Rens Horn: “Ik schrijf veel op foto’s. Dat doe ik meestal thuis, ’s avonds, na een wijntje of een biertje. Dan gaat het licht steeds verder uit totdat ik nog één plekje heb om te werken, met een soort lichtvlek. Dat is dan een soort universumpje geworden, van heel klein schrijven met een pennetje, inkt en een glaasje.” Albada Jelgersma Gallery presenteerde onlangs het werk van de Rotterdamse fotograaf Rens Horn in de tentoonstelling ‘Detour’. Deze expositie is tot 9 februari alleen online te zien op GalleryViewer, daarna ook weer fysiek in de galerie (tot en met 14 maart).
Horn maakt bijzondere reizen: zo reed hij op zijn Harley Davidson van Rotterdam naar het meest noordelijke stukje van Noorwegen en reisde hij via de Trans Siberische spoorlijn naar de hoofdstad van Mongolië — en smokkelde hij onderweg Oeral-motoronderdelen per trein. Hij bezocht het meest zuidelijke stukje van het Zuid-Amerikaanse continent en beklom de 800 meter hoge granieten muur van het Tsaranoro-massief in Madagaskar. Hij verkende de Amazonerivier van de monding (zeezijde) naar de bron en hoedde zelfs een tijdje schapen in het Andesgebergte. De weg dient op zijn reizen als een metafoor voor vrijheid en avontuur, maar ook voor het leven zelf: van de onverwachte gebeurtenissen op je pad en slechts een deel vooruit kunnen zien tot de keuzes die je maakt. In de tentoonstelling in Albada Jelgerma Gallery is werk te zien dat Horn maakte in de Noordkaap in Noorwegen en in Mongolië. Hij beschrijft bijvoorbeeld in beelden hoe het steppelandschap, dat eeuwenlang vrijwel onveranderd bleef, steeds sneller verandert.
Centraal in zijn reizen staat ‘The Book of Disquiet’ van Fernando Pessoa. Horn neemt het boek altijd mee op zijn reizen en het werk drukt dan ook een belangrijke stempel op zijn fotografie. Zowel figuurlijk als letterlijk: Horn voorziet de foto’s in deze tentoonstelling van stukjes tekst uit dit bijzondere boek. Pessoa’s werk staat namelijk bekend als één van de beste, maar ook één van de vreemdste modernistische teksten die ooit geschreven is. De Portugese dichter bracht de - in zijn eigen woorden - "feiteloze autobiografie” nooit uit, maar het boek werd 47 jaar na zijn dood alsnog gepubliceerd en geldt nog steeds als bestseller. Het boek beschrijft het leven van de accountant Bernardo Soares (het alter ego van de auteur), en gaat dieper in op de manieren waarop we het geheugen, identiteit, tijd en narratief vormgeven. Het werk bestaat uit een reeks gefragmenteerde teksten, spreuken, dagboekfragmenten en poëzie die soms verbonden zijn, maar vaak ook niet. Het werk wordt al jaren op verschillende manieren geïnterpreteerd door experts en vormt een tijdloos mozaïek vol dromen, hoop en wanhoop, tegen de achtergrond van de straten en cafés van Lissabon in de jaren dertig. Het gedachteproces van de hoofdpersoon staat daarbij centraal. Pessoa’s werk wordt ook wel beschreven als de autobiografie van iemand die nooit bestaan heeft. Mensen gebruiken superlatieven als betoverend en hoopvol (The Guardian schreef in 2016 een artikel met als titel ‘Books to give you hope: The Book of Disquiet by Fernando Pessoa’), maar het boek gaat tegelijkertijd ook over angsten, rusteloosheid en melancholie. Een schrijver van The Paris Review las het werk tijdens de quarantaine en vergeleek de tekst met het nemen van geestverruimende drugs.
Horn: “Het is een tekst waarvoor ik echt even naar adem moest happen toen ik hem voor het eerst las. Wauw, wat is dat mooi verwoord.” Tijdens zijn reizen leest Horn iedere dag een paar pagina’s, die vervolgens zijn gedachten en observatievermogen beïnvloeden. Dat probeert hij vervolgens om te zetten in iets tastbaars. Horn: “Wat ik het liefst zou willen zien in mijn eigen foto’s is dat een ervaring ik had, neergeslagen is op een stukje papier.” De foto’s in de tentoonstelling zijn op verschillende soorten fotopapier geprint: op verschillende materialen die soms heel oud en zeldzaam zijn. Dit aspect representeert het fragmentarische element van het boek en het fotografische proces op zichzelf. Voor de lijsten maakt Horn gebruik van gevonden stukken hout.
Horn voorziet zijn foto’s overigens al veel langer van een laagje tekst in de marge, gebruikmakend van een grote diversheid aan inspiratiebronnen. Deze teksten benadrukken het poëtische aspect van het beeld, of brengen de kijker juist op een nieuw spoor — maar bieden vooral ruimte aan een meervoudige interpretatie. De woorden zijn meestal poëtisch, soms juist prozaïsch of humoristisch. Zo lees je op één van zijn oudere foto’s “La Paz binnenrijden is alsof je op de rand van een soepbord rijdt” en refereerde hij onder meer naar pagina 209 van de ‘Guide to Zen and the art of motorcycle maintenance’. Maar hij deelt ook zijn gedachten, beschrijvingen van wat hij ziet en uitgeknipte stukjes tekst uit kranten. Je vindt in het werk van Horn ook verwijzingen naar teksten van Cees Nooteboom en de Argentijnse dichter Jorge Luis Borges — die prachtig stelde: “I don’t want to die in a language I don’t understand”.