Galerie Bildhalle Amsterdam wijdt een tentoonstelling aan het thema ‘MOTION’ met werk van Casper Faassen, Lillian Bassman en René Groebli. Wat deze fotografen verbindt is hun revolutionaire aanpak als het gaat om stijl en omgang met het materiaal. In tegenstelling tot fotografie als bevriezing van het moment, creëren zij energieke, dynamische portretten die hun tijd ver vooruit zijn. Faassen door zijn multimediale aanpak en samenwerking met professionele dansers, Bassman door haar analoge modeportretten met speciale nabewerking en Groebli met zijn veelzijdige, onconventionele oeuvre dat ruim 70 jaar bestrijkt.
In het werk van Casper Faassen (1975, NL) speelt beweging een grote rol. In de eerste plaats omdat hij samenwerkt met de professionele balletdanser Madoka Kariya. Zij vormt de sleutelfiguur in zijn nieuwe serie ‘Void’, die momenteel in Bildhalle Amsterdam is te bewonderen. Op poëtische wijze maakt Faassen portretten van Kariya door haar in haar danselement vast te leggen. De danser omhult zich door mist, een effect dat de fotograaf bereikt door zijn eigen schildertechnieken in te zetten. Geïnspireerd door 17e-eeuwse olieverfschilderijen, waar hij van kinds af aan mee in aanraking kwam, voegt hij craquelures (lees: kleine scheurtjes) als bovenlaag toe. Daardoor krijgen de hedendaagse portretfoto’s een historisch effect dat contrasteert met de wazige achtergrond. Niet voor niets ontving Faassen voor het ontwikkelen van zijn eigen procedé de Dutch Talent of the Year (2007) en de ALPA Photo Basel Award (2019).
Over beweging in zijn werk deelt Faassen: "Alle schilders en fotografen hebben het vermogen om de tijd te bevriezen en een enkel moment vast te leggen. Ik benadruk dat moment door een element van tijd toe te voegen - niet per se door letterlijke vanitasreferenties te gebruiken, maar door de manier waarop ik met materialen omga. Het gebruik van craquelure is mijn symbool voor tijd en introduceert een visueel element omdat het olieverf is en dus scherp, contrasterend met de rest van het wazige beeld." De titel van de serie ‘Void’ verwijst naar het Japanse begrip ‘Ma’, de tussenruimte die niet scheidt maar juist verbindt. Met andere woorden, het zichtbare en onzichtbare vertegenwoordigen evenveel waarde. Een aansprekend voorbeeld hiervan is Fuji (2023), waar niet de beweging van de mens maar de natuur centraal staat. Zoals een muzikant de stilte tussen de noten omarmt en de dichter de pauzes tussen de woorden, zo creëert Faassen een gevoel van luchtigheid en contemplatie in een visueel kader.
Daarnaast toont Bildhalle werk van Lillian Bassman (1917–2012, US), die niet alleen bekend staat om haar dynamische fotografie, maar ook in metaforisch opzicht een bewogen leven leidde. Bassman rondde de Textile High School af en studeerde mode illustratie aan het Pratt Institute in Brooklyn. In de jaren ’40 werd haar talent ontdekt door de befaamde Alexey Brodovitch, Harper’s Bazaar artistiek directeur, waardoor haar focus verschoof naar grafisch design. Deze ontmoeting leidde tot haar benoeming als artistiek directeur van Junior Bazaar. Tijdens haar lunchuren experimenteerde Bassman in de donkere kamer om foto’s van George Hoyningen-Huene te ontwikkelen. Gebruikmakend van zakdoeken en gaas bracht ze onderdelen van de foto naar voren, terwijl ze met bleekmiddel de toon veranderde. Daardoor trad Bassman buiten de traditionele kaders van de fotografie door haar eigen dimensie toe te voegen. Na een succesvolle carrière met modellen als Barbara Mullen, Dovima en Suzy Parker keerde zij in 1969 de commerciële modefotografie de rug toe.
Totdat haar experimentele foto’s van de Harper’s Bazaar periode door Martin Harrison (mode curator en historicus) begin jaren ’90 werden herontdekt. De fotograaf deelt hierover in een interview met The New York Times uit 1997: "Toen ik ze bekeek, raakte ik een beetje geïntrigeerd en ik nam ze mee naar de donkere kamer en begon mijn eigen ding met ze te doen. Ik was in staat om mijn eigen keuzes te maken, anders dan wat Brodovitch of de redacteuren hadden gemaakt.” Deze ‘herinterpretaties’ werden één groot succes met tentoonstellingen in de Deichtorhallen, een solo show in de Hamiltons Gallery en een Caroussel du Louvre Paris.
Zo hangen de foto’s Dress by Thierry Mugler, German VOGUE (1998) en Barbara Mullen, Harper's Bazaar, New York (1958) naast elkaar in Bildhalle Amsterdam. Ondanks dat er 40 jaar tussen het maakproces zit, zien we de signatuur van Bassman terug. Beide zijn zeer elegante, modieuze portretten van vrouwen die sterke licht-donker contrasten bevatten. De modellen, met respectievelijk de lijnen van de jurk uit 1998 en de schaduwen in de nek uit 1958, wekken door hun delicate uitvoering de indruk dat het hier om houtskool tekeningen gaat. Waar van de vroege foto een directheid uitgaat doordat het model recht in de camera kijkt, focust de recentere foto op het abstraheren en zweven van de jurk. Dit is onder andere het resultaat van haar baanbrekende druktechnieken, vernieuwende grafische effecten en hechte band met de geportretteerden. Enerzijds borduurde Bassman voort op de gevestigde modefotografie, anderzijds slaagde zij erin om de artistieke grenzen van het genre op te rekken.
Beweging vormt ook een cruciaal onderdeel van het oeuvre van de internationaal gerenommeerde fotograaf René Groebli (*1927, CH). Inmiddels heeft Groebli ruim 70 jaar werkervaring achter de rug als fotojournalist, reclame- en autonoom fotograaf met vele hoogtepunten in zijn carrière zoals een tentoonstelling in het MoMA (1955), Musée de l’Elysée, Lausanne (2002) en het International Centre of Photography in New York (2023). Hij brak al op 22-jarige leeftijd door met Rail Magic (1949), een serie die hij vastlegde op een locomotief in Frankrijk en Zwitserland. Hij wist de beweging van de snelheid van de trein, het overwaaiende stoom en de tegenliggers onderweg op fascinerende wijze te vangen. In tegenstelling tot de objectiviteit waarmee veel Zwitserse vakgenoten fotografeerden, schaarde Groebli zich achter de subjectieve fotografie. Opgericht in de jaren ’50 door Otto Steinert werd deze nieuwe beweging omschreven als 'vermenselijkte, geïndividualiseerde fotografie'. Riding a bicycle freehanded uit 1946, te zien bij Bildhalle, vertoont precies deze persoonlijke, intuïtieve benadering.
Hetzelfde geldt voor de serie die in privésfeer ontstond, waar zijn huwelijksreis in 1952 met zijn grote liefde Rita Dürmüller het vertrekpunt vormt. Daaruit vloeide de ontroerende, oogverblindende serie The Eye of Love voort, die ook te zien is bij Bildhalle. Deze leest als een visueel liefdesgedicht. We zien zijn kersverse echtgenoot naakt in de contouren van het hotelraam, ontspannen op bed en zichzelf staand uitkledend. Sitting nude, The Eye of Love, Paris (1952) straalt beweging, puurheid en energie uit door de compositie en het kledingstuk dat boven Dürmüller zweeft. De serie riep destijds enige controverse op, maar ook institutionele erkenning toen Edward Steichen van het MoMA New York de foto met bijbehorende publicatie aankocht. Na dit grote succes stapte Groebli over naar de kleurenfotografie, waar zijn vakkundigheid wat betreft kleurstofoverdracht en kleurenlithografie niet onopgemerkt bleef: het Amerikaanse tijdschrift Color Annual roemde hem in 1957 als ‘meester van kleur’. In de jaren ’70, toen kleurenfotografie sneller, makkelijker en goedkoper werd, richtte hij zich weer op de zwart-wit fotografie. Deze levenslange toewijding aan de fotografie leverde hem in 2015 een Lifetime Award op van de Zwitserse fotoacademie.