Heard it through the grapevine is de titel van de eerste solotentoonstelling van Hemaseh Manawi Rad. Het zinnetje is niet alleen de titel van een hit van Marvin Gaye, maar ook een typische openingszin van een verhaal. En laat het werk van de Eindhovense met Iraanse wortels nou net om verhalen draaien.
Manawi Rad (1995) maakt textielkunst in de vorm van wandkleden die ze een eigen draai geeft. Hier geen bloemmotieven of geometrische patronen, Manawi Rads kleden hebben een kussenvulling, heftige kleuren, eigenzinnige patronen en texturen. De verhalen die Manawi Rad ermee vertelt komen deels voort uit haar persoonlijke leven, deels gaan ze terug op Perzische fabels.
Als iemand die opgroeide tussen twee culturen wilde ze een vorm vinden die recht doet aan beide culturele tradities, de Perzische en de Westerse. “Beeld gaat voorbij de taal en overbrugt culturen”, aldus Manawi Rad. “Als je tussen twee culturen zit, kan het soms voelen als niemandsland. Je bent niet volledig het een óf het ander en omdat het hele persoonlijke ervaringen zijn is het moeilijk om herkenning te vinden.” Het werk dat ze maakt, houdt zich dan ook ergens op tussen twee culturen, het zijn felgekleurde berichten uit het niemandsland.
Heard it through the grapevine van Hemaseh Manawi Rad is nog tot en met 19 oktober te zien bij Galerie Bart.
Waar is je atelier en hoe ziet het eruit?
Mijn atelier zit in Plan-B in Eindhoven. Het is een oud bedrijfspand van Philips waar tegenwoordig een hoop creatieve ondernemingen in zitten. Mijn ruimte is 4 meter hoog en er is veel natuurlijk licht door het grote raam. Ik heb een vader die ontzettend handig is. Hij heeft een tussenvloer gebouwd die ik kan gebruiken als opslag voor mijn werken. Dit zorgt ervoor dat ik beneden veel ruimte heb om bijvoorbeeld grote werken te maken.
Je maakt textielkunst, waaraan moet een goed atelier voor jou voldoen?
Ik kan me voorstellen dat je andere eisen stelt dan bijvoorbeeld een beeldhouwer. Ik werk met verschillende apparaten waaronder een naaimachine en tuftmachine. Het is voor mij dan ook belangrijk dat deze een goede plek hebben in mijn atelier. Mijn werktafel met naaimachine staat dicht tegen het raam. Onder de tussenvloer staan kasten vol textiel en wol.
Een van mijn favoriete dingen in mijn atelier is mijn grote verrijdbare tuftframe. Deze staat tijdens het tuften tegenover het raam waardoor ik veel licht heb, en kan weggerold worden als ik niet aan het tuften ben waardoor er meer vloerruimte vrijkomt. Ik heb een van mijn muren suikerspin roze geverfd omdat ik mijn werk ook graag tegen een gekleurde muur aan zie. Voor het vastleggen van de werken heb ik nog een witte muur.
Stel ik loop stage bij jou, hoe ziet een typische dag in je atelier eruit? Heb je routines, staat er muziek aan of juist niet, ontvang je bezoek of houd je de deur liever gesloten?
De muziek gaat aan zodra ik mijn atelier binnenkom. Zonder muziek denk ik te veel na en komt er niet veel van het werken. Een naaimachine en tuftmachine geven al een ritmisch geluid. Ik hou wel van een beetje herrie. Als mijn muziek dan samensmelt met het geluid van mijn apparatuur ontstaat er een atmosfeer waarin ik het beste kan werken.
Het maakproces begint met een aantal simpele schetsen. Daarna maak ik een patroon voor het werk. De textielen worden op maat geknipt en genaaid totdat ik de ‘basis’ van het wandtapijt af heb. Daarna ga ik verder met de symbolen en figuratieve elementen. Deze teken ik uit op ware grote en knip ik uit om te gebruiken als sjabloon. Ik plaats de sjablonen op de basis van het werk en schuif ze rond tot ik een gewenste compositie heb. Daarna werk ik deze uit in textiel en bevestig ik het op het wandtapijt. Ik heb wel eens mensen over de vloer die meedenken met mij over de volgende stap in mijn maakproces. Ik vind het prettig om af en toe te kunnen sparren over mijn ideeën. Vaak is het al voldoende om het eens hardop uit te spreken om te weten of het een goed of slecht idee is.
Het is een manier om te communiceren. Beeld gaat voorbij de taal en overbrugt culturen. Het werk wat ik maak bevindt zich vaak tussen twee culturen. Ik merkte al snel dat het makkelijk is om situaties te schetsen voor anderen via verhalen. Of dit nou verhalen en ervaringen van mijzelf zijn of van anderen in soortgelijke situaties. Het is natuurlijk ook een persoonlijke voorkeur om met verhalen te werken. Mijn naam betekent dan ook ‘epos’ in Farsi.
Jij hebt Iraanse wortels en woont in Nederland/het westen. Met je werk wil je recht doen aan beide culturele tradities. Wanneer besefte je dat textiel zich daar het beste voor leende?
Er zijn meerdere redenen waarom ik voor textiel heb gekozen. Het vloeit voort vanuit de Perzische tapijten. Ik wilde hier iets mee doen maar wilde er een eigen draai aan geven. Dit ben ik gaan doen door de tapijten op te vullen met kussenvulling, heftige kleuren, patronen en texturen te gebruiken. Deze keuzes zijn dan weer sterk verbonden aan de tv- en internetcultuur waar ik mee opgegroeid ben. Ik ben ook met textiel gaan werken omdat ik het niet altijd even goed kan beheersen. Ik kan echt een control freak zijn en dit zorgt ervoor dat ik soms andere keuzes moet gaan maken dan ik origineel gepland heb. Dit maakt het maakproces speels en brengt leuke verrassingen met zich mee.
Volgens het persbericht richt je je op het niemandsland tussen de twee culturele tradities; waarom en welke raakvlakken zijn er?
Als je tussen twee culturen zit kan het soms voelen als niemandsland. Je bent niet volledig het een óf het ander en omdat het hele persoonlijke ervaringen zijn is het moeilijk om herkenning te vinden. Dit is een van de voornaamste redenen waarom ik er werk over ben gaan maken.
Er zijn mensen die meteen herkennen dat er Iraanse elementen in mijn werken zitten. Dat vind ik zelf altijd erg bijzonder omdat de symbolen die ik maak vaak vanuit mijn ‘tussen cultuur’ komen. Maar daarnaast zijn er veel raakvlakken met mensen die bicultureel zijn, bijvoorbeeld het niet thuis voelen of twijfelen waar je precies bij hoort. Ik denk dat de meeste van ons wel een soortgelijke zoektocht hebben gehad in ons leven. Mijn werk gaat om het accepteren van het tussengebied en het zien als een volwaardige cultuur. Als ik het daarover heb met kijkers die het herkennen, is er vaak wel wederzijds begrip.
Wat is de leukste reactie die je hebt gekregen op Heard through the grapevine?
Ik heb een hele hoop leuke reacties mogen ontvangen, dat maakt het lastig om te kiezen! Ik vind het toch altijd heel bijzonder als ik te horen krijg dat mijn werk ze raakt. Het valt me ook op dat mijn werk uitnodigt om verhalen te delen. Zo vertellen bezoekers mij vaak hun eigen persoonlijke (culturele) verhalen.
Ik herken het zeker, maar het is (nog) niet de bedoeling. Het lijkt me heel gaaf om er een tactiele ervaring van te kunnen maken voor bezoekers. Het werk dat ik nu maak is daar echter te fragiel voor. Wellicht verzin ik er in de toekomst nog iets op!
Je staat aan het begin van je carrière, wat hoop je de komende vijf jaar te doen? Heb je concrete doelen of juist niet?
De afgelopen jaren heb ik al super veel toffe en uiteenlopende projecten mogen doen. Ik heb geleerd dat ik met mijn werk maar ook als kunstenaar meer plek mag opvragen. De komende jaren hoop ik met mijn werk meer de ruimte te betreden. Ik doe dit op het moment al met mijn dubbelzijdige vaandels die midden in de ruimte hangen. Maar dit wil ik de komende jaren nog meer gaan ontwikkelen.
Daarnaast zou ik graag in het buitenland willen exposeren met mijn werk. Ik ben benieuwd wat voor nieuwe inzichten het zal geven. Bijvoorbeeld door bezoekers die er toch een andere context aan kunnen verbinden afhankelijk van je eigen cultuur.
Waar werk je op dit moment aan?
Omdat een groot aantal van mijn nieuwe werken worden geëxposeerd, voelt mijn atelier erg leeg. Hierdoor voel ik een grote drang om weer te maken. Op het moment ben ik bezig met twee kleinere, deels getufte werken. Als ik dit heb afgerond heb ik veel zin om aan de slag te gaan met een nieuw groot wandtapijt.