Wat is volgens jou het belangrijkste thema van je werk?
Ik denk dat een essentieel thema van mijn werk is verwerpen van het idee van het 'belangrijkste thema'. Mijn interesse ligt in veelvoud en het benaderen van elk onderwerp als een soort koor van ontstemde, menselijke en niet-menselijke, levende en niet-levende stemmen. Wat ik inzet om daarover te praten verandert per project, maar mijn benadering om dingen zoals persoonlijke emoties en verhalen te positioneren in hetzelfde ensemble als bijvoorbeeld de erosie die wordt geproduceerd door water dat door een landschap stroomt, blijft hetzelfde. Op dit moment ben ik gefascineerd door het onderwerp oorlog en geweld, maar het is echt door de relaties en interacties die ik creëer tussen het verhaal en verschillende materialen dat het onderwerp zich voor mij ontvouwt en alle complexe facetten aanneemt die het tot leven brengen.
Jouw installaties bestaan uit een mix van figuratieve en abstracte elementen. Hoe kwam je op die beeldtaal uit?
Dit ontwikkelde zich heel organisch. Ik ben enerzijds geïnteresseerd in nogal 'abstracte' concepten, zoals die in de natuurkunde en wetenschap te vinden zijn, en anderzijds in persoonlijke en concrete ervaringen. Uiteindelijk is mijn benadering dat er geen absolute scheiding is tussen wat 'abstract' en 'figuratief' genoemd kan worden. In de natuurkunde kunnen we ons bijvoorbeeld 'deeltjes' voorstellen, die in de klassieke natuurkunde worden beschreven als discrete concrete entiteiten. Maar als we de zeer kleine schaal beschouwen die wordt beschreven in de kwantumfysica, zijn deze deeltjes meer als een zeer abstract 'veld' zonder duidelijke grenzen. Figuratief of abstract kan dus slechts een kwestie van schaal zijn.
NON-STILL LIFE, 2022. Foto: Alex Heuvink
Hoe zet je je installaties in elkaar? Heb je een vooropgezet plan en zoek je daar vervolgens de juiste voorwerpen bij of werk je met wat er voorhanden is?
Elke installatie is een combinatie van beide. Ik vind het leuk om zeer nauwkeurig vervaardigde elementen te combineren met kant-en-klare en soms meer 'willekeurige' objecten die ik tegenkom. Bijvoorbeeld, in de installatie
The Garden of larthly Delights, heb ik een sculptuur van een hoofd van Narges Mohammadi geplaatst op bouwmateriaal uit een winkel. Hoewel het bouwmateriaal iets is dat je kant-en-klaar kunt kopen, was het hoofd daarentegen het resultaat van een lang proces van 3D-scannen van Narges, 3D-printen van het model, gieten, enz. Ik vind de combinatie van doelbewuste en spontane acties zeer verrijkend voor het werk.
Een aantal van je werken hebben titels die refereren aan filosofie en biologie, zoals Natural Philosophy en The Garden of larthly Delights. Zijn die disciplines je inspiratiebronnen?
Op een bepaalde manier wel, maar ik denk dat 'filosofie' en 'biologie' iets te formeel klinken. Beide disciplines zijn een manier om fenomenen te bestuderen, een systematische benadering van onderzoek en communicatie. Ik ben vooral geïnteresseerd in onderzoeksgebieden waar deze systemen hun solide basis beginnen te verliezen. Daar vind ik ruimte voor mijn eigen verhaal en de mogelijkheid allerlei vragen die me intrigeren te behandelen. Er zijn simpelweg te veel dingen die me inspireren om ze in een systeem te plaatsen.
De installatie The Garden of larthly Delights bevat levende maden. Ik kan me voorstellen dat het uitdagend is om zoiets tentoon te stellen. Waarom besloot je dat toch te doen?
Ja, je hebt helemaal gelijk. Werken met levende organismen is behoorlijk uitdagend binnen de context van kunsttentoonstellingen, die normaal gesproken gericht zijn op een ander soort kunstervaring. De meeste kunst ruimtes hebben een traditie die gebaseerd is op kunstobjecten als statische, levenloze 'wezens'. In die context vereist het presenteren van een levend wezen een volledig andere set regels. Ik vind die spanning heel interessant, omdat het nieuwe manieren van denken over kunst als actieve deelnemers in de ruimte.
The Garden of Iarthly Delights, 2021. Foto: Pippilotta Yerna