Hoe ziet het ideale atelier eruit? Hoeveel tijd spendeert een kunstenaar in zijn atelier? Is het een heilige plek? In de reeks ‘Het atelier’ deze week: Marilou van Lierop, van wie momenteel de solo-expositie The Unbearable Lightness of Being te zien is bij Frank Taal Galerie in Rotterdam.
Gaat u iedere dag naar uw atelier?
Mijn atelier is aan huis. En ja, ik werk iedere dag op mijn atelier. Ik moet om naar bepaalde delen van het huis te gaan ook altijd door het atelier. Het atelier ligt in het centrum van het huis, dat maakt dat er ook altijd wel passage is. Daar ben ik wel gewend aan geraakt. Vroeger speelden de kinderen ergens in een ooghoek.
Maar soms kan dat ook lastig zijn. Het atelier – en het gevecht om het werk te maken – zit hierdoor altijd in het hoofd. Om de nodige afstand ervan te verkrijgen, moet ik eigenlijk buiten gaan. Ik maak veel lange wandelingen. In mijn stad, Antwerpen, of in de natuur.
Hoe laat vertrekt u naar uw atelier, en hoe: te voet, per fiets, openbaar vervoer of auto?
Het atelier is aan huis. Dus heb ik geen tijd nodig voor verplaatsingen, maar ik ben erg gesteld op rituelen en gewoontes. Dus heb ik eigenlijk, zonder dat daar echt een reden voor is, vaste uren. Schilderen doe ik op wat voor mij het beste gedeelte van de dag is. Er zit een beperking op het aantal uren dat ik kan schilderen achter elkaar. Schilder ik in de late uren, dan is dat doorgaans verloren moeite. Die uren worden gevuld met het vele werk eromheen.
Houdt u vast aan bepaalde rituelen in uw atelier? Muziek of juist stilte?
Ik luister graag naar podcasts, bijvoorbeeld ‘De kunst van het verdwijnen’, dat gaat over gebeurtenissen – historisch en recent – in de Joodse wijk waar ik woon. Verder alle afleveringen van ‘Interne keuken’, dat helaas als radioprogramma is moeten stoppen. Ook ‘Invisibilia: een vriendelijk spookverhaal’ staat op mijn lijst. Vreemd genoeg kan muziek mij erg afleiden heb ik ondervonden. Dus prefereer ik dan stilte. Graag werk ik aan verschillende dingen tegelijkertijd. Ook neem ik vaak een rustpauze met een werk. Dan ga ik verder aan een ander werk, zodat ik er na een korte periode op een frissere manier naar dat werk kan kijken. Dat helpt beslissingen te nemen.
Hoe belangrijk is licht voor u?
Het licht is erg belangrijk. Mijn atelier is eigenlijk niet licht genoeg. Het ligt op de benedenverdieping. Er zijn grote raampartijen, maar dat volstaat niet. Ik moet dus sterk bijlichten. Anders kun je achteraf voor vervelende verassingen komen te staan. Het natuurlijk licht in mijn atelier schiet, zeker op wat donkere dagen, tekort.
Hoe gaat u te werk? Begint het werk pas op het moment dat u uw atelier betreedt of gaat het werk altijd en overal door?
Voor mij gaat het werk altijd door. Zeker als iets niet goed vlot, is het erg moeilijk om afstand te nemen in mijn hoofd. Dat is een hele belasting. Soms heb je het gevoel te moeten oppassen. Ik ben een heel slechte slaper, en dat heeft daar zeker mee te maken. Vandaar de wandelingen. Die zijn echt noodzakelijk.
Hoeveel tijd spendeert u gemiddeld per dag in uw atelier?
Ik kan maar een viertal uren achter elkaar schilderen per dag. Als er een deadline aankomt, kan dat meer zijn. Daar komen dan iedere dag een paar uur bij met alle andere, vaak voorbereidende zaken. Maar verder lees ik graag. Vaak over biologie, neurologie en sociologie. Ook dat reken ik bij het atelier.
Is het atelier een heilige plek?
Zeker niet. Ik denk dat ik ook heel verplaatsbaar ben, en overal zou kunnen werken. Maar tot rust kan ik er zeker niet komen. Lezen en de dingen overschouwen gebeurt niet daar.
De chaos in het hoofd omzetten naar een wat meer gestructureerde chaos op het doek – dat wel.
Ontvangt u er bezoek, van verzamelaars, curatoren of collega-kunstenaars?
Zeker. Het is fijn mensen te ontvangen. Ook heel anders dan in een tentoonstelling je werk tonen. Minder af, meer het proces.
Wat is het mooiste atelier dat u ooit heeft gezien?
Het atelier van Peter Buggenhout is mij zeker bij gebleven. Groots en indrukwekkend. Maar het tegenovergestelde vind ik ook boeiend, daar waar eigenlijk alleen een computer te zien is, en boeken. Waar alles meer cerebraal verloopt, zoals bij Marc De Blieck.
Hoe ziet het ideale atelier eruit?
Ik twijfel tussen een afgelegen grot en een grote hangar.