In de zomer sluiten veel galeries de deuren om te genieten van een welverdiende vakantie. Musea zijn wel open en daarom richten we onze blik de komende maand op kunstenaars met een lopende museumtentoonstelling. In dit Atelier van: Tomáš Libertíny.
Deze Slowaakse kunstenaar werkt aan een uniek oeuvre van sculpturen van bijenwas. Daarvoor werkt hij samen met verschillende bijenvolken. Naast een atelier in het centrum van Rotterdam heeft hij 2 imkerijen. Een in Overschie, en een in Slowakije.
Momenteel is Tomáš Libertíny’s werk te zien in Museum Kranenburgh. De tentoonstelling heet For Eternity, een verwijzing naar stabiliteit van de bijenwas. We spraken hem over zijn ateliers, werkwijze, de persoonlijke groei die hij doormaakte door met bijen te gaan werken, en over de tentoonstelling in Bergen aan Zee.
Daarnaast is werk van Libertíny tot eind augustus te zien in de groepstentoonstelling We are nature in Singer Laren. Ook is werk van Libertíny te zien in de tentoonstelling Harvest in het Depot @ Lakeside Collection, tot eind oktober. Tomáš Libertíny wordt vertegenwoordigd door Galerie Ron Mandos.

Ik begreep dat je meerdere adressen hebt waar je werkt, klopt dat?
Ja, ik heb een groot atelier in het voormalig postkantoor van Rotterdam, vlakbij het Centraal Station. Die ruimte heb ik al bijna 18 jaar. Mensen kennen mijn werk met de bijen, maar ik schilder en fotografeer ook. In dit atelier, dat uit meerdere ruimtes bestaat, kan ik al deze dingen doen en bijvoorbeeld ook experimenteren met nieuwe materialen.
Daarnaast heb ik een imkerij in Slowakije. Aanvankelijk begon dat als vriendendienst. Ik vroeg imkers of ze mij wilden helpen met mijn werk. Dat ging goed, maar de imkerijen waren erg afgelegen en met de was kon ik slechts twee sculpturen per jaar produceren. Zo ontstond het idee voor een tweede bijenboerderij, waardoor we meer werken zouden kunnen produceren. Samen Ali Keles van de Lakeside Collection heb ik er een opgezet in Overschie, vlakbij het vliegveld. We hebben een imker zodat de bijen gelukkig zijn en de samenwerking goed verloopt.
Als ik het zo hoor, is een betere studioruimte niet denkbaar. Klopt dat?
Ja, het is een hele fijne ruimte. Alleen loopt het contract binnenkort af, waardoor ik op zoek moet naar een andere plek. Ik wil niet echt weg, maar ik begrijp ook dat de locatie erg interessant is om opnieuw te ontwikkelen. Ik ben dankbaar voor de ervaring om lange tijd in het centrum van de stad te hebben kunnen werken. Het is een mooie uitdaging om een nieuwe studioruimte te vinden en in te richten.

Hoe kwam je eigenlijk bij werken met bijen en bijenwas uit?
Het lezen van Dostojewski’s Gebroeders Karamazov is daarvoor van groot belang geweest. Ik lees graag en toen ik begin 20 was, kwam ik in andere boeken veel verwijzingen tegen naar de Gebroeders Karamazov. Geheel onterecht, voelde ik me dom dat ik dat boek nog niet had gelezen. Dus ik las het. Het begint met een inleiding waarin Dostojewski de lezer vraagt om alsjeblieft vol te houden tot het einde, want dan zul je snappen waarom ik juist de jongste broer Alyosha als held nam. Aloysha is niet alleen de jongste, maar hij is ook onopvallend, een tikkie saai en de meest gevoelige van het stel. Juist die gevoeligheid zorgde ervoor dat hij gevaren tijdig kon inschatten, waardoor hij wendbaar was en weerbaar was voor alle veranderingen.
Voor mijn werk wilde ik een soortgelijke held kiezen. Iets dat nooit de aandacht krijgt, zoals bijenwas. Het werd altijd gebruikt om vergankelijke dingen met verzegelen. In Egypte zijn er bijvoorbeeld tombes geopend waarin honing werd gevonden die nog eetbaar was, omdat die luchtdicht was verpakt met bijenwas. Ook werd bijenwas gebruikt als mal voor bronzen sculpturen, maar nooit was het materiaal het onderwerp zelf. En dat terwijl het heel stabiel is, mits het niet wordt blootgesteld aan grote temperatuurschommelingen.
Je bent opgeleid als schilder en studeerde af aan de designacademie. Dat zijn twee opleidingen waarbij de controle over je werk vrij belangrijk zijn. Is werken met bijen dan niet lastig, die doen immers waar ze zin in hebben.
Klopt, het thema controle loopt als een rode draad door mijn leven. Ik ben de zoon van een architect en een wetenschapshistorica, twee disciplines waarin weinig ruimte is voor interpretatie. Mijn natuur is dan ook om mijn omgeving onder controle te hebben, van relaties tot vriendschappen, maar in mijn werk. Toen ik ging studeren neigde ik naar conceptueel design, omdat design ambitieuzer is dan kunst. Design staat in dienst van de maatschappij, terwijl hedendaagse kunst vaak een spiegel is van de maker.
Werken met bijen is een geschenk gebleken. Ik kwam er toevallig op uit, maar ik ben er als persoon sneller gegroeid dan wanneer ik niet dat had gedaan. Het loslaten was zowel een egoïstische daad, omdat het goed was voor mij persoonlijk, maar ook een collectieve, omdat ik als mens weer onderdeel werd van de natuur en de samenwerking met de bijen moest omarmen. Het heeft me gevormd en gemaakt tot de persoon die ik hoor te zijn.
Kan je beschrijven hoe de samenwerking met de bijen eruitziet?
Ik omschrijf het wel eens als de dirigent van een orkest. Daarin speel ik zelf geen instrument, maar coördineer ik de muziek. Daarvoor is een goed begrip van een bijenkorf nodig, en daaraan gaat veel onderzoek vooraf.
Je kan mijn werkwijze ook vergelijken met die van bonsai meesters. Zo’n boom vormgeven duurt heel lang, en zij begeleiden het proces alleen. Dus als een tak uit verhouding groeit, snoeien ze die. Ook ik grijp alleen wanneer het noodzakelijk is en snijd de honingraat alleen bij als het beeld uit verhouding raakt. Ik stuur de bijen slechts in een bepaalde richting. Ik open de bijenkorf dus alleen als het nodig is. Bij het beeld van Nefertiti heb ik bijvoorbeeld een te grote neus weggesneden.

Je noemt net jouw versie van de bekende buste van Nefertiti. Het is een van je bekendste werken en uiteraard ook te zien in Museum Kranenburgh. Kan je uitleggen hoe zo’n beeld tot stand komt?
De vraag krijg ik regelmatig en die vraag is eerlijk gezegd een zegen en een vloek. Niemand vraagt een schilder hoe hij of zij een schilderij schildert. Tegelijk is het ook de aantrekkingskracht van mijn beelden, want, zonder arrogant te willen klinken, mijn werkwijze is uniek.
Het viel me op dat bijenvolken wanneer ze op zoek gaan naar een nieuwe plek een tijdelijk onderkomen vinden tussen takken van een struik of een boom. De takken vormen als het ware een netwerk waartussen de bijen honingraten maken.
Die netwerkstructuur heb ik nagebootst bij de sculptuur van Nefertiti. Het is het eerste 3-d geprinte skelet dat ik maakte. Het was voor de Kunsthal en het moest perfect zijn, omdat het origineel iconisch is. Het is een hommage aan de originele buste.

De tentoonstelling opent met het fotografische werk Martyr. Daarop zien we een dode bij. Het gezicht is niet zichtbaar. Dat is afgewend. Het formaat van de foto is fors. Het werk meet ruim 160 cm bij 130 cm. Net als bij de buste van Nefertiti refereert Libertiny met Martyr aan een bekend werk uit de kunstgeschiedenis, De dood van Marat van Jacques Louis David (1793).
Ik houd erg van schilderkunst en met name van historische werken. Van de dood van Marat bestaan meerdere versies. Het is namelijk geen portret in de klassieke zin van het woord, maar het had meer de functie van een nieuws- of politiefoto. Er zijn er talloze veries van dit schilderij omdat Marat een bekende revolutionair was. Een jaar na de moord maakte David maakte twee versies en hij is de enige die de moordenaar niet heeft afgebeeld.
Op het schilderij is bijna geen bloed te zien, hij hangt uit het bad zijn ogen zijn gesloten, met in zijn hand zijn laatste pennenvrucht. De Franse revolutionair Jean-Paul Marat (1743 –1793) had een huidziekte waardoor veel moest baden. Het bad was in feite zijn kantoor.
Het is geen bloedbad, dat zou de aandacht afleiden van het belangrijkste thema: opoffering voor de gemeenschap. Bijen doen dat ook voor hun kolonie en voor ons allemaal. Op mijn foto is het gezicht van de bij niet te zien. Deze ene bij staat voor alle bijen. De bij is niet beschadigd, net als het schilderij van David ziet mijn foto er vredig uit. Ik wijs de kijker niet met een geheven vinger terecht en praat mensen ook geen schuldgevoel aan.
Laatste vraag: is er een project met bijen dat je graag nog eens zou realiseren?
Ik wil graag een keer de omgekeerde weg bewandelen en de bijen uitnodigen om architectuur te ontwerpen. Normaal maak ik de sculpturale vorm en vullen zij die op, maar omgekeerd kan. Ik zou hen graag een paviljoen willen laten ontwerpen. Uiteraard op hun schaal. Dat scan ik dan met een CT-scanner en print ik uit, dan kan je het groter uitvoeren met andere materialen. De honingraad heeft een minimum aan materiaal nodig om een maximale sterkte te garanderen. Dit wordt mijn Sagrada Familia.
Stiekem hoop ik dat het geplaatst wordt in het Serpentine Pavillion, maar dat is maar tijdelijk, en ik voel meer voor een permanent gebouw. Ik zie voor me dat het een serene, gewijde sfeer heeft. Een plek voor contemplatie die in het teken staat van het herstel van onze verbinding met de natuur.