Hoe ordenen en tonen we de wereld om ons heen? Ons brein is een goed geprogrammeerde machine die gebruik maakt van zogenaamde heuristieken: standaarden die je hersenen gebruiken als filter. Die snellere routes en vereenvoudigingen in je hoofd zijn essentieel: anders zouden er simpelweg teveel beslissingen zijn die we op een dag zouden moeten nemen. Zonder deze heuristieken zouden we ieder detail dat we op een dag tegenkomen actief registreren, waardoor we effectief gek zouden worden. Zo maken we bijvoorbeeld beslissingen door onze huidige situatie (bewust of onbewust) te vergelijken met vergelijkbare situaties: een representatief prototype. Heuristieken zorgen er ook voor dat we duurdere dingen als beter ervaren (kijk maar naar kunst) en dat we streven naar een consistentie tussen onze woorden en daden. De Belgische kunstenaar Wesley Meuris, wiens werk tot en met 24 januari (op afspraak) te zien is in Annie Gentils Gallery, is gefascineerd door de menselijke drang om dingen in ons leven te catalogiseren, (hiërarchisch) te classificeren, te rationaliseren en te benoemen.
Meuris probeert daarbij vooral de onderliggende mechanismes bloot te leggen, die hij onderzoekt met behulp van wetenschappelijke beeldtaal, ruimtelijke installaties, (architecturale) sculpturen en tekeningen. Hij toont daarmee aan dat deze mechanismes allesbehalve vanzelfsprekend zijn en zeker niet neutraal. Waarom, en op welke manieren (bewust en onbewust) proberen we onze omgeving te controleren en te beheersen door die omgeving te analyseren en in kaart te brengen? En welke middelen gebruiken we daarvoor? In een eerder project onderzocht Meuris bijvoorbeeld de (vaak gestandaardiseerde) manieren waarop we dingen tentoonstellen: in archieven (‘The World’s Most Important Artists’, 2009) en musea (‘Exhibition Types’, 2017), maar ook bijvoorbeeld in dierentuinen. Leeg en gedecontextualiseerd (op 1:1 schaal) lenen deze presentatiemiddelen en meubelstukken zich bij uitstek voor analyse. Deze podiums, vitrines, kooien en kasten lijken misschien neutraal, maar verraden de normen en waarden die wij als maatschappij belangrijk lijken te vinden. Meuris zet in feite de context centraal. In zijn ‘Staging Speech’ serie toont hij ons bijvoorbeeld de architecturale context die we onlosmakelijk verbinden aan mondelinge presentaties die we als belangrijk en gewichtig beschouwen: colleges, lezingen, politieke speeches enzovoort. Denk bijvoorbeeld aan de direct herkenbare architectuur van een auditorium. Als onderdeel van zijn praktijk richtte Meuris ook de fictieve ‘Foundation for Exhibiting Art and Knowledge’ op, dat afgekort tot FEAK meteen klinkt als FAKE. Hij noemt het zelf factie: een combinatie van feit en fictie. Meuris studeerde aan verschillende kunstacademies in Antwerpen en Brussel en na het behalen van zijn PhD in ‘Exhibiting Knowledge’ begon hij een opleiding tot timmerman, waar hij meer leerde over technische bouwkunde en industrieel ontwerp — essentiële onderdelen voor zijn latere praktijk.
Voor zijn nieuwe tentoonstelling ‘Verticality’ in Annie Gentils Gallery opende hij een volgend hoofdstuk in zijn onderzoek. Het verticale mag hierbij heel letterlijk genomen worden. De mens is lang bezig geweest met een horizontale verkenning van de aarde, waaronder Meuris ook de ontdekkingsreizen en de koloniale geschiedenis plaatst. Maar onze blik is, door een explosieve verruiming van de wetenschappelijke kennis, langzaam naar boven gericht in de afgelopen eeuwen; en andersom: vanuit de ruimte richting de aarde. Dat begon met Copernicus en Galilei tijdens de wetenschappelijke revolutie, maar de ruimte en wens tot letterlijke overstijging heeft zich vooral in de laatste decennia gevestigd in onze collectieve verbeelding. De gevoelsmatige afstand is ook verkleind, in een periode waarin ook astronauten in de ruimte regelmatig live streamen en vragen beantwoorden op Facebook.
Tegelijkertijd ziet Meuris ook dat we deze vooruitgang nooit helemaal zullen kunnen bevatten, laat staan stoppen of vertragen. Via schetsen en diagrammen analyseert hij menselijke bewegingen in de ruimte en biedt hij ruimte aan nieuwe perspectieven en apparatuur. Die kunnen onze kennis van (en letterlijk zicht op) de ruimte vergoten en kunnen er potentieel zelfs voor zorgen dat we een nieuwe planeet vinden om te koloniseren. In de tentoonstelling zien we een bijvoorbeeld een aantal grote fysieke objecten die Meuris ‘capsules’ noemt, mysterieuze doch extreem minimalistische objecten die, met hun zichtbare aansluitpunten nog het meest lijken op technische onderdelen van een nog samen te stellen groter geheel.
Meuris keek voor zijn ‘Verticality’ project naar verschillende wetenschappelijke onderzoeksgebieden. Denk aan natuurlijke historie (waaronder natuurwetenschappen vallen van biologie en zoölogie tot geologie en meteorologie), maar ook antropologie (de wetenschappelijke bestudering van de mens) en technologie. Meuris toont ons, net als voor zijn eerdere projecten, een collectie van (soms gesimuleerde) data of een bijbehorend object of mechanisme. Daaraan voegt hij een artistieke, en vaak esthetische, laag toe. Zo ontstaan puzzels met een haast filosofische en poëtische laag, die uitnodigen om langer te kijken. Op die manier laat hij ons op een nieuwe manier kijken naar de wereld om ons heen en naar dat wat ons mens maakt: zoals goede kunst dat kan doen.
Het werk van Meuris was onder meer te zien in Centre Pompidou, SMAK, TENT, het Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (Brussel) en Kunsthalle Vienna.