Het is haast een contradictie. De werken van Kaifan Wang lijken op het eerste zicht een tornado van kleuren en tegelijk bezorgen ze me een haast meditatief gevoel van rust. Bij GNYP Gallery opende op 26 augustus de tentoonstelling met de enigmatische titel Is the spot on the neck bitten by mosquitoes? Met deze vraag in het achterhoofd legde ik de kunstenaar ook enkele – meer alledaagse – vragen voor.
Wegens drukke agenda’s besloten we vanop afstand te werken. De moderne tijd heeft voor- en nadelen. Op de foto’s die de galerij me doorstuurde zie ik een jongeman die vastberaden in de lens kijkt. Op de achtergrond hangen enkele werken die met hun wervelend coloriet haaks staan op de rust die de kunstenaar zelf uitstraalt.
Wat inspireerde je om de werken voor je eerste solotentoonstelling in België te creëren?
Aanvankelijk wilde ik voortborduren op het concept dat ik had ontwikkeld tijdens mijn laatste solotentoonstelling (2022) bij GNYP Berlin, namelijk de relatie tussen lichaam en omgeving. Aan het begin van 2023 heb ik mijn allergenen laten testen, omdat ik altijd last had van rhinitis. Deze ontsteking van het neusslijmvlies verergerde nog na mijn verhuis van China naar Berlijn. Uit de testresultaten bleek dat ik ongeveer een dozijn allergieën had voor planten, en op advies van mijn arts kreeg ik injecties met anti-allergiemedicatie. Ik moest daarbij denken aan het werk van de Italiaanse filosoof Roberto Esposito waarbij alles draait om twee concepten, gemeenschap (communitas) en immuniteit (immunitas). Deze wisselwerking – of constante interactie- inspireerde me om deze nieuwe serie werken te creëren.
Een aantal werken zijn zo recent dat de verf misschien nog niet droog is. Heeft je verblijf in Antwerpen invloed gehad op je schilderijen?
Sommige schilderijen maakte ik al in Berlijn en een vijftal werken ontstonden tijdens mijn verblijf in Antwerpen. Hier had ik een groot atelier met een hoog plafond, waardoor ik werken kon maken die mijn fysieke controle uitdaagden. Dit verplichtte me al bij aanvang om meer na te denken over de gehele compositie. Een stevige penseelvoering moest zorgen voor controle terwijl ik tegelijkertijd ruimte kon laten om het geheel te laten ademen.
Ja, de omgeving heeft dus zeker invloed gehad op mijn werk. In de zomer heb ik meer daglicht en kan ik tot 's avonds laat werken. Ik genoot van de avondzonsondergangen in Antwerpen, meestal keek ik naar de zonsondergang vanaf het balkon van mijn atelier. De lucht lijkt hier zo dichtbij dat, als je hoog staat, het voelt alsof je de wolken kunt aanraken, een beetje zoals mijn geboorteplaats Binnen-Mongolië. Ik denk dat dat de reden is dat ik het niet kon laten om veel oranje, gele en rode kleuren in mijn werken te gebruiken.
Hoe ben je erin geslaagd om die uitdaging tussen lichaam en doek aan te gaan?
Zoals ik eerder aangaf, was mijn canvas groter dan ooit, voorbij mijn fysieke grenzen. Deze complexiteit was een uitdaging. Er waren momenten dat ik moest springen om het bovenste doekoppervlak te bereiken, een handeling die ik vreemd genoeg opwindend vond vanwege de onvoorspelbaarheid ervan. Tegelijkertijd moest ik mijn lichaamsbalans behouden om ongelukken te vermijden zonder de compositie uit het oog te verliezen. Zo ontstond voor mij kunst als een dynamisch duel tussen gevoeligheid en rationaliteit, een strijd tussen mijn lichaam en het doek.
Je gebruikt ook niet-alledaagse technieken in je werk. Kun je uitleggen hoe het gebruik van sponzen en oliepastels bijdraagt aan de creatie van je abstracte, golvende vormen?
Een spons is een van nature zacht medium dat snelheid vereist om scherpe lijnen in tekeningen te bereiken. Hoewel het in principe lastig te controleren kan zijn, biedt het een scala aan mogelijkheden voor het kunstwerk. Je kunt het vergelijken met de penseelbeheersing bij kalligrafie.
De samenstelling van oliepastel vormt een sterk contrast met de spons en vereist een andere aanpak. Gewoonlijk gebruik ik de oliepastel om uitgestrekte oppervlakken gelijkmatig te bedekken, vergelijkbaar met het draperen met een sluier. Zo probeer ik met deze gelanceerde krachten een consistente ruimtelijke beleving te creëren.
Naast sponzen lees ik ook dat je veel aandacht hebt voor … matrassen?
Sporen worden gevormd door repetitieve gewoonten en abstracte schilderijen kunnen ook worden beschreven als een combinatie van verschillende invloeden. Neem bijvoorbeeld een matras, het donkergekleurde deel is het deel waar de eigenaar vaak op ligt. Sommige mensen slapen graag aan de zijkant, sommigen willen in het midden liggen, sommigen willen zich oprollen, anderen willen zich uitstrekken. Herhaling, gewoonte, lichaamsgevoeligheid staan centraal in mijn keuze van schildermedium voor expressie, waarbij ambiguïteit en onzegbaarheid het begin van abstractie vormen. Ik hoop in staat te zijn om deze ervaring op doek met olieverf uit te drukken met vergelijkbare materialen.
Hoe komen die sporen van menselijke aanwezigheid, zowel zichtbaar als onzichtbaar, tot uiting in je werk?
Ik vermeldde al dat matrassen markeringen en kleurschakeringen vastleggen die de sporen van iemands leven bevatten: niet alleen zichtbare tinten, maar ook ongrijpbare elementen zoals geuren en verborgen verhalen. In mijn olieverfschilderijen streef ik er eveneens naar om deze ervaringen vast te leggen. Laag voor laag omhult mijn penseelwerk de essentie van deze herinneringen. Sommige tinten, als cryptische boodschappen, liggen begraven in diepgaande lagen, onmiddellijke herkenning ontwijkend. sommige treden naar voren met een gedempte subtiliteit, net buiten ons bereik, terwijl andere naar voren schieten met een emotionele intensiteit die diep resoneert.
Dat brengt ons bij – laat ons eerlijk zijn – de niet-alledaagse titel van je nieuwe expo. Wat moeten we denken van Is the spot on the neck bitten by mosquitoes?
De titel is ingegeven door de immunologische markeringen die achterblijven na muggenbeten of die worden getriggerd door allergieën. Vaak kom ik mensen tegen die deze anekdotes in hun gesprekken gebruiken, als verborgen metaforen voor intieme relaties gebruiken. Geïnspireerd hierdoor wilde ik mijn persoonlijke ontmoetingen overbrengen met een vergelijkbare mix van ambiguïteit en speelsheid, effectief de kloof overbruggend tussen de ernst van het onderwerp en de herkenbaarheid ervan. In mijn creatieve proces onderzoek ik vaak het idee dat de innerlijke wereld, onze emoties, gedachten en ervaringen, niet geïsoleerd zijn van de externe omgeving. Ze zijn eerder met elkaar verweven en beïnvloeden elkaar. Kleur en textuur dienen als instrumenten om deze dynamiek over te brengen. Delicate penseelstreken vermengen zich met gedurfde slagen, zorgvuldig echoënd met de nuances van innerlijke emoties tegen het uitgestrekte doek van de buitenwereld.
Ik las ook ergens dat je interesse hebt voor middeleeuwse fresco’s?
Ik ben inderdaad gefascineerd door geloof, rituelen en oude culturen. Mijn fascinatie voor abstractie loopt parallel met het gestructureerde patina van fresco's, die een gevoel van diepere wijsheid in zich dragen. Terwijl we getuige zijn van fresco's die afbladderen en de transformerende effecten van oxidatie door de lucht ondergaan, verrijkt deze vervaging de essentie van het beeld zelf. Ik wil het beeld bedekken met verschillende kleurlagen, waarbij de onderliggende kleuren vaag zichtbaar blijven.
Ook wind speelt een belangrijke rol in je werk.
Ik beeld de wind eigenlijk niet uit, de wind is slechts een drager. Het zijn de dingen en boodschappen die het draagt waar ik gedeeltelijk uiting aan geef. De wind verschijnt niet in mijn beelden, ook al is deze omnipresent.
Hoe zie je de relatie tussen de wind enerzijds en lichaam en geest anderzijds?
Ik kan dit het best toelichten vanuit het oogpunt van Chinese logica. Volgens de Chinese geneeskunde wordt wind vaak geïdentificeerd als de fundamentele basis van kwalen. Talloze ziekten worden toegeschreven aan zijn invloed, wat hem een centrale rol geeft in gezondheidsoverwegingen. Wind, in zijn natuurlijke staat, blijft goedaardig; echter, in gevallen waarbij de immuniteit van een individu tekortschiet, transformeert het in kwaadaardige krachten die bekend staan als "kwaadaardige wind". Deze kwaadaardigheid kan uit externe bronnen voortkomen of intern binnen het lichaam manifesteren.
De taoïstische filosofie trekt vaak parallellen tussen het menselijk lichaam en de natuurlijke wereld, resulterend in principes zoals Feng Shui. Hier echoot het lichaam de ritmes van de natuur. In mijn perceptie vormt wind een actieve kracht terwijl mensen een meer passieve houding aannemen waardoor een ingewikkelde dans ontstaat. Mijn focus ligt op het onderzoek van menselijk overleven binnen dit samenspel of de zoektocht naar een harmonieus evenwicht.
Je groeide op in Hohhot (China). Welke invloed heeft dit op je werk?
Hohhot is een centrum waar Chinese en Mongoolse culturen samenkomen. Als Han-Chinees wilde ik ook graag opgaan in de Mongoolse cultuur, maar dat is moeilijk. Net zoals ik wilde integreren in de Berlijnse samenleving, maar toen genoot ik er ook wel van om toeschouwer te zijn. Hohhot is een kleine stad, mensen kennen elkaar en er heerst een gevoel van verbondenheid. Het is ook een grensstad die doet wegdromen van verre, onbekende oorden. De stofstormen met hun gele zand die er binnenwaaiden, deden me het destructieve karakter ervan vergeten en in plaats daarvan werd ik gevangen door hun grootsheid. Ik verlang naar contact met de natuur, maar ik ben opgegroeid in de stad, dus als ik naar de graslanden ga, wil ik genieten van het gevoel van paardrijden, dat me groter laat voelen, maar ik heb angst voor insecten, dus spring ik altijd over het gras om een stukje beton te bereiken en bewonder het van een afstand.
Kan je ten slotte nog iets meer vertellen over je artistieke reis, van de studie van traditionele Chinese schilderkunst tot de ontdekking van hedendaagse kunst in Beijing?
Ik begon op zesjarige leeftijd te schilderen, puur uit interesse. Mijn ouders stuurden me naar de lokale kunstacademie om me verder te bekwamen, en toen ik iets ouder werd, begon ik Chinese schilderkunst en kalligrafie te leren. Tegen die tijd had ik al ontdekt dat ik liever mezelf uitdrukte met kleuren. Later, om de toelatingsexamens voor het Chinese academie af te leggen, moest ik overschakelen van Chinese schilderkunst naar schetsen en stillevens.
Ik wilde bovendien ook in het buitenland studeren, dus verhuisde ik een jaar voor mijn toelatingsexamens naar Beijing waar ik kennis maakte met hedendaagse kunst. Ik ontdekte dat er eigenlijk veel verschillende media zijn die ik kan gebruiken, en zoals mijn leraar destijds zei, moet je je eigen wapen vinden. Na mijn middelbare school ben ik met steun van mijn familie naar Duitsland getrokken om me voor te bereiden op de Duitse kunsthogeschoolexamens. In Duitsland is er een talenttest, je moet een portfolio indienen, een interview en een schriftelijk examen afleggen. Ik was weinig vertrouwd met dit examensysteem en vond een opleiding waar twee begeleiders me daarbij hielpen. Ze vertelden me dat je je eerst moet ontspannen om vervolgens voluit te gaan. Ik herinner me dat ik erg in de war was. Mijn eerste schilderij in Duitsland was van drie kopjes die aan een boom groeiden. Ik voelde me vreselijk, ik dacht niet dat een universiteit me zou willen. Binnen tien maanden had ik honderd schilderijen geschilderd en drie portfolio's voorbereid, en ik denk dat ik zelfverzekerd werd omdat ik niet meer gaf om wat ik aan het schilderen was, het was een pure expressie.