Voor het achtste jaar op rij gaat de NN Art Award in 2024 naar een veelbelovende kunstenaar die hun werk toont tijdens Art Rotterdam. Nieuw, dit jaar, is de presentatie van het werk van de genomineerden. Zij exposeren niet in een stand op Art Rotterdam maar in de toonaangevende Kunsthal Rotterdam, van 1 februari tot en met 14 april 2024. De genomineerde kunstenaars voor de NN Art Award 2024 zijn Maaike Kramer (Art Gallery O-68), Mónica Mays (Prospects sectie van het Mondriaan Fonds), Jan van der Pol (CREMAN & DE ROOIJ) en Peim van der Sloot (Brinkman & Bergsma).
Mays’ sculpturale praktijk combineert autobiografie, materiaalproces en historisch archief. Haar werken bestaan uit assemblages die de vorm aannemen van geanimeerde huishoudelijke objecten die overlopen, vervormd zijn of zich begeven in een proces van transmutatie. Geïnspireerd door katholieke lichaamshorror en barokke iconografie werkt ze met overdaad, versiering en uitbundigheid. Van de weergave van ziekte en magisch denken in vrouwelijke beeldjes tot koloniale representaties van natuur, dominantie, verlangen en controle, de barok wordt door Mays ingezet om werken te creëren die bestaan in een spanningsveld van fragiliteit en geweld.
Na haar studie Culturele Antropologie aan de Universiteit van New Orleans studeerde Mays in 2015 af aan de École Supérieure des Arts Décoratifs in Straatsburg. In 2017 behaalde ze een master aan het Sandberg Instituut in Amsterdam. Ze heeft sindsdien projecten ontwikkeld tijdens artistieke residentieprogramma’s aan Rupert (Vilnius, Litouwen), Fundación Bilbao Arte (Bilbao, Spanje), Matadero (Madrid, Spanje) en Cemeti Instituut voor Kunst en Maatschappij (Yogyakarta, Indonesië). Mays’ werken zijn onder meer tentoongesteld in het Frascati Theater (Amsterdam), Tallinn Art Hall (Tallinn), Punt WG (Amsterdam), Blue Velvet Projects (Zürich), Centro Centro (Madrid), KUBUS (Hannover), La Casa Encendida (Madrid), Industra (Brno) en Atelier Chiffonier (Dijon). Mays ontving de 3PD-prijs van het Amsterdams Fonds voor de Kunst (2022), het Jonge Kunstenaar Stipendium van het Mondriaan Fonds (2023) en de Generation 2022-prijs van de Montemadrid Foundation.
Kun je ons wat meer vertellen over het werk dat je presenteert op Art Rotterdam en in de Kunsthal?
“Ik presenteer een reeks sculpturen en dozen waaraan ik de afgelopen twee jaar heb gewerkt. Met deze werken wilde ik vormen van voortplanting verkennen en cultiveren die vallen buiten patriarchale structuren, industriële productiemethoden, efficiëntie en toekomstgerichtheid — en het geweld dat deze logica's opleggen aan verschillende lichamen. Ik heb deze ideeën verkend door me te verdiepen in de levenscyclus van de zijdemot bombyx mori – een organisch voortplantingsproces dat onherroepelijk is veranderd door menselijke interventie, domesticatie en industrialisatie. Om zijdedraad voor textiel te kunnen gebruiken, moeten de cocons van de zijdemot worden gestoomd. Dit is nodig om de larve binnenin te doden voordat deze uitkomt en daarmee de enkele zijdedraad breekt waarmee de cocon is gemaakt. De motten die daadwerkelijk mogen uitkomen, doen dit alleen om te paren en sterven kort daarna; duizenden jaren van productiegerichte domesticatie hebben de mot blind, albino en vleugelloos gemaakt, met een rudimentaire mond die niet kan eten. De zijdemotcocon bevat voor mij een veelheid aan semiotische en biologische betekenissen – zowel die van extractief geweld, biopower en heteropessimisme, maar ook het potentieel voor het doorbreken van lineaire logica's, de weigering van voortplanting en het omarmen van mutatie.
Vorig jaar kweekte ik de bombyx mori, begeleidde hen door hun voortplantingscyclus, liet ze allemaal uitkomen en werkte met hen en hun producten aan een reeks assemblages, collages en sculpturen. Deze assemblages zijn samengesteld uit een mix van gevonden, anachronistische huishoudelijke objecten, die worden onderbroken door de overdaad van andere lichamen zoals wol, veren, perkament en cocons. Samen vormen ze een 'lichaam' uit verschillende lichamen. Daarnaast presenteer ik "Schaduwdozen", houten gerasterde objecten die worden gebruikt voor wetenschappelijke categorisering, verdeling en taxonomische scheiding in de lades van archieven en musea. Afgedankte exemplaren worden vaak gebruikt door individuen om kleine memorabilia te verzamelen, waarbij het raster als een subjectief en persoonlijk mechanisme wordt toegeëigend. Op een soortgelijke manier heb ik samengewerkt met de bombyx mori en hun producten om de dozen te parasiteren, hun cocons intact te bewaren door de dozen te bedekken met zijde en botanische afdrukken die de structuur van het raster verstoren.”
Wat zijn je plannen voor 2024?2024?
“In maart volg ik drie maanden een residentieprogramma bij het Cemeti Instituut voor Kunst en Maatschappij in Yogyakarta met steun van het Mondriaan Fonds, waar ik een project voortzet dat ik onlangs ben gestart aan de Mediterrane kust van Spanje. In mijn projecten richt ik me op bepaalde voorbeelden als dragers van zowel geweld als fragiliteit. In dit geval heb ik gekeken naar de iconografie en symboliek van de palmplant, door zijn paradijselijke, Bijbelse en industriële verbeeldingen. Het project begon met het bekijken van de decoratieve functie van de plant om kustlijnen in Zuid-Europa te verfraaien en het contrast met de exploitatie ervan in andere regio’s — waarbij Indonesië geldt als een van de grootste producenten van deze plant voor de fabricage van palmolie. Ik beschouw palmolie als een alomtegenwoordig materiaal, aanwezig in bijna al onze consumptiegoederen, en trek een parallel met het religieuze concept van alomtegenwoordigheid dat vaak wordt gebruikt in Bijbelse afbeeldingen van palmplanten. Tot nu toe heeft dit geresulteerd in een reeks kleiwerken die zijn gebakken met de verbranding van palmbladeren, naast het creëren van assemblages met gevonden fabrieksobjecten. Ik weet nog niet helemaal hoe dit project verder zal materialiseren, aangezien ik me midden in het proces bevind, maar gedurende het jaar zal ik enkele van de werken presenteren tijdens Art Basel, Arco Madrid en in verschillende galeries in New York, Baskenland en Boekarest.”
Kun je beschrijven hoe je je voelde toen je hoorde dat je was genomineerd voor de NN Art Award?
“Ik was erg blij natuurlijk. Het geeft een goed gevoel als je de boodschap van je werk overkomt en erkend wordt, zeker temidden van de vele prachtige projecten die veel van mijn collega's en leeftijdsgenoten presenteren bij Prospects. Ik woon al acht jaar in Amsterdam, en maak werk in allerlei studio's door de stad, maar het is altijd vrij moeilijk geweest om het werk lokaal te presenteren, deels door het gebrek aan ruimtes, maar ook door beperkte zichtbaarheid. Ik heb voornamelijk uitnodigingen gekregen om werk in het buitenland te presenteren, dus voor mij is dit een hele mooie kans om mijn werk te delen binnen de context die mij heeft geholpen bij het ontwikkelen van het merendeel van mijn werken.”
Welk project zou je onmiddellijk oppakken als je de award zou winnen?
“Er liggen altijd meer projecten in het verschiet. Mocht ik de award winnen, dan zou ik graag een werk creëren dat de schaal van mijn eigen lichaam overstijgt en niet beperkt wordt door praktische overwegingen. Als ik over mijn werken spreek dan omschrijf ik ze vaak als geanimeerde huishoudelijke objecten, omdat ik ze in gedachten zie bewegen, openen, sluiten en hun armen uitstrekken. Maar in werkelijkheid zijn hun vormen statisch. Met deze award zou ik de technische vereisten kunnen verkennen die nodig zijn om ze daadwerkelijk performatief te maken. Misschien zou ik, hoewel het nog onzeker is, eindelijk een film kunnen realiseren over een specifiek huilend standbeeld waar ik nu al vijf jaar over spreek.”
Hoe zou je jouw werk uitleggen aan iemand die misschien niet zo thuis is in de kunstwereld?
“Ik hoop dat mijn kunstwerken geen complexe verbale toelichting vereisen, maar dat ze zelf verhalend of op emotioneel niveau kunnen communiceren. Het grootste deel van mijn werk bestaat uit het proces, de materialen en de vormen die in de studio samenkomen, wat vaak het lastigste is om over te praten. Ik kan altijd wel verhalen delen, analogieën gebruiken en elementen uit mijn chaotische referentiekader aanhalen, maar uiteindelijk is mijn doel dat mijn werken voor zichzelf spreken, door middel van erotiek, tastbaarheid en spanning, zonder de noodzaak van een uitgebreide uitleg.”
Wat is het mooiste compliment dat je ooit hebt ontvangen over je werk?
“Dat het iemand raakt.”
De uiteindelijke winnaar van de NN Art Award 2024 wordt op donderdag 1 februari om 20.00 uur bekendgemaakt in Kunsthal Rotterdam. Het werk van de genomineerden is daar nog te zien tot en met 14 april 2024. Tijdens Art Rotterdam is het werk van Mónica Mays ook te zien in de Prospects sectie van het Mondriaan Fonds.