Op de stillevens van Eliza Pepermans zijn alledaagse taferelen te zien. Ogenschijnlijk eenvoudige voorstellingen als een tafel met daarop een vaas met zonnebloemen of een koffiepot. Voor Pepermans vormt de ingenieuze eenvoud van het stilleven het ideale speelveld om de formele aspecten van het schilderen te onderzoeken: compositie, kleur, vorm, lijnvoering en tactiliteit. “We duiken in een wereld, geïsoleerd van tijd en ruimte, waar het verlangen naar de eeuwigdurende zomer overheerst.” Haar werk is nog tot en met 5 augustus te zien in de zomertentoonstelling You can not keep summer from coming back bij de Schönfeld Gallery in Brussel.
Waar is je atelier en hoe ziet het eruit?
Wij wonen sinds enkele jaren in een hogergelegen appartement in Antwerpen: een ruime en lichtrijke plaats, met veel openheid en uitzicht op het centraal station en de stad. Achteraan het appartement liggen twee kamers, waarvan één ingericht als mijn atelierruimte. Het atelier is in feite erg bescheiden ingericht, met enkel de noodzakelijkheden aanwezig: een houten werktafel, een stoel, een metalen werkbank en - het allerbelangrijkste- veel natuurlijke lichtinval.
Het vaakst zit ik aan de werktafel: dat is de plek waar ik teken en schilder. Hier staan de penselen in de glazen bokalen en liggen de tubes verf samen met de vodden, de potloden, de rollen tape, het krantenpapier. Kortom: alle benodigdheden om te schilderen. Vaak vergezeld van een tas koffie, notitiepapier om ideeën te schetsen en wat boeken.
De metalen werkbank fungeert dan eerder als 'opslagruimte' waar de bussen terpentine, de rollen schildersdoek, de grote vellen papier en de houten frames liggen. De werkbank gebruik ik voor het voorbereidend werk van het schilderen: om doeken op te spannen, om de frames in elkaar te steken of om kleuren te mengen.
Het stockeren van de werken gebeurt in de woonkamer, de gang of in de slaapkamer: heel het appartement wordt (op een ordelijke manier) ingepalmd. Het atelier is voor mij een plek waar ik me in terugtrek en me kan afschermen van de buitenwereld en alle afleidingen: ik laat maar weinig mensen toe in het atelier- het gebeurt allemaal 'achter gesloten deuren'.
Waar moet een goed atelier voor jou aan voldoen: natuurlijk licht, veel ruimte, veel groen in de omgeving of collega’s in de buurt?
Het natuurlijk licht is fundamenteel noodzakelijk voor een goed atelier; ook al werk je maar in een kleine ruimte -zoals ik- met voldoende licht kan je ten minste aan de slag. Eén van mijn eerste ateliers was mijn keuken, dat was namelijk de enige plek in het huis waar ik voldoende daglicht had en waar ik de kleuren en tactiliteit van de olieverf degelijk kon bestuderen.
In de zomermaanden probeer ik regelmatig om en-plein-air te tekenen: dan trek ik erop uit naar natuurrijke, afgelegen omgevingen en installeer ik me aan een tafeltje met mijn tekenmateriaal.
De wonderbaarlijke schoonheid van de natuur brengt me tot de nodige rust en stilte, waardoor ik in opperste concentratie kan komen. Dan verlies ik me helemaal en kan ik dagenlang ononderbroken tekenen.
Deze tekeningen - van omgevingen en voorwerpen- neem ik vervolgens mee naar mijn atelier en vormen de basis om in de wintermaanden in mijn eigen atelier verder te kunnen werken. Dus ja, idealiter zou mijn atelier in een groenere omgeving liggen.
Collega's in de buurt hebben werkt ontzettend inspirerend voor mij. In tegenstelling tot de afgelegen plaatsen in de natuur is de stad wel een prikkelende plek waar kruisbestuivingen kunnen plaatsvinden. Ik vind het verrijkend om de ateliers van collega's te bezoeken, je kan er het maakproces 'achter de schermen' ontdekken; bladeren door de schetsboeken, in aanraking komen met andere materialen, onbekende referenties en invloeden aan de muur zien hangen, de gesprekken die eruit voortvloeien, ervaringen delen,...
Hoe ziet het ideale atelier er voor jou uit?
Als ik ongebreideld zou mogen fantaseren ligt mijn atelier ergens in Zuid-Frankrijk of Noord-Italië; een 16e-eeuwse villa, gelegen op een berg in een klein charmant dorpje, omringd door de natuur en (kunst)geschiedenis, kijkend op een weids uitzicht. Ik beeld me dan iets in zoals Villa Albergoni (uit de film Call me By your name) dat aardig in de buurt komt: een huis met een historische waarde, het houten antieke meubilair, omgeven door rust en schoonheid, een zacht briesje die doorheen de grote entree binnen waait, de onmisbare piano en open haard in de zitplaats.
In één van de kamers van het huis - datgene met het mooiste uitzicht- zou ik mijn atelier maken, nog altijd sereen ingericht: verf, een stoel, papier of doek, wat boeken en een koffiezetapparaat.
Je werk is nog tot 5 augustus te zien in You can not keep summer from coming back, de zomertentoonstelling van Schönfeld Gallery in Brussel. Welke werken van jou zijn er te zien, waarom juist deze?
Er zijn 3 stillevens te zien in de zomertentoonstelling: 2 olieverfschilderijen en 1 grote tekening. Telkens blijft het aantal voorwerpen dat te zien is in de beelden erg beperkt:
een vaas met zonnebloemen, de tafel waarop de vaas en andere voorwerpen geplaatst staan en in de achtergrond een venster. De ingenieuze eenvoud van het stilleven
en de dagelijkse voorwerpen beschouw ik als het ideale speelveld om formele verworvenheden te onderzoeken: compositie, kleur, vorm, lijnvoering en tactiliteit.
We duiken in een wereld, geïsoleerd van tijd en ruimte, waar het verlangen naar de (onmogelijke) eeuwigdurende zomer overheerst. De rijke en intense kleuren in de schilderijen benadrukken de warme sfeer: okergele schakeringen zorgen voor een dromerig en mijmerend gevoel. Het zuidelijke licht schijnt uitbundig, de honingachtige ondertoon is rustgevend en verzacht.
De grote tekening is- in tegenstelling tot de schilderijen- een zwart/wit beeld en een verderzetting van de kleine voorstudies die gemaakt zijn voor de schilderijen.
Door de solide zwarte contour en de onderliggende kleurvlakken -die hier en daar subtiel verschijnen- wordt de zoektocht naar vormelijke eenvoud erg duidelijk: het oog leest de uitgesproken vormen, de helderheid vergroot de impact van het beeld. Meer dan in de schilderijen voel je het melancholische karakter en de serene contemplatie aanwezig - als kijker is het een continue balanceren tussen optimisme maar ook weemoed of een onvervuld verlangen.
Daarnaast schuilt er een symboliek in de keuze van de eenvoudige huishoudelijke voorwerpen: de zonnebloemen zijn bij uitstek hét symbool voor de zuiderse zomer, de gehele enscenering voelt optimistisch aan, de beelden stralen een onmiskenbare en intense levenslust uit. Datzelfde optimisme en de overvloedige energie is wat Caroline Pauwels- de curator van de vorige editie- in overvloed had en rijkelijk deelde met iedereen in haar omgeving.
Je hebt een naïef en tegelijk flamboyant handschrift en tekent en schildert hoofdzakelijk voorwerpen uit je omgeving. Wanneer kwam je erachter dat deze onderwerpen goed pasten bij jouw stijl?
Nadat ik enkele jaren intensief voor kranten en grafische bureaus had gewerkt, miste ik het 'vrij' tekenen, losgekoppeld van een opdracht of einddoel.
Op een dag kreeg ik van mijn lief een zelf gebonden schetsboek - een prachtexemplaar- en wilde dit gebruiken om het tekenen naar waarneming opnieuw op te nemen.
Toen ik in mijn keuken zat en niet meteen wist wat te tekenen, greep ik terug naar de fruitschaal die voor me stond. Diezelfde fruitschaal heeft heel het schetsboek gevuld, en op dat moment bleek het stilleven en het tekenen naar waarneming een ideale plek om opnieuw vrijheid en verwondering te krijgen in mijn kunstenaarspraktijk.
Een jaar later, toen we op vakantie waren in een huisje in Bourgondië, bleek dat huisje een eclectische verzameling aan antieke objecten te etaleren in de woonkamer. Toen, onder de Franse zon, heb ik de hele verzameling getekend en werd dat later het vertrekpunt voor mijn eerste solo-expo. Sindsdien zijn de stillevens en de zomer steeds centraal in mijn praktijk.
Je werkte ook enige tijd in opdracht van verschillende kranten en tijdschriften. Wat is het verschil met het maken van vrij werk?
Het werkproces krijgt veel meer diepgang; ik kan nu de nodige tijd nemen om te experimenteren, beelden te hernemen, materiaal te testen, kleurstudies uit te werken, referenties op te zoeken, enz.
Als je voor een klant werkt is er niet altijd ruimte om te zoeken of te testen, integendeel: vaak is er een strikte deadline waardoor al vrij snel dezelfde artistieke paden bewandeld worden.
Nu bepaal ik alles zelf: wat en hoe ik iets wil vertellen, hoe ik het organiseer, waar of wanneer ik het wil tonen. Een grote vrijheid enerzijds die tegelijkertijd ook volharding en toewijding vraagt.
Zijn er projecten die je graag nog een zou uitvoeren, maar die door gebrek aan tijd, geld of ruimte op de plank blijven liggen?
Mijn notitieboekje staat vol van 'notes' en ideeën die ik graag zou willen doen, maar die -voorlopig vooral door gebrek aan tijd- blijven liggen. Zo heb ik de laatste jaren een verzameling aan landschapstekeningen gemaakt waar ik graag iets mee wil doen. Anderzijds ben ik ook erg benieuwd hoe de vertaling van de voorwerpen uit mijn schilderijen naar 3-dimensionale objecten er zou uitzien.
Waar werk je momenteel aan?
Momenteel ben ik bezig aan een nieuwe reeks stillevens, zowel schilderijen als tekeningen, die getoond zullen worden in het najaar 2023. Het eerstvolgend project is een groepstentoonstelling in het Kasteel van Poeke (Biënnale van de Hedendaagse Kunst): samen met enkele jonge collega's en gevestigde waarden wordt ons werk getoond in de prachtige historische omgeving van het kasteel. Enkele weken later staat de derde editie van 'A Pro Pot' op de planning; een groepstentoonstelling gecureerd door Trees de Mits en dat plaatsvindt in het Mudel (Deinze). Verder zijn er ook enkele kunstbeurzen gepland, waaronder ArtonPaper (in Brussel) en Luxembourg Art Week. Een volle agenda, maar allemaal erg fijne en uitdagende projecten.