Zeno X Gallery viert in september 28 jaar samenwerking met Mark Manders en presenteert dan een uitgebreide solotentoonstelling die de vier ruimtes van de galerie zal overnemen. Vanaf 2 september toont de galerie een combinatie van bestaand en nieuw werk van Manders. De tentoonstelling wordt vergezeld door een speciale publicatie waarin de jarenlange samenwerking wordt gememoreerd.
De Nederlandse kunstenaar Mark Manders was oorspronkelijk van plan om zijn verhalen met woorden en poëzie te vertellen, maar kwam er al snel achter dat zijn boodschap zich beter liet verbeelden door middel van objecten. Vanaf 1986 werkt hij aan wat hij zelf omschrijft als het ‘Zelfportret als gebouw’, een serie in beweging waarin de kunstenaar de breedte van het zelfportret opzoekt, onder meer in de beeldhouwkunst, stillevens en architecturale plannen. Manders onderzoekt daarbij de structuur en architectuur van verhalen en de vertelling ervan, wat resulteert in mysterieuze tableaus die veel ruimte overlaten voor een vrije interpretatie. Die interesse voor het architecturale komt ook terug in de indelingen van zijn tentoonstellingen.
De kunstenaar werkt daarvoor met verschillende materialen: van papier en klei tot hout en metaal. Zijn (meestal) bronzen sculpturen worden vaak voorzien van een brokkelige laag klei en tonen in veel gevallen androgyne of vrouwengezichten, als een universeel archetype. Manders is gefascineerd door de schoonheid van natte klei en zocht naar een manier om dat moment te verstillen, zodat het altijd lijkt alsof de beelden net gemaakt en achtergelaten zijn. Zijn oeuvre wordt dan ook niet getekend door enige chronologie en behoudt een zeker gevoel van mysterie. Er komt overigens een zorgvuldig uitgedacht technisch proces te pas aan deze ogenschijnlijke achteloosheid, zijn sculpturen zijn veel minder kwetsbaar dan op het eerste gezicht lijkt.
Vaak is er sprake van een bepaalde mate van defragmentatie, bijvoorbeeld door het tonen van incomplete lichamen in combinatie met houten plankjes of stalen platen die dwars door het gezicht of lichaam geplaatst worden. Hij vult zijn sculpturen aan met willekeurig ogend materiaal, van kinderspeelgoed en gloeilampen tot meubels en dode dieren.
Ook kranten komen veelvuldig terug in de presentatie van zijn installaties en sculpturen, maar de kunstenaar vreesde dat zijn werken een bepaalde context zouden krijgen door een bepaalde headline, of dat ze zouden worden verbonden aan een specifieke periode of plaats. Manders drukte daarom enkele jaren zijn eigen kranten, waaronder de Hypocotyl Raki en de Eucaryote Tarp, waarvan ook een editie is opgenomen in de collectie van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Manders gebruikte daarvoor willekeurige combinaties van Engelse woorden die in combinatie geen betekenis hebben.
Manders sleepte onder meer de prestigieuze Prix de Rome in de wacht en vertegenwoordigde Nederland tijdens de 55ste Biënnale van Venetië in 2013. Hij toonde zijn werk in het Museum of Contemporary Art Tokyo, het Hammer Museum in Los Angeles, het S.M.A.K. in Gent, het Bonnefanten Museum in Maastricht en tijdens Manifesta (2004). In 2019 was één van zijn sculpturen bovendien te zien in Central Park in New York. De werken van Manders zijn opgenomen in de collecties van onder andere Fondation Louis Vuitton in Parijs, Moderna Museet in Stockholm, het MoMA en het Guggenheim Museum in New York, het SFMOMA in San Francisco, het Stedelijk Museum in Amsterdam en het M HKA in Antwerpen.