Kunstenaars laten ons vaak als geen ander zien wat er speelt in de maatschappij. Rademakers Gallery besloot daarom een overzichtstentoonstelling in te richten met kunst die zich verenigt onder een centraal thema: de dreigende klimaatcrisis. Rademakers Gallery toont in de tentoonstelling Nature Calls zowel werk van de jonge kunstenaars Florentijn de Boer, Joana Schneider, Sebiha Demir en Sophie Steengracht als werk van de gerenommeerde kunstenaars Stefan Gross, Tomás Libertiny, Eka Acosta en Jan Koen Lomans. Deze acht kunstenaars verbeelden deze zorgen allemaal op een unieke manier. In hun eigen beeldtaal, maar ook door middel van de materialen die ze toepassen.
Midden in de tentoonstellingsruimte hangt een grote transparante turquoise haai van Eka Acosta, die ons met zijn gedetailleerde werk van metaalnet laat zien welke dieren we in gevaar brengen met onze houding ten opzichte van de natuur. Hij dwingt ons opnieuw te kijken naar de schoonheid van deze dieren. Daar onder ligt een beschilderd surfboard van Sophie Steengracht, die in 2018 een Van Vlissingen Art Foundation Grant in de wacht sleepte. Steengracht is gefascineerd door magisch realisme, mythologie en de verstrengeling van mens en natuur. Ze liet zich inspireren door haar reizen in Peru. Ook Florentijn de Boer laat ons met haar dynamische natuurlandschappen in oliestick met andere ogen kijken naar onze natuurlijke habitat. Ze schildert haar werken, die zowel figuratief als abstract lijken te zijn, met haar vingers en maakt gebruik van milieuvriendelijk onbehandeld linnen.
Aan de muur hangt een gigantisch masker van Joana Schneider, gemaakt van het gerecyclede garen dat ze maakte uit de achtergelaten visnetten en touwen uit de haven van Katwijk. Afval dat anders een gevaar vormt voor de zeedieren die er in verstrikt kunnen raken. Duurzaamheid speelt een belangrijke rol in haar praktijk, die ook wordt geïnspireerd door haar achtergrond als textiel- en modeontwerper. De theatrale en krachtige hoofden die ze maakt lijken ook visueel te verwijzen naar wezens uit de zee.
Er zijn ook een paar werken te zien van de Duitse kunstenaar Stefan Gross, die ons middels zijn kunst een inhoudelijke boodschap mee geeft: op kleurrijke wijze laat hij ons verval en vergankelijkheid zien in een maatschappij die in grote mate is ingesteld op oneindige groei. Die vergankelijkheid in de natuur staat ook centraal in het werk van Jan Koen Lomans, die het thema op verschillende manieren en met wisselende technieken terug laat komen in zijn ambachtelijke kunstwerken. Zijn werk is onder andere opgenomen in de collectie van het Centraal Museum.
De organisch ogende vazen van de Slowaaks-Nederlandse kunstenaar Tomas Libertiny verraden zijn fascinatie voor de intelligentie en schoonheid van de natuur. Voor dit project deed hij maanden onderzoek naar de werkwijze van bijen, om hen vervolgens in te zetten en op die manier nieuwe sculpturale vormen te creëren. Eén van de vazen uit de reeks was in 2008 te zien in het MoMA — en werd vervolgens opgenomen in de collectie van het museum.
Andere opvallende werken in de tentoonstelling zijn de diersculpturen van Sebiha Demir. Zij maakte hiervoor gebruik van buitengewoon onconventioneel materiaal: .22 kogelhulzen. Dit is een heldere visualisatie van het probleem dat Demir signaleert: de groeiende bedreiging die de mens vormt voor met name exotische diersoorten. De kogels benadrukken ook de relatie tussen mens en dier, terwijl de onverwachts speelse houding van de sculpturen je op het verkeerde been zetten. Het levert een interessant contrast op.