Op 19 februari opent AKINCI online een gecombineerde tentoonstelling: ‘At Night I See the Future’, met werk van Edwin Zwakman, en ‘Floating Scenes’ met Ulf Puder. Hierin geven beide kunstenaars een perspectief op de toekomst, maar ze laten daarbij allebei een belangrijke factor weg: mensen. Het interessante aan utopieën en dystopieën is dat ze vaak meer zeggen over de tijd waarin ze gemaakt zijn dan over het toekomstbeeld dat ze schetsen, positief of negatief. Soms mag je als kijker beoordelen welke lading het vooruitzicht heeft.
Het werk van Zwakman toont bijvoorbeeld geen futuristische steden of postnucleaire landschappen, maar laat eerder zien wat ons uitzicht is over 60 jaar. Op welke manieren hebben zaken die nu spelen invloed gehad op het landschap van de toekomst? Ecologische problemen, maar ook sociale problemen als ongelijkheid, gentrificatie enzovoort. De foto’s van Edwin Zwakman doen in eerste instantie denken aan een reeks toevallig genomen snapshots: een flatgebouw waar nog een enkel licht brandt, een parkeerplaats met een heftruck, een verloren winkelwagentje, een elektriciteitsmast.. Maar je ogen zijn onbetrouwbaar: je kijkt hier maar een reeks zorgvuldig opgebouwde maquettes en daarmee een geconstrueerde werkelijkheid. In een toekomst waarin deep fakes de nieuwscyclus zullen bepalen - en fake news nu al voor hachelijke situaties gezorgd heeft - zullen we onze ogen nog beter moeten trainen. We geloven nog te makkelijk dat foto’s niet liegen, zeker als ze geen polariserende onderwerpen verbeelden. Dat zijn maquettes gemaakt worden van materialen als plasticfolie, cassettebandjes en karton is niet zichtbaar door de lens van zijn camera en het ietwat klinische Nederlandse landschap leent zich goed voor deze aanpak.
Zelf vergelijkt Zwakman zijn aanpak met geconcentreerd vruchtensap, dat chemisch gezien uit dezelfde elementen bestaat als vers geperst sap, maar niet hetzelfde smaakt. Als kijker bevind je je daardoor op een plek tussen fictie en werkelijkheid in. De kunstenaar, die twee jaar verbleef aan de Rijksakademie, verbaast zich soms over de menselijke behoefte om de wereld precies zo te schilderen of fotograferen zoals hij is. Zwakman: “Het waarom van deze neiging tot representeren is voer voor psychologen.” Hij creëert een wereld waarin ieder minuscuul detail in scene is gezet, maar tegelijkertijd zegt zijn beeld daardoor niet minder over de werkelijkheid. Denk aan onze sterk gereguleerde en gecontroleerde maatschappij, maar Zwakman daagt je ook uit om je eigen gedachten los te laten op dat wat je ziet.
De geschilderde architectonische constructies van Ulf Puder lijken iets openlijker dystopisch, maar doen tegelijkertijd ook abstract aan. De Duitse schilder studeerde in 1990 af aan de Leipziger Hochschule für Grafik und Buchkunst, in een voormalig Oost-Duitse stad in het jaar van de Duitse eenwording. Hij wordt gezien als één van de belangrijkste Duitse schilders van zijn generatie en vormt nog steeds een grote invloed op andere kunstenaars. De gebouwen in zijn schilderijen hebben iets spookachtigs en lijken ieder moment om te kunnen vallen. Tegelijkertijd heeft het werk ook kubistische, gedeconstrueerde trekjes en weet hij abstracte vormen te suggereren. De desolate architectuur symboliseert een extreme vorm van industrialisatie en een gecompliceerde relatie met de natuur. In dit semi-vervallen landschap lijkt het gebrek aan mensen ook veel betekenisvoller: heeft de apocalyps misschien al plaatsgevonden? Het kleurgebruik van Puder is daarbij verrassend: in zo’n donker en somber landschap met stormachtige luchten verwacht je geen frisse pastelkleuren.