet laten beïnvloeden door de markt of door galeries. In een galerie spreek ik graag met de kunstenaar, maar niet als ik naar kunst wil kijken, dan wil ik niet afgeleid worden, en zelf beslissen.
En waar koop je dan: in de galerie, op een kunstbeurs, op een veiling of online?
Ik koop het meest in een galerie, omdat ik toch wel graag het werk in het echt wil zien, en ook wel af en toe op een beurs. Ook soms online. Maar dan eerder klein werk op papier.
Is het belangrijk dat u en uw partner het altijd eens zijn over een aankoop? Hoe beslist u/jullie?
We hebben er nooit ruzie over gehad, jamais. Op kunstgebied, over ons huis en onze meubelen, hebben we nooit ruzie. Ik ben het meeste thuis, mijn man is voor zijn werk veel weg. En omdat ik er meer ben, is het voor mij iets belangrijker. We gaan altijd samen naar de galerie. Kunst kijken we altijd met z’n tweeën, daardoor kennen we elkaars smaak goed. Als je midden in de kunst leeft, mag er geen werk zijn wat een ander lelijk vindt.
Is er een galerie waar u een speciale band mee heeft?
Tatjana Pieters in Gent, want die ken ik het langst, zelfs nog voor ze haar eigen galerie startte, kwam ik al bij haar over de vloer. Dat zal sinds 2004 zijn. Tatjana en ik delen vaak dezelfde smaak; ze toont veel jong talent, is altijd op zoek naar jonge kunstenaars, ze neemt risico’s, ze toont ook extreem werk, ze is veelzijdig. We hebben gesprekken over kunst en dat gaat soms zelfs over de sokkels waar de kunst op staat. Ik vind het belangrijk dat een galerie de kunst op een goede manier presenteert. Als je een galerie of een beurs binnenkomt, is de eerste indruk toch de opbouw van de show. Dan kun je een ‘wow gevoel’ krijgen. Ook kom ik graag bij Barbé-Urbain. Oliver Barbé is open en eerlijk, hij dringt zich totaal niet op. Ik liep daar een keer binnen vanwege het werk van Flexboy & L.A.. Na een half uur was het als of we elkaar al jaren kenden, we hebben een goede voeling met elkaar. Met hem kan je over alles spreken, en hij staat open voor wat je van de kunst vindt die hij toont.
En Bruthaus Gallery. Bij Joris voel je goed aan dat hij zeer begaan is met zijn kunstenaars, dat hij daar een goede band mee heeft, en hij weet die band en dat gevoel ook goed over te brengen. En ook hij toont veel jonge talent, zoals Joelle Dubois en Nina Van Denbempt. Ik vind het goed dat hij van die feministische madammen toont.
Als u een onbeperkt budget had, van wie zou u dan een werk aankopen?
Ik zou nog veel meer kunst kopen, maar in dezelfde lijn. Ik hou ook erg van oude en hedendaagse meesters, maar vind het toch zeer wenselijk dat collectioneurs hun collecties openstellen voor het publiek zodat iedereen er kan van genieten. Rothko of Warhol bijvoorbeeld, zijn hele grote namen; zulke meesters horen thuis op openbare plekken, die moet je niet voor jezelf houden. Een collectioneur die een werk koopt van een grote meester en dat vervolgens in een kluis opbergt, achter slot en grendel, dat is toch verschrikkelijk.
Wie zijn je favoriete kunstenaars (op Gallery Viewer), en waarom?
Ben Edmunds is een jonge gast uit Engeland, die zeer uitgepuurd werk maakt. Alle ballast is overboord gegooid. Geen streepje te veel. Alleen de essentie blijft over. Zeer extreem. Hij spuit zijn verf over de doeken zodat er grote kleurenvlakken ontstaan, en combineert dat dan aan de rand met elementen uit extreme sporten zoals bergbeklimmen en speleologie. Daardoor ontstaat een soort zeer vernieuwend abstract expressionisme. Wij hebben recent een groot – bijna volledig zwart –werk aangeschaft van vier meter hoog. Het is van een zeldzame intensiteit, die nog wordt bevorderd door wat blauw onderaan de rechterzijkant en bovenaan, in de punt. Je kunt er niet aan voorbij gaan zonder erbij stil te staan.
Ik had bij het zien van Charles Degeyter onmiddellijk grote voeling met zijn werk. Dat zal zeker te maken hebben met onze interesse in taxidermie. Hij geeft de beestjes, die altijd op een natuurlijke wijze zijn gestorven, een tweede leven. Door die te integreren in zijn oneindige fantasie, en te combineren met 3D geprinte elementen, maakt hij er fascinerende kunstwerken mee. Ook zeer dikwijls maatschappelijk geëngageerd. Zoals zijn kreeften met poppenhoofdjes; kreeften die in sterk vervuilde wateren allerlei troep tegenkomen zoals plastieken voorwerpen en afval en dus ook plastieken poppenhoofdjes.
Ik hou erg van het werk van Caroline van den Eynden, omdat het zeer architecturaal is. Mooie strakke belijningen. De doorzichtige lege ruimtes trekken aan. Het ziet er een ideale plek uit om te wonen, maar bij nader kijken is er niet eens een weg naartoe. Geen trap. Geen deur. Geen meubelen. Geen mensen. Het hangt in het ijle, en zorgt voor verwarring. De spanning tussen wat is en wat niet is, tussen wat zou kunnen zijn, maar er nooit zal zijn, tussen het tastbare en het ontastbare.
Joëlle Dubois maakt zeer bevrijdende kunst. Jonge vrouwen die hun seksualiteit terug opeisen. Geen taboes over hun uiterlijk, geen complexen over hun vormen. What you see is what you get. Ik vind dit hedendaags feminisme, ik word daar vrolijk van. Alledaagse taferelen, maar zeer zeker in een vernieuwde versie. Felle kleuren, roze, groen, oranje, blauw, en het vernis maakt deze kleuren nog intenser. Zij maakt ook veel kleine werkjes waarmee je dan zelf kan puzzelen; je kunt dan meerdere werkjes van verschillend formaat combineren zodat een nieuw werk ontstaat.
Thomas Renwart alias Les Monseigneurs: ik hou erg van de tactiliteit van zijn geweven wandtapijten met bloemen en insecten. Zeer grote tapijten, die eigenlijk het best tot uiting komen als ze in een grote open ruimte hangen zodat ze aan weerskanten te bekijken zijn. Zeer uniek werk van een bijzonder getalenteerde kunstenaar. Thomas zegt zelf over zijn jacquard-weven: ‘Dat is schilderen, maar dan met een weefgetouw.’
Klaas Rommelaere is ook een bijzonder getalenteerde kunstenaar. In zijn geborduurde tapijten – met stukken stof en gehaakte en gebreide stukken – wordt alles samengebracht tot een geweldig kunstwerk. Klaas laat zich graag inspireren door films, maar evengoed door het alledaagse leven van zijn familie en vrienden. Dikwijls ook ontwerpt hij tekeningen die hij vervolgens doorstuurt naar zijn ‘madammen’: zijn grootmoeder en andere vrouwen – ‘the madams’ zoals hij ze zelf noemt – die ze dan borduren. Waarna Klaas alles in elkaar plaatst en zijn kunstwerk afmaakt. Tot een indrukwekkend resultaat.
Flexboj & L.A. is een jong Gents artiesten duo waar ik erg van hou. Ze laten zich inspireren door de grote culturele wereld, maar evenzeer door het alledaagse gewone banale leven. En met een streepje scherpe tekst erbij. Niet te beroerd om soms eens een vinger op te steken naar de kunstscene, of naar een doorgeschoten kapitalisme. Maar ook naar zichzelf. Ook soms zeer geestige werken, ongecompliceerd, gemaakt met veel flair. Niet begrensd door dogma’s. Een geheel eigen stijl.
Door op GalleryViewer te kijken, ben ik gevallen voor de ‘Mountains’ van Joris Vanpoucke. De duisternis die ervan uitgaat is dreigend. Almachtig. Je weet dat er onheil komt, maar niet welk onheil. Niettegenstaande de zwaar beladen sfeer en de dreiging word ik er toch heel er rustig van. De natuur volgt zijn eigen wetmatigheden. Er is geen ontkomen aan. Het schilderij – een zwart berglandschap – dat ik van hem kocht is een klein werkje, maar zeer sterk. Eentje dat zijn plaats opeist.