“Oh baby gaat over verlangen, verleiding, lust, liefde, en uiteraard horen spanning en soms zelfs obsessie daar ook bij,” vertelt galerist Oliver Barbé over de nieuwe groepstentoonstelling bij Barbé in Gent.
Acht kunstenaars geven hun eigen draai aan het spel van verleiding. Alice Vanderschoot legt een link met de seksuele online beeldcultuur met een uitvergrote perzik, een knipoog naar de emoji die naar billen verwijst. Bij Jens Kothe voel je de vlezigheid van opwinding, de tactiele nabijheid van lichamen. Zijn werken lijken haast op membranen: sappig, glimmend, hard en zacht tegelijk, alsof ze de ruimte opvullen. Bij Kris Martin bewaren metalen bedveren de geheimen van bevlogen liefdespartners.
De sensuele lijn komt het scherpst naar voren bij twee Belgische kunstenaars die over generaties heen de limieten verkennen van kijken en bekeken worden.
Liliane Vertessen (°1952) maakt werken die verleiding en lust uitstralen, maar tegelijk kritisch zijn. Ze gebruikt archetypes van vrouwen in de maatschappij, de verleidster, de dominatrix, om de stereotiepe verwachtingen te bevragen die hen worden opgelegd. Neonelementen accentueren dit door te alluderen naar red light districts of obscure plekken waar vrouwen zich seksueel moeten presenteren voor het mannelijk oog. Ellen Dhondt (°2000) gaat nog een stap verder. Ze schept een volledig alter ego, Ellie Dolly, waarmee ze naar hartelust de grenzen van verlangens opzoekt. Dit creëert een interessante spanning tussen de rollen die men speelt of toebedeeld krijgt, én de verborgen innerlijke verlangens, over generaties heen de limieten verkennen van kijken en bekeken worden.

“Ik speel graag met het idee van ‘perceived’ worden, vrouwelijke performatieve rollen en in hoeverre Ellie zich daar bewust van is. De naam Ellie Dolly komt eigenlijk voort uit het idee dat zij een papieren pop is, gebaseerd op de uitknipbare poppen die vaak ook ergens het woord Doll in hun naam hebben. En subtiel is er ook een knipoog naar mijn idool Dolly Parton,” vertelt ze.
Ellie is een onschuldig, tragikomisch personage dat alles een beetje overkomt. Ellen gebruikt haar om een zekere hulpeloosheid te tonen, als spiegel voor hoe pervers de wereld naar jonge meisjes en vrouwen kijkt. “Door een kinderlijke versie van mezelf te gebruiken, kan ik benadrukken hoe fout dat aanvoelt voor de kijker. Ik ben geïnteresseerd in hoe identiteit wordt gevormd. Daarom grijp ik vaak terug naar herinneringen uit mijn kindertijd of tienerjaren, en vandaar ook de kinderlijke esthetiek.”
Galerist Oliver Barbé vat het treffend samen: “Waar begint en eindigt de fictie? Je voelt bij beide kunstenaars het sluimerende mysterie. Je weet niet waar het artistieke stopt en het persoonlijke overneemt. En dat maakt het des te boeiender.”
Deze keer schrijf ik niet vanop afstand, maar laat ik jullie meekijken door mijn eigen voyeuristische blik, om van binnenuit hun kunstwerken mee te beleven.

Blinded (1983) zegt veel meer dan het toont. Achter metalen lamellen verschijnt een naakte vrouw, maar niet volledig. Tussen het versnipperde beeld vullen stukken luipaardprint haar lichaam. Ze lijkt gevangen in een kooi, een verleidelijk wild roofdier dat jaagt op haar prooien. Houdt ze een bijl in haar hand? Een zweep? Is het een seksspeeltje of een lichaamsdeel? Het niet-weten zorgt voor een obsessief zoeken naar antwoorden. De titel spreekt boekdelen: the blinds, de lamellen die het zicht deels afschermen, maar ook geblindeerd door schoonheid, of door het flitslicht dat in de spiegel op de achtergrond weerkaatst. Ongemakkelijk betrap ik mezelf erop dat mijn hongerige blik de blinde vlekken begint in te vullen. Wie is hier eigenlijk de prooi? Ben ik het, verblind en in de ban van haar blik, haar pose, haar energie? Of is zij het, met mij als roofdier, gedreven door hetzelfde instinct? Ik word me beestelijk bewust van de dubbelzinnigheid tussen toestaan en toeslaan.
Pink Night (2022) toont opnieuw een jonge vrouw in neon panterprint, zelfverzekerd poserend voor de camera. De flits weerkaatst hard in de spiegel op de achtergrond en legt daarmee de fotograaf bloot: zijn contouren, zijn nabije aanwezigheid op haar terrein. In de spiegel zien we een danspaal en lijkt haar arm te veranderen in het been van een danser die het podium opstapt. De glitter, de neon en de pen met roze pluimen: ze maken de pop-fetisj compleet. Het werk is cute en verleidelijk tegelijk, gehandtekend met hartjes op de i, alsof het popicoon in beeld haar eigen poster signeert.
Pink Bronze Lady (2022) herleidt het vrouwelijke lichaam tot een romp: benen, elegante voeten, een sierlijke, bijna onmogelijke buiging van een danser. De vrouw is onthoofd, alsof haar inhoud bewust is weggelaten, zodat enkel haar vitale, elegante, flexibele lichaam er nog toe doet. De titel onthult het brons, maar het materiaal is volledig verborgen met een roze laklaag die glimt als olie op de huid. Het monumentale ligt nu in haar versteende performativiteit.

In Roy Orbison (2025) zit Ellen Dhondt’s alter ego Dolly Ellie keurig en kaarsrecht in een leren Chesterfield, met een intense blik. Een pose die krampachtig het obsessieve verlangen belichaamt naar een idool dat ze niet persoonlijk kent. Rond haar liggen een pendule, een opgerolde liefdesbrief, een kaars brandend van verlangen, een grammofoon die eerst moet worden opgewonden voordat hij speelt.
Op de achtergrond staat een foto van haar idool Roy Orbison. The Big O was zijn bijnaam, ooit verwijzend naar de initiaal van zijn achternaam en zijn warme, volle stemgeluid. Maar vandaag klinkt The Big O onvermijdelijk dubbelzinnig, aangezien het in de populaire cultuur ook bekendstaat als het orgasme. Dolly Ellie lijkt haast gehypnotiseerd, verzonken in haar verlangen naar een onbereikbaar idool. Is het een jong, schattig tienermeisje met een tienerfantasie, of een obsessief omaatje met een onschuldig dekentje over haar knieën dat haar verlangen intiem warm houdt? De verwarring lijkt doelbewust. Zijn seksuele verlangens niet van alle leeftijden?
In Picnic Voyeurism (2025) is de seksuele lading het meest expliciet aanwezig. Ze schildert het werk vanuit het perspectief van de voyeur, iemand die stiekem gluurt. Ik word me bewust dat ik nu die ingebeelde voyeur van de artiest ben, terwijl mijn ogen rusten op het softerotische magazine: haar volle borsten pronken in beeld, haar benen die zich openen als de vleugels van een vlinder, haar blik wenkend. De worst wordt vlezig aangesneden. De picknickmand lijkt me verdacht terug aan te staren.
Someone’s getting lucky tonight in Clover (2025). Een koud, glimmend en steriel klavertje plezier kronkelt met een stam van verlangen. Een sequentie van ogen rolt in een visuele climax van genot achteruit. Ik kan niet anders dan in het visuele vertier een subtiele link te zien naar een sculpturaal seksspeeltje.
Voor wie warm loopt om de tentoonstelling te ontdekken: Oh Baby is nog te zien tot en met zondag 26 oktober 2025 bij Barbé in Gent.