Zwart. Geen afgrond of afwezigheid. Geen leegte die overblijft nadat alles is verdwenen. Maar zwart als ruimte waarin de dingen tot hun essentie worden herleid. In Black is a Colour, de nieuwe groepstentoonstelling bij Gallery Sofie Van den Bussche in Brussel, wordt zwart gevierd als een volwaardige kleur en ode aan Ado Hamelryck.
Deze tentoonstelling is een hommage aan kunstenaar en colorist Ado Hamelryck (1941–2024), die in oktober vorig jaar overleed. Exact één jaar na Onderhuids, zijn eerste solotentoonstelling op dezelfde plek, brengen zesentwintig hedendaagse kunstenaars een visueel eerbetoon aan Ado en zijn werk. Een oeuvre waarin zwart nooit gewoon zwart was, maar een bezielde aanwezigheid die sprak over leven, verlies en het verlangen naar verstilling.
De titel van de expo is niet toevallig gekozen. Black is a colour is een uitspraak die Hamelryck vaak herhaalde, bijna als een credo. Het is die uitspraak die nu de leidraad vormt van een tentoonstelling waarin de kleur zwart uiteenvalt in zevenentwintig schakeringen en net zo veel interpretaties.
De stilte van het pigment
Wie de tentoonstellingsruimte binnenstapt, treedt een ander ritme binnen. Geen spektakel, geen visueel geweld. Wel de ingetogen intensiteit van kunstenaars die zwart benaderen als een aanwezigheid en een klank die zich slechts traag laat horen. De muren dragen werk van onder anderen Bart Vandevijvere, Emiel Hoorne, Marcase, An Vanderlinden en Riki Mijling. Piet Stockmans creëerde voor de gelegenheid ook een werk waarin hij zijn vertrouwde blauwe kleur opzij legde om zijn persoonlijke ode aan Ado te brengen. Elk van hen laat zien hoe zwart niet monolithisch hoeft te zijn, maar leeft van nuance, textuur en vorm.
Het werk van Bart Vandevijvere toont hoe zwart zich kan gedragen als een ritmisch patroon, bijna muzikaal opgebouwd. Zwart vormt hier geen eindpunt maar wordt een speelveld van frictie en resonantie. In een hoek van de galerie hangt een sculpturaal werk van Riki Mijling, dat zich gedraagt als een gewijde stilte in metaal. Het is een zwart dat niet spreekt, maar luistert: alsof het wacht op de toeschouwer om het zijn betekenis te geven.
Marcase, bekend om zijn abstracte beeldtaal, benadert zwart als een vorm van herinnering. Zijn werk draagt de titel Jaron, een Hebreeuwse naam die “hij zal zingen” of “roep van vreugde” betekent. Ironisch bijna, in een tentoonstelling over zwart als kleur, want het beeld toont geen uitbundige sfeer. De compositie is eerder een verstilde partituur van grijstinten, lijnen en vlakken die fluisteren in plaats van zingen. Toch weerklinkt in deze abstractie iets muzikaals: een ritmiek van ruimte, een vertraagde cadans van stilte. Jaron wordt zo geen naam van een persoon, maar van een gevoel. Een bezielde geometrie waarin zwart zingt.
Niet alleen Piet Stockmans maar ook An Vanderlinden maakte speciaal voor deze expo een kunstwerk waarin ze het getal ‘27’ verwerkt, een duidelijke knipoog naar het aantal kunstenaars aanwezig in deze ruimte.
Maar dé centrale aanwezigheid blijft natuurlijk Ado Hamelryck zelf. Zijn doeken hangen niet centraal, niet als altaarstukken, maar verspreid tussen het werk van anderen. Zijn zwart is gelaagd, getemperd, tastend. Niet bruut, maar bedachtzaam. Elk werk is een zoekende beweging naar het wezen van de kleur, alsof hij met elke penseelstreek probeerde te begrijpen wat zwart eigenlijk wil zeggen.
Een veelstemmige hommage
Wat deze tentoonstelling bijzonder maakt, is de wijze waarop het werk van Hamelryck wordt omringd door een gemeenschap van kunstenaars. Sommigen waren tijdgenoten, anderen zijn jonger, maar ze hebben allemaal een ding gemeen. Ze werden allen geraakt door zijn visie. Hun werken zijn daarom geen loutere echo's, geen kopieën, maar eigenzinnige dialogen met de geest van een man die de kleur zwart als een morele kwestie benaderde.
Didier Mahieu toont in zijn werk een figuratieve vorm van rouw. In zijn zwart schuilt een herinnering aan wat niet meer is. Het werk van Jean Bilquin lijkt dan weer op een zoektocht naar evenwicht: zwart en wit, licht en schaduw, lichaam en geest. Alle elementen houden elkaar in spanning.
Renato Nicolodi levert een bijdrage die architecturaal aanvoelt: een monument in miniatuur, opgebouwd uit schaduwen. Zijn zwart is het zwart van betonnen tempels, van vergeten ruïnes, van plaatsen waar het verleden nog doorklinkt in het heden.
Een beeld zegt meer dan duizend woorden en kiezen is verliezen. Laat me toe om even te grossieren in platitudes. Een aandacht lezer zal snel opgemerkt hebben dat niet alle kunstenaars vermeld werden in deze impressie. Ook Alex Kindt, Bart Stolle, Christophe Malfliet, dominiq V.D. wall, Francis Denys, George De Decker, Goedele Peeters, Hugo Duchateau, Ilse Pierard, Jacques Charlier, Jean Bilquin, Michael Aerts, Rik Vermeersch, Steven Antonio Manes, Vadim Vosters, William Sweetlove, Yves Malfliet en Yves Velter traden in dialoog met Ado Hamelryck. Deze veelstemmigheid maakt van Black is a Colour geen retrospectieve, maar een levend gesprek. Zwart wordt niet herdacht, maar heruitgevonden. Ado Hamelryck is niet louter de aanleiding, maar de geest die door de ruimtes waart. Hij is geen schaduw, maar een lichtbron in negatief.
Zwart als tegenwoordigheid
In een schreeuw om aandacht worden kleuren vaak ingezet om te prikkelen en te verkopen. Deze expo biedt een vorm van weerstand. Zwart is hier geen esthetisch effect, maar een ethische keuze. Het nodigt uit tot traagheid, tot bezinning, tot de vraag: wat zie ik als ik kijk? Wat hoor ik als ik zwijg?
De galerie zelf versterkt dat gevoel. De architectuur biedt ruimte aan de concentratie. Niets leidt af, alles nodigt uit. Je voelt hoe elk werk zijn plek gekregen heeft met zorg en aandacht.
In de benedenverdieping kan je een documentaire bekijken over leven en werk van Ado. Wie tijd neemt, krijgt er inzicht voor in de plaats. En misschien is dat precies wat de kunstenaar had gewild. Een tentoonstelling waarin zwart niet moet worden uitgelegd, maar beleefd. Waarin kunst niet luid roept, maar stil zingt. Waarin kleur niet begint bij rood of geel of blauw, maar bij zwart. Het begin van alles.