'Wie voor een reliëfwerk van Muchawaya staat, voelt de eeuwige terugkeer - en eeuwenoude waarheid vermengd met het duizelingwekkende plezier van nieuwigheid. Ondanks het feit dat hij een Afrikaanse kunstenaar is in een tijd waarin zwarte portretten de regel zijn, heeft hij de iconiciteit van het zwarte lichaam in de kunstwereld geweigerd, ten gunste van een meer psychische weergave van het zwart zijn, of meer controversieel, een meer algemeen, meer inclusief - universeel zijn.' — Ashraf Jamal
De schilderijen van Mostaff Muchawaya (1981, Zimbabwe) zijn het resultaat van een zoektocht naar zichzelf. Door het aanbrengen van dikke lagen verf, inkt, verfschilfers en ander restmateriaal uit reeds bestaande schilderijen en het wegschrapen van delen van het verfoppervlak creëert Muchawaya landschappen en portretten die onlosmakelijk zijn verbonden met zijn jeugd. Ze vloeien voort uit herinneringen aan zijn volk, zijn geboortestreek en met name aan de bijzondere vrouwen uit zijn directe leefomgeving. Aan de hand van een langzaam proces van toevoegen en weghalen creëert hij gezichten, rivieren en bergen. Ze voeren hem terug naar de boerderij waar zijn ouders werkten en naar zijn opvoeding in de bergachtige oostelijke hooglanden van Zimbabwe. Als een ‘padvinder’ schildert hij zijn weg terug naar zijn kindertijd op zoek naar zijn identiteit die zich niet beperkt tot zijn eigen lichaam en geest maar die is verbonden met zijn familie, de plek waar hij opgroeide, de vrouwen van wie hij hield. Het behoeft dan ook geen verwondering dat hij zijn schilderijen ervaart als een veilige plek, een refuge, waarin hij zijn oorspronkelijke zelf terugvindt. Muchawaya: ‘Je vindt mij in mijn schilderijen.’
Het leven van Mostaff Muchawaya als kunstenaar begon in 2012, toen hij zich aansloot bij het kunstenaarscollectief Village Unhu in Harare (Zimbabwe). Deze samenwerking leidde onder andere tot de tentoonstelling ‘My Entire People and Places’ die plaats vond in het Old Mutual Theatre in Harare in 2013. Een belangrijke mijlpaal was de tentoonstelling ‘Five Bhobh - Painting at the End of an Era’ waaraan negenentwintig kunstenaars uit Zimbabwe, waaronder Muchawaya, deelnamen en die in 2017 plaatsvond in het Zeitz Museum of Contemporary African Art in Kaapstad (Zeitz MOCAA). Met zijn tweede solotentoonstelling, genaamd ‘Zviso Zvangu - My Faces’ in de SMAC Gallery, eveneens in Kaapstad, in 2018 en zijn deelname aan de 22e Biënnale van Sydney in 2020 vestigde hij zijn naam als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de jongste generatie Afrikaanse schilders.
Jouw solotentoonstelling bij Duende Art Projects aan het begin van 2023 was tevens je eerste solotentoonstelling in Europa. Hoe kwam deze samenwerking tot stand?
In 2022 presenteerde de galerij enkele van mijn portretten in de groepstentoonstelling ‘Unsettled’. De oprichter van Duende Art Projects, Bruno Claessens, had mijn werk leren kennen via mijn deelname aan de expo in het Zeitz MOCAA in 2017 en me gecontacteerd via Instagram. Op de tentoonstelling in Antwerpen werden mijn nieuwste schilderijen zeer goed ontvangen en verschillende werken werden verkocht aan belangrijke verzamelaars. Ik was heel tevreden met onze samenwerking en het wederzijds vertrouwen werd bevestigd toen Bruno mij uitnodigde voor een solotentoonstelling in zijn galerie.
Zijn de werken die hier hangen speciaal voor deze expo gemaakt? En kun je er wat over vertellen?
Speciaal voor deze tentoonstelling maakte ik een aantal abstracte landschappen op groot formaat. De monumentaliteit van deze landschappen komt pas echt tot zijn recht op grote doeken vandaar dat ik blij was dat ik die hier kon tonen. Daarnaast toon ik een reeks nieuwe portretten - onder andere van mijn zus en mijn jongste dochter Chiedza van negen maanden - en een ouder portret van mijn vrouw en mij uit 2017.
Toen ik klein was maakte ik vaak speelgoed van klei. Ook tekende ik graag. Maar mijn echte inspiratiebron was Nicole Sanderson, de dochter van de eigenaars van de boerderij waar we woonden en die ik leerde kennen toen ik 12 jaar oud was. Zij zat op een internaat maar in de weekends en tijdens de schoolvakanties kwam ze naar huis en tekenden en schilderden we samen. Na de middelbare school, in 2002 en 2003, studeerde ik aan de School of Visual Art in Zimbabwe waar ik samen met Admire Kamudzengerere afstudeerde. In 2012 sloot ik me aan bij ‘Village Unhu’, een kunstenaarscollectief in Harare - waar ik nog steeds woon. Een carrière als kunstenaar in Zimbabwe is niet vanzelfsprekend, maar we vinden veel steun bij elkaar. Kunstenaars als Gareth Nyandoro, mijn oom, en Misheck Masamvu, speelden een belangrijke rol in mijn persoonlijke ontwikkeling als kunstenaar.
Wat vind je als kunstenaar het belangrijkste?
Mijn werk bevindt zich tussen figuratieve en abstracte schilderkunst. Mijn portretten en landschappen komen overeen met herinneringen die ik heb aan mijn jeugd, mijn geboortestreek. Ze refereren dus altijd aan de realiteit maar zijn als zodanig niet direct herkenbaar. Daarom kan de kijker er zijn of haar eigen verhaal op projecteren.
Welke kunstenaars inspireren je?
Ik kijk graag naar de oude meesters zoals Rembrandt en Rubens. Maar ik ben geen copy cat. Ik wil mijn eigen beeldtaal ontwikkelen en kijk daarvoor naar technieken die andere kunstenaars gebruiken. Niet om ze te kopiëren maar om ervan te leren en te begrijpen hoe ik het anders kan doen.
Kun je iets zeggen over het maakproces van jouw schilderijen of wandreliëfs?
Ik werk meestal aan vier schilderijen tegelijk omdat mijn aanpak veel tijd vergt. Eerst impregneer ik de doeken en dan breng ik minstens vier lagen verf aan. Tussen het schilderen door moeten al die lagen drogen. Dat gaat heel langzaam maar ondertussen ‘zegt’ het schilderij wat ik moet doen. En door te blijven kijken kom je daarachter. Dat kost tijd. Maar die tijd moet je nemen. Je kunt niets forceren. Door te kijken, te kijken en weer te kijken zie je op een bepaald moment waar het schilderij om vraagt. En dan moet ik dat zien te realiseren. Dat is de ontdekking die je doet. Vanuit het schilderij, niet vanuit iets daarbuiten. Daarom kan een goede kunstenaar geen copy cat zijn.
Mijn achtergrond. Ik wil laten zien wie ik ben en waar ik vandaan kom. Ik wil herinneringen aan mijn jeugd, mijn mensen en omgeving tot leven brengen. Herinneringen worden met de tijd vager en raken als het ware ‘ondergesneeuwd’ door nieuwe ervaringen. Daarom schilder ik dikke lagen verf waar ik vervolgens weer delen van weghaal met terpentine of door te schuren. Zo kom ik bij de oorspronkelijke herinnering, bij de kern. Degene die ik ben. Dat afpellen is niet alleen een geestelijk maar ook een artistiek proces. Ik denk veel na over mijn verleden omdat ik een moeilijke jeugd had. Een van mijn schilderijen heet ‘Zira’ en dat betekent de weg, het pad. In feite schilder ik het pad naar de plekken waar ik opgroeide.
Ik zie het als mijn bestemming om mijn verhaal te vertellen via mijn schilderijen en om dat te blijven doen tot aan mijn dood.
Hoe is het leven in Zimbabwe?
Er zijn nu wat spanningen omdat de verkiezingen eraan zitten te komen, maar over het algemeen is het leven hier best goed. Ik schilder iedere dag en heb vier kinderen. Twee jongens en twee meisjes. So I am done… (lacht).