Galerie Fleur & Wouter is ontstaan als popup galerie op verzoek van twee kunstenaars, maar de galeristen hadden de smaak snel te pakken. Inmiddels bestaat de galerie alweer een aantal jaar. Fleur Feringa en Wouter van Herwaarden hebben zichzelf als doel gesteld om kunst toegankelijker te maken, vooral voor jongere doelgroepen. Dat hebben de galeristen vooralsnog op verschillende manieren weten te bewerkstelligen, bijvoorbeeld door het organiseren van een veiling waarin kunst verhandeld mocht worden voor alles behalve geld. Maar ook door dynamische onderwerpen te bedenken voor tentoonstellingen, zoals seriemoordenaars en romances tussen kunstenaars.
“Ons doel met de galerie is om jonge mensen kennis te laten maken met kunst en ervoor te zorgen dat ze kunst willen kopen. Dit doen we door werken betaalbaar te houden en tentoonstellingen te organiseren rond thema's die jongeren aanspreken.”
Het duo kijkt ook naar de manieren waarop zij een toevoeging kunnen vormen op het bestaande kunstlandschap en richten zich daarbij ook op onderwerpen die veel jongeren belangrijk vinden: zoals inclusie, representatie en toegankelijkheid. Fleur: “Het werk dat in musea te zien is is verre van inclusief. Kunst kan je blik op de wereld veranderen. Je kunt ervan leren, want kunstenaars zijn een soort beeldende filosofen. Zolang er geen gelijkheid is in representatie missen we belangrijke lessen en dat is doodzonde. Totdat die scheve verhouding is rechtgetrokken moeten ondergerepresenteerde groepen zich twee keer zo hard laten horen. Wij hebben nog nooit een tentoonstelling gemaakt zonder werk van vrouwen. Daar hoeven we ook helemaal geen moeite voor te doen, omdat er net zoveel vrouwen zijn die bijzonder goed werk maken als mannen. We gaan in onze thematische tentoonstellingen juist op zoek naar verschillende perspectieven, wat vaak vanzelf leidt tot een diverse groep makers.” Tot en met 1 november is in de galerieruimte de tentoonstelling ‘Sight by Sight’ te zien, met werk van Johan Kleinjan en Saar Scheerlings.
Johan Kleinjan heeft veel tijd doorgebracht in Azië. Eerst als uitwisselingsstudent in Tokyo, waar hij door de taalbarrière vaak door zijn docenten op pad gestuurd werd met een schetsboek. Later bracht hij met een werkbijdrage van het CBK een periode door in Taiwan om vervolgens nog een artist-in-residence plek te vervullen bij het Chinese Institute for Provocation in Beijing, een samenwerking met het Mondriaan Fonds. De Aziatische cultuur in al haar facetten speelt om die reden een belangrijke rol in zijn werk. Dat zijn vaak onverwachte invalshoeken, zoals de karakteristieke hoogbouw in Chinese steden die in eerste instantie - net als de woontorens in Oost-Berlijn - minimalistisch en onpersoonlijk oogt, maar bij nader inzien juist enorm gecustomised is met urban jungles, vogelkooien of airco’s. Dat is ook interessant ook omdat China in het westen vaak beschouwd wordt als uniform en onpersoonlijk. Vanwege mysterieuze visumproblemen kon hij pas zes weken na gepland afreizen naar Beijing. Daarom bracht hij na afloop ook nog een tijdje door in de stad Chongqing, een bergachtige stad met een kenmerkende monorail. Kleinjan: “In deze veel zuidelijker gelegen stad kwam ik veel woontorens tegen, waarbij er vooral bij de wat oudere gebouwen vaak halve jungles op de balkons of het dak groeiden.” De werken die in deze tentoonstelling te zien zijn komen voort uit een combinatie van zijn herinneringen en dagboekfragmenten, waardoor je je als kijker afvraagt welke elementen onderdeel zijn van het eigen leven dat de gebouwen zijn gaan leiden in het geheugen van de kunstenaar. Kleinjan studeerde af als illustrator aan de Willem de Kooning Academie en was 10 jaar onderdeel van het kunstcollectief Antistrot. Hij maakte onder andere illustraties voor HP/De Tijd, de Volkskrant en Trouw. Zijn vrije werken, die worden gekenmerkt door een bepaalde rauwheid en een explosief kleurgebruik, lijken in eerste instantie pure observaties, maar worden ook geïnspireerd door de uiteenlopende fascinaties van Kleinjan, waaronder bijvoorbeeld Temptation Island.
Het werk van Kleinjan wordt in deze tentoonstelling gecombineerd met de sculpturen van Saar Scheerlings. Zij gebruikt voor haar intuïtieve werken regelmatig bijzonder en gerecycled bronmateriaal, waaronder gebruikte stoffen uit modehuizen en theaters, maar ook matrassen die overbleven na het faillissement van een vakantiepark. Visueel is haar werk gelinkt aan etnografische objecten die op een bepaalde manier bezield zijn, zoals bijvoorbeeld een talisman of een religieus artefact. Dat resulteert in een reeks nieuwe materiële objecten die onderdeel zijn van een fictionele beschaving. Ze hoopt daarmee te zorgen voor meer bezieling in ons dagelijks leven. Scheerlings draagt in haar praktijk een grote bewondering uit voor ambacht, maar constateert ook dat diezelfde ambacht de laatste tijd een andere rol heeft gekregen. Ze ziet hoe ambacht steeds meer elitair en niche geworden is, waarbij het proces vooral zo ingewikkeld en conceptueel mogelijk moet zijn — terwijl het haar vooral gaat om het maken van iets met je handen, waarbij het de kijker best duidelijk mag worden hoe het object precies gemaakt is. Scheerlings is juist benieuwd naar hoe de dingen die haar omringen werken: ze was zelfs een tijdje kok om die reden. In deze tentoonstelling zien we objecten die getekend worden door menselijkheid en imperfecties, in tegenstelling tot de snelheid van onze sterk op technologie leunende maatschappij die is gericht op wegwerpartikelen. Ze kijkt daarbij ook naar de vouwtechnieken van bijvoorbeeld een theedoosje of technieken en structuren die ze tegenkwam tijdens haar reizen naar onder meer een weversdorp in de Himalaya. Scheerlings nodigt je uit om vooral je eigen interpretaties los te laten op haar werk, omdat er niets zo hybride is - en aan interpretatie onderhevig - als cultuur.
De tentoonstelling ‘Sight by Sight’ is nog tot en met 1 november te zien in Galerie Fleur & Wouter
Kijk op GalleryViewer voor een rondleiding door de tentoonstelling met Johan Kleinjan