Celine van den Boorn werkt het liefst zonder vaste routines. Haar atelier bevindt zich in een oud schoolgebouw met grote ramen die openslaan naar een groene binnentuin. Er klinkt muziek uit haar radio en terwijl de thee langzaam trekt, bepaalt Van den Boorn met welk schilderij ze die dag verder gaat. Het afgelopen jaar werkte zij aan een nieuwe serie fotografische schilderijen. Soms zijn dat paradijselijke oorden, maar steeds vaker zijn het conflictgebieden die haar aandacht trekken.
Als onderdeel van de groepstentoonstelling ‘Promise that you will sing about me’ bij Galerie Vriend van Bavink presenteert Van den Boorn haar series ‘Crossing the European border’ en ‘Passage to Europe’. Centraal staat een krachtig beeld van een rivier op de grens tussen Macedonië en Griekenland. Wat opvalt, zijn de handen die boven het water lijken te zweven: “Je ziet de spanning van kinderen die zich krampachtig vasthouden of de expressie van helpende handen die een reikend gebaar maken. Deze handen spreken boekdelen.” Van den Boorn wijst ons hiermee op kracht van medemenselijkheid – ook in tijden van crisis.
De groepstentoonstelling ‘Promise that you will sing about me’ bij Galerie Vriend van Bavink is nog tot en met 15 maart te zien in Amsterdam.
Waar is je atelier en kan je beschrijven hoe dat eruit ziet?
Mijn atelier bevindt zich in een oud schoolgebouw direct achter de Haarlemmerstraat in Amsterdam. Ik werk hier al bijna 20 jaar. Het is een sfeervol pand met kunstenaars en ontwerpers. Het atelier is vrij ultiem; een hoog plafond en een parketvloer, grote ramen met zicht op een groene binnentuin.
Hoe ziet een doordeweekse dag eruit op je atelier, heb je bepaalde routines om op gang te komen?
Ha, ik leef met weinig routines en veel op intuïtie. Als ik binnenkom kijk ik eerst met een frisse blik naar het werk waar ik mee bezig ben. Ik schilder meestal aan een paar ezels tegelijkertijd en ik heb op tafels mijn ideeën en schetsen voor nieuw werk liggen. Ik zet een pot thee, zet de radio aan en kies dan het werk waar mijn gevoel dan naar uit gaat om mee verder te gaan.
In je werk combineer je foto’s met schilderingen. Hoe begin je aan een nieuw werk? Zijn er eerst de fotografische beelden die je aanzetten tot een nieuw werk? Of zitten de beelden in je hoofd, en zoek je hier later foto’s bij?
Het zijn de beelden die ik zie in het nieuws (krant of online) die mij op een idee voor nieuw werk brengen. Voor mijn werk gebruik ik persfoto’s van, in mijn ogen, wringende samenkomsten van mens en natuur zoals ik die tegenkom bij de wereldwijde vluchtelingencrisis, militaire conflicten en toerisme.
Door de menselijke aanwezigheid op deze foto’s ‘weg’ te schilderen, verleg ik schijnbaar de aandacht van het onderwerp naar het omringende landschap. Tegelijkertijd blijven er delen van het oorspronkelijke beeld voelbaar en zichtbaar, doordat ze onbeschilderd blijven (zoals de handen) of als geschilderde contouren mat afsteken tegen de glanzende foto. Door juist de aandacht te vestigen op het ‘weggeschilderde’, probeer ik spanning te creëren in het beeld tussen de realiteit en onze wens om te zien wat we willen.
In je nieuwe werk kijken we naar een conflictgebied, we zien een rivier op de grens tussen Macedonië en Griekenland. Wat trok je zo aan in het beeld? En waarom richt je je op de handen in plaats van de gezichten van de mensen?
Deze foto’s raakten me diep, de angst van de mensen, kinderen op de schouders. Het is de wanhoop die hen drijft om een ijskoude rivier met sterke stroming over te steken, op zoek naar een beter leven in Europa. Ook zijn er de handen van vrijwilligers te zien die vluchtelingen helpen over te steken. We zijn bij foto’s geneigd onze blik op de gezichten te richten maar het viel mij op dat in de handen de emoties op een veel subtielere manier zichtbaar zijn. Je ziet de spanning van kinderen die zich krampachtig vasthouden of de expressie van helpende handen die een reikend gebaar maken. Deze handen spreken boekdelen, ze representeren de angst en hoop van deze mensen. Ze gaan over de actualiteit maar de medemenselijkheid in tijden van nood die je hier ziet is tijdloos.
In een recent interview vertelde je: “De mens kleurt de omgeving enorm met zijn aanwezigheid.” Wat bedoel je daar precies mee?
Een afbeelding van een berglandschap met een picknickende groep wandelaars heeft een andere lading dan een beeld van datzelfde landschap als er een zwaarbewapende patrouille doorheen loopt. Het landschap in persfotografie fungeert bijna altijd als decor voor wat wij mensen daar doen. Door mijn fascinatie met dit onderwerp wilde ik mij na mijn studie aan de HKU verder verdiepen in de relatie tussen mens en natuur. In een zelf samengestelde studie binnen Culturele Antropologie heb ik mij vijf jaar lang verdiept in de verschillende facetten van deze verhouding mens-natuur. Dat proces was een mooie voedingsbron voor de ontwikkeling van mijn beeldend werk. Dit maakt ook dat ik mijn antennes voor dit contrast verder heb ontwikkeld en ik mij altijd, waar ik ook ben, bewust ben van de rol van de mens in het landschap.
Met jouw werk suggereer je dat we de natuur pas kunnen ervaren als er geen mensen te zien zijn. Wat maakt het dat de natuur slechts zonder menselijke inmenging kan worden ondergaan? En welke plekken zoek jij zelf op als je je wilt onttrekken en aan de mensenmassa?
Het landschap lijkt pas op zichzelf te staan wanneer er geen mensen zichtbaar aanwezig zijn. Maar echt ongerepte natuur is tegenwoordig nogal schaars, en juist die schaarste heeft denk ik geleid tot een groeiend verlangen naar het sublieme landschap en sublieme ervaringen. Mensen zoeken de natuur op om er iets voor zichzelf uit te halen: geluk, rust, een moment van bezinning, of om een ‘experience’ op hun bucketlist af te vinken. Dit verlangen naar ongereptheid wordt in mijn werk tegelijkertijd vervuld en ontkracht. De mens verdwijnt, maar nooit helemaal – altijd blijft er een spoor achter, een vage herinnering aan aanwezigheid. In mijn werk ontstaat hierdoor een ‘tussenlandschap’, waarin de natuur niet volledig puur is en de mens nooit helemaal verdwijnt, maar als een schim blijft hangen.
Om tot rust te komen wandel ik graag in bossen en duinen. Op reis of op vakanties kan ik mij eindeloos verwonderen en laten inspireren door groepen toeristen op natuurlijke hot-spots, en de vermarketing van natuur en overgeorganiseerde natuur met hekken, paden, borden, uitkijkpunten, pijlen en bankjes.
Wat onschuldig en ongerept landschap lijkt, blijkt toch bij nader inzien een beladen beeld te zijn. Juist door mensen in schimvorm aanwezig te laten, ontstaat er een interessante spanning in het beeld, en wil ik de vergankelijkheid en de blijvende sporen van menselijke aanwezigheid in het landschap benadrukken. Het creëert een gevoel van afwezigheid en aanwezigheid tegelijk, waardoor de kijker wordt uitgenodigd om na te denken over tijd, verandering en de manier waarop we de wereld om ons heen beïnvloeden.
In je werk reflecteer je op actuele gebeurtenissen en vluchtige nieuwsbeelden. Wat denk je dat er verandert in perceptie als mensen jouw werk in een kunstzinnige setting ervaren, zoals galerie Vriend van Bavink?
Mensen zien bij mijn werk vaak eerst iets dat ze intrigeert en komen dan bij nader inzien tot het besef dat deze werken gelaagd zijn in techniek, maar ook in betekenis. De kijker wordt gelokt met aantrekkelijk of nieuwsgierig makend beeld, en wordt zich vervolgens, door beter te kijken, bewust van een andere werkelijkheid. Waar we bij nieuwsberichten vaak snel doorscrollen naar luchtere beelden en al snel gewend raken aan confronterende beelden, wil mijn werk je juist uitdagen om even stil te staan bij wat je ziet en na te denken over het verhaal achter de beelden.
Binnenkort laat je ook werk zien op Art Rotterdam, wat kunnen we hier verwachten?Op Art Rotterdam zal naast deze serie ('Passage to Europe') ook ander werk te zien zijn over de vluchtelingencrisis. Ook toon ik nieuw werk dat gaat over toerisme en dat qua gevoel balanceert tussen een verlaten en een overvol strand.
Waar werk je op dit moment aan?
Ik ben Art Rotterdam aan het voorbereiden en ik werk aan de tentoonstelling ‘Spiegelend landschap, 80 jaar vrijheid’ in Paviljoen Welgelegen in Haarlem (17-4 t/m 11-6). Daarnaast ben ik onderzoek aan het doen naar de rol van de mens in de Romantische schilderkunst in relatie tot de huidige selfiecultuur en toerisme.