Thomas Verstraeten heeft een praktijk op het snijvlak van podium- en beeldende kunst. Voor zijn project Familiestraat registreerde hij in 2020, tijdens de pandemie, iedere beweging in zijn straat in de Antwerpse wijk Seefhoek. Die registraties werkte hij uit tot het scenario voor een zes uur durende performance waarin hij samen met 250 buurtbewoners de gebeurtenissen uit dat bizarre jaar naspeelde.
Verstraeten woont al tien jaar in Seefhoek en is in die periode van de wijk gaan houden. In deze hyperdiverse buurt in het noorden van Antwerpen komt de wereld samen. Er wonen 127 nationaliteiten met alle mogelijke sociologische en culturele achtergronden. ‘De Seefhoek is een wijk van aankomst. De helft van de mensen die er komen wonen, woont er na een jaar niet meer. Dit geeft de wijk een enorme dynamiek, ze is voortdurend in verandering.’
Bij Fred & Ferry is vanaf 23 november de Seefhoek Series te zien. Daarvoor maakte Verstraeten nieuwe werken waarmee hij nieuwe betekenislagen van het project wil blootleggen. ‘Ik probeer het project als het ware opnieuw te maken, maar nu op maat van de white cube.’
Ik denk dat de meeste mensen je kennen van de Seefhoek Series, waarvoor je samenwerkte met de inwoners van de Antwerpse wijk Seefhoek. Ook ben je als lid van FC Bergman al sinds 2013 verbonden aan Toneelhuis, dat ook je individueel werk Seefhoek Series realiseerde in coproductie met De Singel en Het Oude Badhuis. Hoe zou je je praktijk omschrijven?
Ik heb een multidisciplinaire praktijk die op de grens tussen podiumkunsten en beeldende kunsten laveert. Die praktijk bestaat uit twee grote delen. Ik ben deel van theatergezelschap FC Bergman waarmee ik beeldende theatervoorstellingen en opera’s maak. Daarnaast werk ik aan een solopraktijk, los van mijn collega’s van FC Bergman. Deze projecten zijn geworteld in de stedelijke publieke ruimte, en vertrekken van mijn fascinatie voor de mooie, morsige manieren waarop mensen hun leven vormgeven. In deze praktijk destilleer ik narratieven uit de bewegingen van de stad en haar bewoners, uit haar zichtbare en verborgen verhalen en levens. In mijn video’s, installaties en performances probeer ik het gewone, alledaagse leven te theatraliseren tot er iets buitengewoons ontstaat. Ik maak het vanzelfsprekende opnieuw zichtbaar, en het tijdelijke tastbaar. Aan deze projecten doen vaak grote groepen stedelingen mee.
Ik kan me voorstellen dat jouw atelier zich nog wel eens verplaatst, naar de plekken waarop je aan je projecten werkt. Is dat zo of heb je een vast adres?
Ik heb niet één atelier, maar verschillende werkplekken verspreid over de stad. Ik deel de zolderruimte van mijn huis met mijn lief, het is meer een bureau dan een atelier. Daarnaast heb ik in het productiecentrum van Toneelhuis nog een ruimte om maquettes te bouwen en werk op te slagen. Maar meer dan die fysieke, afgebakende plekken zie ik de publieke ruimte van de stad als mijn atelier. En dat atelier is nomadisch, het verhuist mee naar de verschillende steden waar ik aan de slag ga. Al wandelend en fietsend, en in gesprek met stadsbewoners, komen projecten tot stand.
Hoe verhoud jij je tot je atelier, is het een praktische ruimte of een soort gewijde ruimte waar niemand naar binnen mag?
Nee, mijn atelier is absoluut geen heilige, gewijde plek. De publieke ruimte is van iedereen, die delen we met z’n allen. Iedereen is dus welkom om van het atelier gebruik te maken ;-).
Voor iedereen die de wijk Seefhoek niet kent, hoe zou je die omschrijven en waarom koos je juist voor deze buurt?
De Seefhoek is een hyperdiverse buurt in het noorden van Antwerpen. Op een handvol vierkante kilometers komt de wereld er samen: 127 nationaliteiten, alle mogelijke sociologische en culturele achtergronden, van jonge gezinnen tot oudere senioren die een leven lang in deze buurt woonden en ze langzaam hebben zien veranderen. De Seefhoek is een wijk van aankomst. De helft van de mensen die er komen wonen, woont er na een jaar niet meer. Dit geeft de wijk een enorme dynamiek, ze is voortdurend in verandering.
De reden om deze wijk als startpunt voor een reeks performances te nemen, is eenvoudig. Het is de plek waar ik bijna tien jaar woon en over de jaren heen intens van ben gaan houden. Het is een plek waar nog deels op straat geleefd wordt en die je uitnodigt om er theater mee te maken. Seefhoek Series is dan ook een ode aan de wijk.
Gefeliciteerd met Seefhoek Series! De werken komen voort uit het project de Familiestraat. Hoe kwam dat laatste project tot stand?
Voor Familiestraat heb ik een jaar lang mijn straat geobserveerd en elke beweging geregistreerd. Dit resulteerde in een meer dan vuistdik document waar de hele geschiedenis van de straat van het jaar 2020 in beschreven wordt. Dit document vormde de basis van het scenario van een zes uur durende performance waarvoor ik mijn straat in een grote fabriekshal op ware grootte nabouwde in hout en karton. En vervolgens speelde ik samen met 250 buurtbewoners, 35 waargebeurde gebeurtenissen uit dat bizarre jaar 2020 na.
Wat krijgen we te zien in de galerie?
Ik ga aan de slag met het foto- en videomateriaal, tekeningen en maquettes die overgebleven zijn na Seefhoek Series. Mijn plan is niet om een documentair verslag te maken van de reeks performances, maar wel om nieuwe werken te maken die proberen nieuwe betekenislagen van het project bloot te leggen. Ik probeer het project als het ware opnieuw te maken, maar nu op maat van de white cube. Centraal staan vier nieuwe video’s, die niet alleen visueel bijzonder zijn, maar ook door geluidsontwerper Senjan Jansen bedacht zijn met een zinderend geluidsontwerp. Zo is er de video van A 21st Century Portrait, het project waarin een eenvoudige straatvoetbalwedstrijd met jongeren uit de buurt getransformeerd wordt tot een hyperprofessioneel omkaderde en live op tv uitgezonden voetbalwedstrijd.
In de video die ik in de galerie toon heb ik alle beelden waarin gevoetbald wordt eruit geknipt. Wat overblijft is een bijzondere montage van portretten van jongeren die de rol van professionele voetballer met verve spelen. Daarnaast zijn er nog foto’s, collages, decorelementen en een aantal nieuwe maquettes. Wat mij bijzonder lijkt is dat de performances, die in oorsprong verspreid te zien waren op verschillende locaties en op verschillende tijdstippen, nu samenkomen in de tentoonstellingsruimte en een dialoog aangaan met elkaar.
Je werkt ook voor Toneelhuis. Wat ga je daar komende tijd doen?
Samen met componiste Heleen Van Haegenborgh werk ik aan een stadssymfonie, een coproductie van Toneelhuis en DE SINGEL. Het gaat om de creatie en uitvoering van een nieuw hedendaags muziekstuk, met als basismateriaal de klanken van de stad. Op het podium: geen violen en slagwerk, maar auto’s met een grommende motor, een zonnig terras met rinkelende glazen, blaffende honden, een bellende tram, een zingende straatgitarist, een achteruitrijdende, piepende vrachtwagen, een klok die 12 uur slaat, fluitende vogels… Alle instrumenten samen vormen een sculpturale collage van de stad.
Waar werk je op dit moment aan?
Ik ben aan verschillende grote projecten aan het werken. In het voorjaar maak ik voor het Oostenrijkse kunstenfestival Wiener Festwochen ‘Inselliebe’. Het is een project dat zich afspeelt op het Donauinsel, een uitgestrekt eiland in het midden van de Donau. Het is een bijzonder soort stedelijk landschap, iets tussen een natuurgebied en een recreatiewalhalla. Het is een plek waar iedereen zijn ietwat gekke of eigenzinnige zelf kan zijn.
Uit een verzameling observaties, taferelen en situaties wil ik een tiental beelden selecteren die, als afzonderlijke hoofdstukken van een boek, de essentie van het eiland weten te vatten. Van elk van de tien taferelen wordt theater gemaakt. Het tafereel wordt belicht met theaterlicht, de ‘personages’ krijgen allen een zendmicrofoon, de gesproken ‘tekst’ van de personages wordt boventiteld, een soundscape begeleidt de actie.
De nagespeelde gebeurtenissen spelen zich af tegen de achtergrond van een geschilderd achterdoek. Deze infini is een eeuwenoude theaterillusie. Het is de manier om te zeggen: we zijn niet hier, we zijn elders. Het doek is de geschilderde afbeelding van de plek waar het zich op dat moment bevindt. Door de context op deze manier te verdubbelen onderstreept het achterdoek het fictieve karakter van het tafereel.
Ook ben ik een groot nieuw werk aan het maken voor Art Brussels. Ik hermaak een decor dat ik eerder liet bouwen voor Seefhoek Series. Tenslotte ben ik ook aan een nieuwe voorstelling met mijn FC Bergmancollega’s aan het werken, die in het najaar op de Ruhrtriennale in première gaat.