Op Projections toont de Antwerpse galerie Fred & Ferry de video-installatie Dearest Strangers van de Belgische kunstenaar Lydia Hannah. Ze maakte de videoinstallatie in opdracht van het Ziekenhuisnetwerk Antwerpen, bestemd voor de medewerkers en patiënten. Aanvankelijk twijfelde ze om de opdracht aan te nemen, want haar werk heeft weinig te maken met de medische wereld. Uiteindelijk besloot ze 4 keer per dag gedurende 4 seizoenen de bomen rond haar huis te filmen. Het resulteerde in een film op het ritme van de natuur. Een subtiele poging om aan de hand van de trage seizoenswisselingen de dominantie van efficiënt en doelgericht handelen te doorbreken en te ontsnappen aan de dagelijkse realiteit.
Lydia Hannah, voluit Lydia Hannah Debeer (1992), is een Belgisch beeldend kunstenaar en muzikant. Haar praktijk verkent de ruimtes tussen beeld en geluid. Ze creëert immersieve landschappen door middel van video, live en opgenomen soundscapes en muziek. Op subtiele wijze pelt ze de verschillende lagen van de werkelijkheid af om langzaam de cyclische wisselwerking tussen af- en aanwezigheid te laten zien.
Galerie Fred & Ferry werkt al sinds de opening van de galerie in 2016 met Lydia samen, vertelt Frederik Vergaert: “We hadden haar in eerste instantie uitgenodigd als 'huis-geluidskunstenaar.' Ze kreeg van bij het begin de sleutel en alarmcode en was vrij om te komen en te gaan wanneer ze maar wilde; zowel tijdens als buiten de reguliere openingsuren.” Het resultaat was een presentatie tijdens het Antwerp Art Weekend in de vorm van een soundscape, als een video-installatie en een live performance. Lydia Hannah studeerde xx en aan het HISK in Gent. Momenteel doet ze een promotieonderzoek bij PXL - Uhasselt naar liminale gemoedstoestanden en hun zintuigelijke manifestaties.
Je maakte Dearest Strangers in 2021 voor de medewerkers en patiënten van de Antwerpse ziekenhuizen. Speelt de pandemie op de achtergrond een rol in dit werk?
De uitnodiging van Beatrijs Eemans, de curatrice van het project, stamt al van voor de pandemie. Zij was op dat moment aan het timmeren aan ZNA Kunstenplatform, een integratie van hedendaagse kunst binnen ZNA. Eens de pandemie begon werd de nood aan een ruimte die plaats zou maken voor contemplatie en interactie enkel groter.
Welk effect hoop je dat Dearest Strangers heeft op de zorgmedewerkers, patiënten en het bredere publiek?
Ik hoop dat kijkers zich laten meevoeren op het ritme van de natuur en op die manier tot een vertraging komen, een doorbreking van het dagelijkse en taakgerichte. De film is zeker niet over de hele lijn uitsluitend ‘rustgevend’. Het is eerder een contemplatie over de cyclische beweging waar we allemaal aan onder hevig zijn en hoe dat ons gevoel, onze gezondheid, onze noden kan beïnvloeden.
Conceptueel staat het werk staat redelijk ver af van de dagelijkse bezigheden in ziekenhuizen. Waarom koos je ervoor juist dit idee uit te voeren?
Wanneer de vraag kwam om een nieuw werk te creëren voor een ziekenhuis, aarzelde ik. Ik zag mezelf niet in staat om een portret te maken over de zorg of een specifiek therapeutisch werk te maken. Beatrijs Eemans stelde me echter gerust en maakte duidelijk dat ik volledige artistieke vrijheid zou hebben. Dat ik vrij was om net wel of niet in interactie te gaan met de infrastructuur en medewerkers. Het idee om de natuur rondom ons huis als onderwerp te nemen, was al aan het broeien in mijn achterhoofd voor deze opdracht. De persoonlijke, prille band (ik was net verhuisd van een stedelijke naar een bosrijke omgeving) met de bomen die me elke dag begroeten en me toch vreemd zijn, als het nieuwe wetenschappelijke discours rond de invloed die natuur heeft op onze gezondheid (zelfs afbeeldingen van natuur), stuwde mijn fascinatie. Onderzoek heeft onder meer aangetoond dat tijd doorbrengen in een bosrijke omgeving het immuunsysteem van ons lichaam helpt door het aantal en de activiteit van ziektebestrijdende cellen te verhogen. Het aantal NK ("Natural Killer" cellen van het immuunsysteem) en de stoffen die door hen worden afgegeven, zijn aanzienlijk hoger op dagen dat mensen in bomen zijn ondergedompeld, en patiënten die zicht hebben op bomen of kamerplanten hebben in hun kamer sneller genezen.
Jouw galeriehouder Frederik Vergaert stelt dat in jouw werk een ‘cyclische wisselwerking tussen afwezigheid en aanwezigheid’ tot uiting komt. Kan je uitleggen wat hij bedoelt?
Het is eerder door terug te kijken op werken die ik al gemaakt heb dat die fascinatie voor mezelf duidelijk is geworden, en toch wil ik me daar ook niet op vastpinnen. Nu ik ben begonnen aan een doctoraat in de kunsten bij PXL - Uhasselt rond liminale gemoedstoestanden en hun zintuigelijke manifestaties, ben ik dankbaar dat ik dieper kan duiken in het onderzoekende aspect van mijn werk. Ik houd enorm van het begrip “the fertile void" dat Julia Samuel in het leven heeft geroepen: "In the movement between where we were and where we are heading, we need to allow space, time just to be, a time for not knowing: the fertile void”. Het is die tegenstrijdigheid van stilstaan om in beweging te komen die me fascineert en me in de richting van de beeldende kunst heeft geduwd. Ikzelf ben het meest dankbaar voor de momenten waarop de schoonheid, complexiteit of kracht van een kunstwerk, voorstelling of muziek me zo emotioneel en fysiek heeft weten te vervoeren dat ik geen nood had om datgene intellectueel te ‘begrijpen’. Dat de beleving op zich al iets heeft veranderd en een woordeloos weten heeft teweeg gebracht.
Je bent ook muzikant; heeft die achtergrond invloed op je videowerk? Vertaalt zich dit bijvoorbeeld in een bepaalde manier van kijken of een bepaald ritme?
Omdat de manier waarop ik muziek maak parallel is gegroeid met mijn praktijk als kunstenaar, geloof ik dat het een wederzijdse beïnvloeding is. Ik heb geen opleiding in muziek gehad aan bijvoorbeeld een conservatorium, wat maakt dat ook dit aspect heel intuïtief is gegroeid en dat nog steeds groeit. Een tijd lang was muziek vooral deel van mijn werk in de functie van soundtrack bij een video, maar dat is nu meer en meer aan het groeien naar een evenwaardige rol. Vaak monteer ik mijn video’s in een bepaald ritmisch tempo, maar net zo goed componeer ik mijn muziek dan weer op een heel beeldende manier.
Hoe ga je te werk en hoe ziet je studio/werkplek eruit?
Hoe ik tewerk ga varieert, maar een zekere traagheid en lange aanloop zijn meestal typerend. De onderwerpen die ik uitkies en de manier waarop ik ze benader, dat gaat erg intuïtief. Die zeldzame momenten waarop de puzzel plotseling past worden afgewisseld met lange periodes van kijken, luisteren, lezen en afstand nemen.
Mijn atelier ziet er vooral warm en knus uit, dat is altijd zo geweest. Ik weet nog dat wanneer ik op het HISK zat, zowel collega’s als gastlectoren altijd verbaasd waren van hoe ‘huiselijk’ mijn atelier was. Het lijkt erop dat ik die warmte nodig heb om te kunnen creëren. Er staan veel planten, een zetel aan het raam dat uitkijkt op de bomen, mijn harp, piano en wat elektronica en heb een hoog bureau aan het andere raam waar ik video en geluid monteer. Aan de muur hangen enkele proefbeelden en zinnen uit boeken die nazinderen of resoneren met iets waar ik aan bezig ben. Ik haal veel inspiratie uit boeken, niet rechtstreeks, maar in de vorm van plots iets te herkennen wat ik al een tijd lang probeerde te articuleren in beelden.
Waar werk je op dit moment aan?
Momenteel werk ik aan het nieuwe werk voor Art Rotterdam en de volgende stop is de solotentoonstelling bij Fred en Ferry in september. Mogelijks toon ik ook tijdens Antwerp Art weer werk, op uitnodiging van Winnie Claessens, maar dat is nog even afwachten of dat 100% zeker is. Ook werk ik mee aan de soundtrack van Jana Coorevits haar nieuwe film matter on its dance through time waarvoor we voor de zomer 3 weken naar Death Valley zijn getrokken voor opnames. In de tussentijd ben ik, zoals ik reeds vermeldde, gestart aan een doctoraat in de kunsten, dus zowel het creëren van nieuw werk tegen september als het duiken in mijn artistiek onderzoek is wat me de komende maanden zal bezig houden.