In de rubriek ‘De keuze van…’ laten we een keur aan kunstliefhebbers (van incidentele kopers tot kunstprofessionals) aan het woord over hun beleving van kunst, en vragen we naar hun voorkeuren: waar zien ze het liefste kunst? Waar kopen ze, en vooral: wie kopen ze? In dit deel Marjolein de Groen (Kunstenaar/verzamelaar, samen met Peter Jordaan initiatiefnemer van Collectie DE.GROEN fine art collection, 59 jaar)
Wat betekent kunst voor jou?
Van alles. Ik ben er op zoveel verschillende manieren mee bezig, als maker zelf, als verzamelaar, tentoonstellingsmaker en natuurlijk genieter. Het is mijn werk, maar ook mijn leven. Dat klinkt misschien pathetisch, maar mijn gedachtes en ideeën gaan altijd die kant op, of ik nou wandel, douche of in gesprek ben. Vaak levert kunst me nieuwe ideeën op, soms zit me iets dwars omdat ik het niet begrijp. Kunst kan de grote verleider zijn, maar veel vaker word ik er door aan het werk gezet. Deuren gaan open, waarachter steeds een nieuw uitzicht zit. Ik leer om van het onbekende te gaan houden. Ik heb daar geen grip op, en dat is goed.
Heb je kunst van huis uit meegekregen of heb je zelf je pad moeten vinden?
Mijn spontane antwoord op deze vraag was ‘nee’, maar bij nader inzien is dat niet waar. Het ging bij ons thuis in gesprekken nooit over kunst, maar er hingen best veel oude schilderijen in ons huis: een prachtig donker portret van apostel Paulus en een wat morsig zeegezicht met een lelijk VOC-schip – maar wel met mooie golven en wolken – is uiteindelijk uit een erfenis bij mij terecht gekomen. Het hoorde er gewoon bij, het was onderdeel van het interieur. Zo werd er althans mee om gegaan. Ik keek er als kind wel vaak heel lang naar.
Moderne kunst speelde geen rol, daar kwam ik pas op mijn veertiende mee in aanraking, toen ik voor het eerst in het Kröller Müller Museum was. Het was mijn moeder die mij daar naar toe mee nam. Er ging letterlijk een wereld voor mij open, ik was behoorlijk overrompeld. Vooral buiten, in het beeldenpark, kwam ik beelden tegen die ik totaal niet kende, het was alsof ik uit het raam keek en er een heel nieuw uitzicht was. Maar ook een besef: als dit bestaat, dan valt er nog veel meer te ontdekken. Ik wist direct dat die aangeboorde interesse nooit meer weg zou gaan.
Waar haal je je informatie over het wel en wee in de kunstwereld vandaan: krant, vakbladen, televisie, online?
Het komt van alle kanten; veel gaat via gesprekken met collega-kunstenaars. Mijn mailbox overstroomt bijna dagelijks met uitnodigingen van exposities en portfolio’s die door kunstenaars naar ons worden opgestuurd. Die volle mailbox irriteert me vaak, maar toch word ik op die manier soms door iets nieuws getriggerd. Ik oriënteer me zeker ook veel online. Het is geweldig hoe makkelijk het is om op de hoogte blijven van wat er in de wereld op kunstgebied plaatsvindt. Ik kijk graag op de blogs van Trendbeheer, Lost Painters, Mister Motley, Metropolis M. Het online kijken naar kunst heeft ook zijn beperkingen, want behalve digitale kunst en fotografie kun je op je computerscherm een schilderij of installatie niet echt beoordelen.
Waar bekijk je het liefste kunst? In een galerie, museum, een beurs of online?
Ik kijk het liefst naar kunst in het atelier. De context van het maken vind ik het fijnst. Ik voel me daar op mijn gemak en mijn nieuwsgierigheid wordt het meest aangewakkerd. Ik ben daar het meest geconcentreerd ook. Er is nog geen pretentie. Het atelier is de plek van het proces, het denken, maken en reflecteren, maar de stilte en afstand van een museale omgeving is ook fijn. Het omhoog tillen van kwaliteit is belangrijk, dat is in een museum heel voelbaar. Dat is ook het uitgangspunt geweest voor onze plek in Arnhem.
Beurzen zijn misschien plekken waar je je breed kunt oriënteren, maar voor mij is dat eigenlijk niet weggelegd. Dat kost me zo waanzinnig veel energie, die hele context is in feite gericht op iets heel anders dan kijken en verrast worden. Er overvalt me dan vooral een soort idiote keuzestress die eerder thuishoort bij het uitkiezen van nieuwe schoenen ofzo.
Hoe vaak per jaar koop je kunst? Koop je werk in oplage of liefst uniek werk?
Ik schat dat wij zo tussen de vier en twintig werken kopen per jaar. Dat is per jaar verschillend. Wij spreken jaarlijks ons ‘kunstbudget’ met elkaar af. Soms kopen we een paar ‘grotere’ stukken; de grens van onze mogelijkheden is dan sneller bereikt. Van startende kunstenaars kunnen we ons weer meer permitteren. Alhoewel de prijs van kunstwerken die wij kopen sowieso erg verschillend is. We kopen het liefst unieke werken, maar we zijn ook geïnteresseerd in nieuwe media zoals video- en computerkunst, en die zijn juist weer vaak in oplage gemaakt.
En waar koop je dan: in de galerie, op een kunstbeurs, op een veiling of online?
Meestal kopen we bij de kunstenaar, als de kunstenaar een galerie heeft kopen we natuurlijk via de galerie. Op een beurs of online kopen we zelden. Op een veiling nooit. Op de een of andere manier kopen we veel bij kunstenaars die geen galerie hebben, dat is niet doelbewust maar het is wel zo. Hoe dat komt? Voorliefde voor eigenwijze kunstenaars? We kijken graag naast het gebaande pad. We zijn ons ervan bewust hoe selecties in de kunstwereld verlopen, we weten hoe de paden gaan. Er is een grote groep die niet kiest voor deze meer geïnstitutionaliseerde paden. Er zijn veel kunstenaars die bewust geen galerie hebben, ze zijn wat moeilijker te vinden.
Het gaat bij ons uiteindelijk niet zo over het kopen, het zijn vaak langzame processen die uiteindelijk tot een aankoop kunnen leiden. We voelen een grote verantwoordelijkheid voor de werken die we kopen, we nemen als het ware de zorg ervan over van de kunstenaar. We bewaren ze en laten ze zien. Dat laatste is een belangrijke motivatie voor mij om te kopen.
Is het belangrijk dat jij en je partner het altijd eens zijn over een aankoop? Hoe beslis je/jullie?
Zoals ik al zei: het zijn langzame processen. Vaak organiseren we eerst een tentoonstelling met de kunstenaar in wie we geïnteresseerd zijn. Je leert de werken dan heel goed kennen. We hebben het er dan veel over. Het gaat er niet om of we het met elkaar eens zijn. De motivatie om van een werk te houden is bij iedereen anders. We kunnen het dus behoorlijk met elkaar oneens zijn, om er toch allebei van te houden. Als het goed is blijft een kunstwerk je bezig houden. Het zijn geen stilstaande feiten. Soms verandert je eigen blik of kennis, soms verandert de context van het werk.
Is er een galerie waar je een speciale band mee hebt?
Er zijn veel goede en interessante galeries: Gerhard Hofland, Galerie van Gelder, Galerie Ron Mandos en Galerie Fons Welters in Amsterdam, ASPN in Leipzig het helaas verdwenen LHGWR in Den Haag. De speciale band zoeken we meer bij de kunstenaars. Dat ligt ook aan het feit dat zowel ik als mijn man (Peter Jordaan) als kunstenaars meer geïnteresseerd zijn in het maakproces en niet zozeer in koopproces.
Als je onbeperkt budget had, van wie zou je dan een werk aankopen?
Tja, dat is een gekke vraag; daar zit voor mij geen logica in, zo denk ik niet. De vraag gaat er van uit dat je er naar verlangt om iets te hebben bezitten vanuit een grote afstand, een soort onbereikbaarheid. Dat werkt bij mij niet zo. Ik zou van sommige kunstenaars van wie we al werk in de collectie hebben wel graag meer werk willen kopen. Van Berndnaut Smilde en Kees Goudzwaard, bijvoorbeeld. Maar goed, om de vraag dan toch te antwoorden: een werk van James Turrell in huis is natuurlijk het summum.
Wie zijn je favoriete kunstenaars (op GalleryViewer), en waarom?
Ik noemde net al even Berndnaut Smilde. Hij maakte bij ons in huis een prachtige wolk in het atrium (alleen deze zin al: ‘Iemand die een wolk maakt’… maar zo is het: Berndnaut maakt wolken… echte wolken) Het is zo’n prachtige foto geworden, en die heeft toen we met onze collectie open gingen in 2017 in NRC Handelsblad gestaan. Tot op de dag van vandaag komen mensen met dat krantenknipsel bij ons, om die wolk in het ‘echt’ te zien. De foto heeft een enorme grote verbeeldingskracht!
Kees Goudzwaard ken ik al heel lang en zijn werk ook. Hoewel hij nu al zeker twintig jaar in Antwerpen woont ken ik hem uit Arnhem. We runden een tijdje – in de jaren tachtig van de vorige eeuw – samen het kunstenaarsinitiatief Hooghuis. Hij maakt hyper-geconcentreerd werk. Het is geweldig hoe in alle hectiek van het dagelijks leven een schilderij van Kees mij direct stilzet, en heel rustig de aandacht opeist.
Van Jaap Kroneman hebben we na zijn solo expositie bij ons twee grote schilderijen in onze collectie opgenomen. Het zijn monumentale doeken, zonder kleur, zonder associatie, niks eigenlijk. Kroneman heeft met zijn kunst jarenlang verrast, ook doordat zijn kunst iedere keer een andere vorm aannam, van schilderij tot performance en ruimtelijk werk. Hij heeft niets met een luie toeschouwer. Je moet werken om zijn werk te zien. Hij richt zich nu al een paar jaar op zwart-witte schilderijen die er zo bedrieglijk simpel uitzien.
Het toverachtige werk van Roos van Haaften intrigeert mij, ook omdat het bijna materiaal-loos is. Een lamp, wat glas, een spiegel en kleine rommeltjes, uiteindelijk alleen schaduw en licht.
Op dit moment zijn we bezig met een solo tentoonstelling met werk dat Hester Oerlemans maakte in Xiamen (China). Zij was daar vorig jaar in december op residentie en kon door de Covid-19 niet meer terug naar haar woonplaats Berlijn. Ze bleef er uiteindelijk een half jaar. Ze werkte consequent door aan het project ‘Fixing Air’, een verzameling van zestig ‘Blobs’: mysterieuze vormen die de zwaartekracht op de proef stellen.
Het videowerk van Jeroen Eisinga is bijna weerzinwekkend mooi. We hebben de prachtige film ‘Nightfall’ in onze collectie, de tijd is hier zo voelbaar, je wordt direct in het beeld gezogen, je kunt ernaar kijken als een bewegend schilderij. Er gebeurt eigenlijk niets, maar schijn bedriegt: de tijd gaat meedogenloos door. Ondertussen gaat er een wereld aan beelden, emoties, projecties en associaties aan je voorbij. Althans in je hoofd, want op het scherm staat een kudde schapen rondom een wak in het ijs, met daarin een dood schaap. That’s it. De zekerheid die de schilderijen van Lieven Hendriks uitstralen is bijna jaloersmakend. Het zit ’m niet zo zeer in de onderwerpen, maar in een soort nonchalante perfectie die je alleen na heel veel oefening voor elkaar kan krijgen. Ze zijn slim, die schilderijen, je wordt er door in de maling genomen. Je weet dat het gebeurt, maar het wordt er niet minder van. Best intimiderend, eigenlijk.
We hebben het plan dit jaar een tentoonstelling te maken met het werk van Ricardo van Eyk, daar kijk ik erg naar uit.
Favoriete kunstenaars is trouwens echt lastig, want er zijn er echt veel meer die ik graag in dat rijtje zou willen noemen: het zowel toverachtige als benauwende werk van Maurice van Tellingen, de oerschilderijen van Ide André, de foto’s van Marleen Sleeuwits, Chantal van Lieshout, Jochen Mühlenbrink, René Roeten…